Schriftelijke vraag betreffende de manieren waarop men in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de shift van traditionele verbrandingsmotoren naar voertuigen op "clean power" bewerkstelligt en stimuleert.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 305)
| Datum ontvangst: 13/05/2020 | Datum publicatie: 23/06/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 23/06/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 18/05/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Op vlak van mobiliteit is sinds enkele jaren een kentering aan de gang waarbij de traditionele verbrandingsmotoren meer en meer geweerd worden. Elektrische wagens of wagens op CNG nemen bijvoorbeeld langzaam maar zeker een groter aandeel van het wagenpark in ten koste van auto’s op benzine of diesel. Ook de uitbouw van de lage-emissiezone in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kadert in deze aanpak, getuige de doelstelling om het gebruik van motoren op diesel en LPG respectievelijk tegen ten laatste 2030 en 2035 uit de hoofdstad te bannen. Verschillende overheden bogen zich de afgelopen jaren dan ook reeds over de grote mobiliteitsuitdagingen van de toekomst. De mobiliteits- en transportsector moet zich meer en meer op ‘clean power’ richten. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel: - Welk structureel overleg vindt er reeds plaats binnen de betrokken actoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omtrent die shift van traditionele verbrandingsmotoren naar voertuigen op ‘clean power’? Kan u meegeven met welke actoren u hierover in overleg staat? Hoe vaak heeft dit overleg reeds plaatsgevonden en in welk kader? - Bestaat er een samenwerking omtrent dit onderwerp met de bedrijfs- en onderzoekswereld met het doel om hieromtrent een visie te ontwikkelen? Kan u toelichten op welke manier Innoviris of andere gewestelijke agentschappen hierbij betrokken worden? - Hebt u reeds een omvattende visie of actieplan voorgelegd aan deze Regering? Zo ja, kan u dit nader toelichten? Wat zijn hiervan de krachtlijnen? - Hoe worden dit overleg en de conclusies die hieruit voortkomen doorgetrokken naar het overleg met de andere gewesten van het land? Welke resultaten en maatregelen komen er hieruit voort? - Welke onderzoeken en/of pilootprojecten vinden nu reeds plaats vanuit het Gewest die het gebruik van ‘clean power’ in Brussel promoten? Welke maatregelen en budgetten zijn daartoe voorzien in 2020? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
| Antwoord | 1) De vervoerssector is een belangrijke bron van luchtvervuiling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze laatste is verantwoordelijk voor het merendeel van de NOx-emissies, wat een groot gezondheidsprobleem vormt. Naast de modal shift is de motor shift (d.w.z. de verschuiving naar "zero emissie" voertuigen) een belangrijk middel om de luchtvervuiling in Brussel te verminderen, en aldus dit probleem aan te pakken. Dit is een belangrijk thema. Mijn administratie en Brussel Mobiliteit werken al geruime tijd samen aan de transitie naar emissievrije voertuigen. Zo werd in 2016 een studie met als titel Brussels Research on the Opportunities of Alternative vehicle technologies for urban Mobility (BROAM) uitgevoerd. Sindsdien wordt hier door het gewest verder over nagedacht. Tal van studies die betrekking hebben op de toekomstige mijlpalen van de LEZ zijn in dit opzicht bijzonder leerzaam omdat ze alternatieven zoeken voor de voertuigen met verbrandingsmotoren die op het grondgebied van het gewest circuleren. Daarnaast werkt mijn administratie sinds enkele maanden, binnen een werkgroep die afgelopen december is opgericht, aan de ontwikkeling van een gewestelijke visie op de laadstations voor elektrische voertuigen. Dit is een significant document, dat belangrijke bakens zal uitzetten voor de overgang naar schonere voertuigen. Leefmilieu Brussel werkt hierover ook samen met Brussel Mobiliteit in het kader van de concessie voor laadstations op de wegen, die in 2018 aan PitPoint werd toegekend. Daarnaast neemt het gewest ook deel aan het Europese "Benefic"-project, dat de ontwikkeling van oplaadinfrastructuur en CNG-stations stimuleert. Het zijn opnieuw LB en BM die voor het BHG in de interregionale werkgroep ENOVER-Transport zetelen. Deze groep coördineert de uitvoering van de richtlijn 2014/94/EU "Clean Power for Transport". Wat de thermische energie in het Brussels Gewest betreft, weet u ongetwijfeld dat er vorig jaar in twee fasen een raadpleging van meer dan 100 stakeholders werd georganiseerd om dit belangrijk thema met de Brusselse belanghebbenden te bespreken. Dit gebeurde in de vorm van een vragenlijst die aan de Brusselse stakeholders uit de publieke, private (auto, energie, bedrijfsleven), verenigings- en sociale sector (gezondheid en vakbonden) en aan de academische wereld werd toegestuurd. Er werden vervolgens 12 thematische rondetafel-gesprekken en raadplegingen in de Economische en Sociale Raad, de Raad voor het Leefmilieu en de Gewestelijke Mobiliteitscommissie georganiseerd. De resultaten van deze raadpleging zijn beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel. Op basis hiervan werd een aantal thema's voor verder onderzoek gekozen om aldus de kennis van het BHG over zero emissie mobiliteit te verfijnen en de transitie zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Er zijn dan ook studies gestart naar het effect van de uitfasering van de verbrandingsmotor op: (1) de volksgezondheid, (2) de luchtkwaliteit en het klimaat, (3) de begroting van de overheidsinstellingen, (4) de mobiliteit, de socioeconomische aspecten, de energie en het leefmilieu. Deze laatste studie wordt geleid door Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en Brussel Economie en Werkgelegenheid, die de studie medefinancieren, en heeft ook tot doel een stappenplan voor te stellen voor de implementatie van de uitfasering van de verbrandingsmotor. In het kader van deze studies worden nieuwe formele contacten gelegd tussen de teams die belast zijn met de uitvoering ervan en talrijke cruciale belanghebbenden om bepaalde aspecten die tijdens de raadpleging misschien niet aan bod zijn gekomen, te verdiepen. Tot slot heeft Leefmilieu Brussel, naast deze eerder formele momenten, regelmatig contact met de verschillende belanghebbenden, zoals de automobielsector, de energiesector, de academische wereld, gespecialiseerde adviesbureaus en het verenigingsleven, om informatie uit te wisselen over de transitie naar emissievrije motoren. Deze uitwisselingen vinden ook plaats in het kader van studies, vergaderingen, studiedagen, symposia of fora en laten Leefmilieu Brussel toe om de resultaten van de meest recente onderzoeken hierover op de voet te volgen. 2) Een van de doelstellingen van de bovengenoemde impactstudie (die over mobiliteit, sociaal-economische aspecten, energie en milieu) is de regering te helpen bij het definiëren van de visie en de beste manier om de overgang van thermische energie en de overgang naar een mobiliteit zonder directe emissies te realiseren. Deze studie wordt uitgevoerd in opdracht van Leefmilieu Brussel, Mobiliteit Brussel en Economie en Werkgelegenheid Brussel en wordt uitgevoerd door de MOBI-onderzoeksgroep van de VUB en Stratec. Brussels Taxation neemt ook deel aan de ondersteuningscommissies van de studie. Wat de strategie voor de ontplooiing van de oplaadinfrastructuur betreft, heeft Leefmilieu Brussel dit jaar een groot aantal spelers uit de sector geraadpleegd (terminaloperatoren, carpooloperatoren, Febiac, Comeos, BECI, ...) en werkt het structureel samen met Mobiel Brussel, Brugge en Sibelga. Leefmilieu Brussel wordt in deze opdracht ook bijgestaan door zijn facilitator "nul-emissiebeleidsadviseur" (consortium VUB, Sweco, APPM en "The New Drive"). 3) Er werd in 2016 een actieplan opgemaakt in het kader van de Europese ‘Clean Power for Transport’ richtlijn 2014/94/EC (ook ‘Alternative Fuels Infrastructure Directive – AFID’ genoemd). Dit beleidskader werd ook goedgekeurd door de Brusselse regering, evenals het evaluatierapport dat op 14 november 2019 werd ingediend. In dit beleidskader werden doelstellingen opgenomen omtrent aantal voertuigen en laad/tankinfrastructuur op elektriciteit, CNG, LNG (evenals walstroom voor binnenscheepvaart). Hierbij werd ook een overzicht opgenomen van de bestaande en geplande beleidsmaatregelen omtrent alternatieve voertuigen en hun infrastructuur. Dit beleidskader is hier1 consulteerbaar. En het progress report hier2. Daarnaast zal tegen het eind van dit jaar: - een roadmap worden opgesteld omtrent de diesel/benzine ban (gemeenschappelijke studie van Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en Brussel Economie en werkgelegenheid) - een strategie worden opgesteld voor de verdere uitrol van de laadinfrastructuur. 4) In het kader van de Alternative Fuels Infrastructure Directive (AFID) bestaat er sinds 2014 een structureel overleg met de andere gewesten en de federale overheidsadministraties in de context van het ENOVER-Transport overleg. Het doel van dit overleg is om informatie uit te wisselen tussen de entiteiten over het beleid inzake alternatieve voertuigen en infrastructuur en de coördinatie te verzorgen omtrent de indiening en rapportering van AFID. Concrete resultaten van deze samenwerking zijn bijvoorbeeld de samenwerking met het Vlaams Gewest voor Europese projecten Benefic et IDACS. 5) Hierbij enkele onderzoeksprojecten naar brandstoffen die de afgelopen 4 jaar door het Brussels Gewest zijn gefinancierd en waarvan er nu nog verschillende lopen (projecten 3, 6, 7, 9, 10, 11 en 12):
1 http://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/2016.11.16_NPF_alternative_fuels_infrastructure_-_BELGIUM.PDF 2 http://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/2019.11.14_national_progress_report_AFI_Belgium_-_final.pdf |
|||||||||||||||||||||||||||||||||