Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vervanging van de Euro 4-bussen van de MIVB.

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 378)

 
Datum ontvangst: 10/05/2020 Datum publicatie: 17/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De LEZ vereist dat dieselvoertuigen die voldoen aan de Euro 4-normen uit dienst worden genomen op 31 december 2021. Voor de MIVB gaat het om ongeveer 155 standaardbussen en gelede bussen.

Enkele dagen geleden gaf de raad van bestuur van de MIVB haar directeur-generaal de opdracht om orders te plaatsen voor ongeveer 150 standaard en gelede "low floor" hybride bussen met Euro 6 diesel- en elektrische (non-plug-in) motoren.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Waarom heeft de MIVB niet gekozen voor uitsluitend elektrische bussen?

- Wat is de jaarlijks geraamde uitstoot van de verschillende vervuilende stoffen die de hybride busvloot kan genereren in vergelijking met een 100% elektrische vloot?

- Vraagt de MIVB advies aan deskundigen zoals die van de Internationale Vereniging van het Openbaar Vervoer (UITP), die ervaring hebben met het in contact brengen van vervoersondernemers over de hele wereld met voertuigfabrikanten?
 
 
Antwoord    De technologie met elektrische aandrijving, en in het bijzonder de batterijtechnologie, evolueert snel en in verschillende richtingen, afhankelijk van de constructeurs.

De MIVB verzamelt progressief uitbatings- en onderhoudsgegevens, via drie busvloten die in dienst genomen werden in 2018 en 2019. Deze gegevens en voornamelijk die over de prestatie van de voertuigen in functie van het verouderen van de batterijen, zijn essentieel wanneer de MIVB belangrijke aankopen doet van elektrische voertuigen.

De huidige bestelling is gebaseerd op enerzijds het beheerscontract en het meerjarig investeringplan (april 2019) en anderzijds een raamcontract voor busbestellingen die beiden tijdens de vorige legislatuur werden afgesloten. Er werd toen geanalyseerd dat de lancering van een aanbesteding van elektrische bussen in 2018 et 2019, om de busvloot van Euro 4-bussen tegen eind 2021 te vervangen, zou geleid hebben tot het nemen van onaanvaardbare risico’s voor de MIVB.

Door de beperkte autonomie van de elektrische bussen, zijn er voor de vervanging van de dieselbusvloot, met eenzelfde dienstverlening, meer nieuwe elektrische bussen nodig. Daarnaast zijn er uiteraard ook extra voorzieningen en plaats nodig in de stelplaatsen en aan de eindhaltes om de bussen te kunnen opladen.

Ook de werken moeten gefaseerd gebeuren zodat de huidige OV-lijnen steeds uitgebaat kunnen worden.

Het gaat dus over een omvorming van bestaande stelplaatse, het voorzien van garage/onderhoudszones naar waar de bussen die normaal in de stelplaatsen gestald staan waar de werken gebeuren, tijdelijk kunnen verhuizen. Deze garage/onderhoudszones moeten op lange termijn definitief in dienst genomen kunnen worden om mee het hoofd te kunnen bieden aan de groei van het aanbod vanaf 2024. Deze investeringen in de infrastructuur moet ruimschoots vóór de start van de productie worden beslist en ze zijn dus niet haalbaar met het oog op de vervanging van de Euro 4-bussen door volledig elektrische bussen.

De bestelde hybride bussen beschikken over elektrische motoren en een module die energie opslaat op het dak, waarbij er automatisch energie gegenereerd wordt bij het remmen. Deze energie wordt gebruikt wanneer de bussen versnellen. Deze elektrische aandrijving wordt aangevuld met een kleine thermische motor die voldoet aan de Euronorm 6D, een zeer propere motor, die voldoet aan de meest recente normen.

Bij evenveel afgelegde kilometers blijven de directe en indirecte uitstoot van uitlaatgassen van hybride bussen drie keer hoger voor de CO2, 4x hoger voor de fijne stofdeeltjes en 6 x hoger voor de stikstofmonoxide dan bij een volledig elektrisch aangedreven vloot. Deze cijfers houden echter helemaal geen rekening met de uitstoot die vrijkomt tijdens de productie van de voertuigen en vooral van de batterijen.

Vergeleken met de dieselbussen die ze vervangen, verdeelt hybride voortstuwing de uitstoot met 7 voor stikstofoxiden, met 1,5 voor CO2 en door 2 voor fijnstof.

De MIVB staat in direct contact met de UITP en andere belangrijke spelers zoals andere openbaarvervoersmaatschappijen, busbouwers, constructeurs van de uitrusting voor het opladen van voertuigen, met universiteiten zoals de VUB,… allemaal actief op het vlak van elektrische bussen.