Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Benelux-werkgroep Waterstof.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 315)

 
Datum ontvangst: 18/05/2020 Datum publicatie: 24/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u wel weet, is er op het niveau van de Benelux in maart 2018 een Benelux-werkgroep Waterstof opgericht. De volgende elementen zijn belangrijk voor de samenwerking binnen de Benelux:

- het zoeken naar potentiële synergie en concrete samenwerkingsmogelijkheden met de buurlanden Nederland en Luxemburg op het gebied van waterstof;

- het samenbrengen van de gemeenschappelijke troeven, verwezenlijkingen en initiatieven binnen de Benelux. De Benelux-dimensie zal het Gewest meer slagvaardigheid en impact binnen Europa kunnen geven;

- het eventueel uitwerken van een Benelux-charter of -roadmap.

De federale overheid en de Gewesten moesten in maart 2020 een advies uitbrengen over de tekst van de werkgroep Waterstof.

Een Europese waterstofstrategie laat op zich wachten. De Europese Green Deal, het hervormingsproject van de Europese Commissie om Europa tegen 2050 CO
2-neutraal te maken, spreekt van waterstof, maar specificeert op dit ogenblik nog geen concrete productie-elementen. Dat is ook het geval voor de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering en het Brusselse NEKP.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Welke synergieën werden tot stand gebracht?

- Wat zijn de volgende stappen van de werkgroep?

- Welk advies heeft de Brusselse regering over de tekst van de werkgroep uitgebracht?

- Welke opmerkingen werden gemaakt? Kunt u de redenen daarvoor toelichten?

- Wat zijn de (positieve of negatieve) milieueffecten van de tekst voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Wat is het standpunt van de Brusselse regering over het gebruik van groene waterstof in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Wat is het standpunt van de Brusselse regering over het gebruik van grijze waterstof in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Wat is het standpunt van de Brusselse regering over het gebruik van turquoise waterstof in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Wat is het standpunt van de Brusselse regering over het gebruik van blauwe waterstof in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Welke plaats heeft waterstof ten aanzien van de doelstellingen inzake klimaatneutrale energie tegen 2050?
 
 
Antwoord    1)

Het Benelux Comité van Ministers, het beslisorgaan van de BENELUX, achtte het noodzakelijk een samenwerking op het gebied van waterstof te ontwikkelen.

In januari 2018 werd hiertoe een BENELUX-werkgroep opgericht. In België is het de FOD Economie die via haar afdeling Energie de werkgroep "waterstof en opslag" leidt binnen ENOVER, het Belgisch coördinatieplatform voor het energiebeleid.

In maart 2018 werd de eerste vergadering van deze BENELUX-werkgroep gehouden. Sindsdien heeft deze groep van gedachten gewisseld over het nationaal regelgevingskader en de financiële instrumenten inzake de mobiliteit, de kwaliteit van de waterstof en de garanties van oorsprong.

De doelstellingen die met deze groep samenhangen en die in uw vraag zijn opgenomen, met inbegrip van het zoeken naar "synergiën", zijn projecten op lange termijn. Men is, gezien de banden tussen de drie landen, met name op economisch niveau en op het gebied van de energie-infrastructuur, ongetwijfeld bereid om samen te werken aan de ontwikkeling van gemeenschappelijke strategieën, definities en normen voor waterstof.


2)

De volgende vergadering staat gepland voor juni. Als gevolg van de COVID-19-pandemie is er echter geen datum bevestigd (op het moment dat dit antwoord opgesteld werd).

De op te volgen punten van de vorige vergadering zijn de navigatie en waterstofstations.


3)

Ik neem aan dat u verwijst naar de aanbevelingen 905/1 van de BENELUX Interparlementaire Assemblee over de
waterstofeconomie.

Het Benelux Comité van Ministers werd namelijk verzocht advies uit te brengen over deze aanbevelingen van politieke aard die door de leden van de Raadgevende Interparlementaire Benelux-raad zijn geformuleerd (en niet over technische suggesties van de werkgroep).

In België werd het overleg opgestart binnen ENOVER. Zowel het administratieve als het politieke niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) hebben hieraan deelgenomen.

De Brusselse regering heeft er aantal aanpassingen die in het antwoord op de volgende vraag worden uiteengezet, verdedigd.

Het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken is nu een voorstel van compromis met de opmerkingen van de drie landen aan het opstellen. Op het moment van dit schrijven is dit werk nog niet af.


4)

De opmerkingen van het BHG spitsten zich toe op drie hoofdpunten.

Ten eerste, het concept
waterstofeconomie, een mondiaal economisch systeem dat de huidige olie-economie zou kunnen vervangen. Dit zou ons echter van de ene afhankelijkheid naar de andere brengen en deze vervanging lijkt de verkeerde keuze om een veerkrachtig energiesysteem op te bouwen. Zoals de Europese Commissie aangeeft, moet er nog veel werk worden verricht op het gebied van energie-efficiëntie en soberheid ("Energy Efficiency First").

Ten tweede, betreffende de
productie van koolstofvrije waterstof, of in het Engels "clean hydrogen": dit is een subtiele term die eigenlijk tegenstrijdig is en de deur openlaat voor fossiele brandstoffen, de belangrijkste bron van waterstofproductie, waaraan oplossingen voor CO2-opslag zouden kunnen gekoppeld worden. Het BHG is hier terughoudend over (deze oplossingen zijn overigens verboden op het grondgebied van het gewest).

Ten slotte werden in het ontwerpantwoord mogelijkheden overwogen om een wettelijk instrument te ontwikkelen voor een mengsel van waterstof in het aardgasdistributienetwerk. Door dit project aan te halen, wekt men de indruk dat dit mengsel wenselijk is. In dit stadium is echter verder onderzoek nodig om de gevolgen van een dergelijk mengsel op technisch en economisch vlak, maar ook met betrekking tot de veiligheid voor de gebruikers en installaties, alsmede ten aanzien van het huidig energiebeleid, in het bijzonder de initiatieven in het kader van het energie- en klimaatplan en de strategie om de milieu-impact van bestaande gebouwen te verminderen (opgenomen in de bijdrage van Brussel aan het nationaal energie- en klimaatplan 2030), duidelijk te identificeren.


5)

De zoektocht van de drie landen naar een gecoördineerd antwoord binnen het Benelux Comité van Ministers op deze aanbevelingen van de BENELUX Interparlementaire Assemblee heeft geen rechtstreekse invloed op de kwaliteit van het leefmilieu in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze aanbevelingen en het geformuleerd antwoord zijn niet bindend.

De Europese Unie voert echter ook besprekingen over waterstof. De Green Deal van de Europese Commissie voorziet in de publicatie (in principe eind juni 2020) van een nieuwe Europese strategie voor het concept '
Smart Sector Integration’ (Slimme sectorintegratie). Daarin zal waterstof zeker een 'prominente plaats' innemen. Afhankelijk van de ontwikkelingen op dit gebied kunnen nieuwe initiatieven binnen het BHG ontstaan, met name in het kader van de denkoefening, de implementatie en nodige omzettingen naar aanleiding van de evolutie van het Europese kader.


6)

Zie antwoord op vraag 4.


7)

Hierbij enkele zaken waarmee rekening moet gehouden worden om de verschillende bronnen voor waterstofproductie te evalueren:

- het is vooral belangrijk om groene waterstof te stimuleren. Wij zijn eerder terughoudend ten aanzien van blauwe waterstof en zijn tegen elke vorm van steun voor grijze waterstof.
- het gebruik en de opslag van waterstof (ongeacht zijn herkomst) moet op een veilige manier gebeuren vanwege het risico op lekken, brand en zelfs ontploffingen. De noodzakelijke aanwezigheid van compressoren in de laadstations voor waterstof leidt ook tot aanzienlijke geluidsoverlast. Deze factoren maken de installatie van deze stations complex in de zeer dichte context van ons gewest.

Al deze vragen brengen ons tot de kwestie van "turquoise" waterstof. Deze oplossing is voornamelijk gebaseerd op aardgas, maar in theorie ook op biogas, en gebeurt via methaanpyrolyse waardoor waterstof en koolstof (niet CO2) ontstaan. Koolstofrecuperatie zou hierbij lukken via verschillende toepassingen, zoals additieven voor staalproductie, het vullen van banden, de productie van grafiet of kleurstoffen. Men wil in de eerste plaats de transformatieprocessen optimaliseren door geen afval te produceren.

Dit proces, dat nog steeds experimenteel is, vereist echter methaan, een gas met een hoog aardopwarmingsvermogen. Biomethanisering zou ongetwijfeld kunnen bijdragen tot deze sector maar de extra kosten zijn aanzienlijk en minder afval produceren blijft belangrijker dan de methanisering. Bovendien lijkt het erop dat dit proces zeer hoge temperaturen vereist en dus een aanzienlijke hoeveelheid energie vergt. Ik heb aldus gemengde gevoelens over het concept van turquoise waterstof.


8)

Om uw zeer algemene vraag te beantwoorden, wil ik een aantal belangrijke principes schetsen:

- Ons energieverbruik verminderen blijft het allerbelangrijkste;
- De drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen moet wereldwijd en op lokaal of regionaal niveau worden bereikt;
- het is zinvoller om rechtstreeks elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te gebruiken dan ze om te zetten in waterstof, wat grote energieverliezen met zich meebrengt (omzetting, opslag, vervoer, opwekking);
- De energie-efficiëntie van waterstof als brandstof is sowieso geringer dan die van alle andere motortechnologieën;
- Alvorens grote productieplannen te lanceren, moet eerst bekeken worden of waterstof een noodzaak vormt. In dit stadium lijkt deze behoefte vooral te ontstaan in subsectoren waar directe elektrificatie of substantiële reducties van broeikasgasemissies vanuit technisch oogpunt ingewikkeld zijn (bijv. zeevervoer - vandaar bovenstaande verwijzing betreffende de BENELUX WG - of goederenvervoer over de weg over lange afstand);
- Wat de steun (voor de productie) betreft, zou alleen groene waterstof, gekoppeld aan een intelligent beheer van het overschot aan groene elektriciteit op het net, in aanmerking moeten komen.

Waterstof is dus geen geniale oplossing voor al onze energie- en klimaatproblemen, noch is het een
wondermiddel. Dit gas zal desalniettemin in overeenstemming met andere energiedragers en in het kader van de ontwikkeling van een energiezuinige economie zonder fossiele brandstoffen een rol spelen in de energiemix van 2050.

Ter herinnering, de bijdrage van het gewest tot het Nationaal Energie- en Klimaatplan 2021 - 2030 (NEKP) dat op 18 december jongstleden aan het parlement werd voorgesteld, vermeldt waterstof als een oplossing en als een van de alternatieven voor zero emissievoertuigen op langere termijn:
“Tot deze alternatieven behoren uiteraard elektrische voertuigen die al beschikbaar zijn. Op lange termijn kunnen echter nog andere pistes interessant zijn, bijvoorbeeld die van de voertuigen op waterstof of CNG […]”. (p.13).

Op nationaal niveau, voorziet het NEKP 2021-2030, dat op 18 december 2019 door het Overlegcomité werd goedgekeurd, dat de afstemming van de verschillende sectoren op gecoördineerde wijze dient te gebeuren: “
Hoewel het vandaag nog te vroeg is om de doelstellingen voor 2030 te verduidelijken, is het daarentegen van essentieel belang dat de vier entiteiten [n.v.d.r.: namelijk het federaal niveau en de drie gewesten] het eens raken over een stappenplan voor de progressieve implementatie van power-to-gaz” (p.17)