Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende hernieuwbare energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 316)

 
Datum ontvangst: 19/05/2020 Datum publicatie: 23/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De toename van hernieuwbare energiebronnen is weliswaar vertraagd, maar ze waren vorig jaar goed voor bijna drie vierde (72%) van de bijkomende energiecapaciteit in de wereld volgens een rapport van het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie (Irena) dat begin april 2020 is verschenen.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Wat is de situatie in Brussel?

- Wat is het aandeel van de hernieuwbare energie in Brussel?

- Hoe groot is de toename van de hernieuwbare energie in het Brussels Gewest?

- Hoeveel investeert de Brusselse regering in hernieuwbare energie?

- Waartoe heeft de Brusselse regering zich verbonden op het vlak van hernieuwbare energie?

- Zou hernieuwbare energie een van de oplossingen kunnen zijn voor de relance van de economie? Wat is de situatie in het Brussels Gewest?

- Zal de Brusselse regering de investeringen verhogen en de overschakeling op hernieuwbare energie versnellen?
 
 
Antwoord    1)
In 2017, het laatste jaar waarvoor de cijfers van de gewestelijke Energiebalans beschikbaar zijn, bedroeg de toename van het elektrisch vermogen 9,74 MW, waarvan 94% afkomstig was uit hernieuwbare bronnen (fotovoltaïsch).

De toename van het thermisch vermogen uit hernieuwbare bronnen (thermische zonne-energie en warmtepompen) bedroeg in dezelfde periode 0,18 MW. Deze toename kan niet in verhouding worden geplaatst tot de toename van het thermisch vermogen uit niet-hernieuwbare bronnen (gasketels bijvoorbeeld), die momenteel niet bekend is.

2)
In 2017 en volgens de Europese rapporteringsmethodologie waren de hernieuwbare energiebronnen goed voor 2,7% (528 GWh) van de beschikbare energie voor het eindverbruik in het Gewest. Dit omvat de toevoeging van biobrandstoffen, wat een federale bevoegdheid is, maar niet de energie die onder een ‘groen’ leveringscontract valt (alleen de op het Brussels grondgebied geproduceerde energie en de biobrandstoffen worden in aanmerking genomen).

3)
Tussen 2008 en 2017 is het verbruik van hernieuwbare energie met meer dan 350% gestegen, van 116 tot 528 GWh (met een stijging van 6% tussen 2016 en 2017). De volgende tabel vat deze evolutie samen, per type energiebron.




Evolutie beschikbare hernieuwbare energie voor eindverbruik per type energiebron, uitgezonderd geïmporteerde elektriciteit

Warmte/Stoom uit hernieuwbare bronnen – Bio-ethanol – Hout – Elektriciteit uit hernieuwbare bronnen – Biodiesel

GWh - Jaar


4)
In 2019 heeft Leefmilieu Brussel energiepremies toegekend voor de installatie van warmtepompen (verwarming en sanitair warm water) en thermische zonneboilers voor een totaalbedrag van 155.610,64 euro.

Er moet ook worden opgemerkt dat fotovoltaïsche energie, warmte-krachtkoppeling en de productie van groene stroom in de verbrandingsoven van Neder-over-Heembeek worden ondersteund door het systeem van groenestroomcertificaten. De handel wordt door Brugel geschat op 54 miljoen euro voor 2018. Dit systeem wordt gefinancierd door de elektriciteitsrekening van de Brusselse verbruikers en komt dus niet uit de gewestelijke begroting.

In 2017 heeft de regering het project SolarClick opgestart, dat tot doel heeft om tussen 2017 en 2020 ongeveer 12,5 MWp aan fotovoltaïsche panelen (wat overeenkomt met een geschatte jaarlijkse productie van 11 GWh) te installeren op de daken van gemeentelijke en gewestelijke openbare gebouwen. Het beschikbare budget voor dit programma bedraagt 19.163.411 euro, maar het genereert ook inkomsten voor het Gewest, dat eigenaar blijft van de panelen, via de toegekende groenestroomcertificaten.

5)
In de gewestelijke bijdrage aan het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP), gevalideerd door de regering op 24 oktober 2019, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich ertoe verbonden zijn jaarlijks verbruik van hernieuwbare energie die op het Brusselse grondgebied wordt geproduceerd, te verhogen tot 470 GWh tegen 2030. Volgens de meest recente prognoses van Leefmilieu Brussel zal de lokale productie van hernieuwbare energie in 2020 naar verwachting 330 GWh bedragen. De doelstelling voor 2030 vertegenwoordigt dus een groeidoelstelling van meer dan 40%.

Gezien het beperkte potentieel van hernieuwbare energie op het gewestelijke grondgebied en het hoge aandeel van ingevoerde energie, heeft de regering zich in het NEKP ook verbonden tot het opzetten van een strategie van investeringen in productie-installaties van hernieuwbare energie buiten het Brusselse grondgebied. Deze strategie moet het mogelijk maken om de Brusselse productie aan te vullen met een jaarlijkse productie van 700 GWh vanaf 2030.

Ten slotte heeft de regering zich er via het NEKP toe verbonden om, naast andere maatregelen om de hernieuwbare productie in Brussel te verhogen, een biomethanisatie-eenheid op te richten op het gewestelijke grondgebied. Alleen het Brusselse afval zou in deze installatie worden verwerkt voor een productie die zou variëren van 15 GWh/jaar in geval van terugwinning van biogas in een warmte-krachtkoppelingsinstallatie tot 19 GWh/jaar in geval van injectie van biomethaan in het gasdistributienetwerk.

6)
Deze kwestie wordt momenteel besproken binnen de regering. Om de investeerders van wie de fotovoltaïsche panelen wegens de coronaviruscrisis niet konden worden geïnstalleerd niet te benadelen, is echter besloten de inwerkingtreding van de nieuwe vermenigvuldigingscoëfficiënten van de aan de fotovoltaïsche installaties toegekende groenestroomcertificaten uit te stellen van 1 juni 2020 naar 1 januari 2021.



7)
Gezien de hierboven beschreven ambitieuze doelstellingen is de regering inderdaad van plan de investeringen in hernieuwbare energie te verhogen.