Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de afbetalingsplannen voor LEZ-boetes.

Indiener(s)
Hilde Sabbe
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 320)

 
Datum ontvangst: 25/05/2020 Datum publicatie: 01/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het antwoord op een eerdere schriftelijke vraag aan u vernam ik volgende cijfers over LEZ-inbreuken: in 2018 werden 1.417 waarschuwingen en 572 boetes verstuurd. In 2019 waren er 5.981 waarschuwingen en 7.592 boetes.

Daarvoor werden 80 afbetalingsplannen aangevraagd in 2018, in 2019 570. In totaal ontvingen bijna 478 personen ŽŽn (of meer) van deze plannen.

De verwittigingsbrieven en boetes hebben een ontradend effect. Vanaf dat de boetes ingingen in 2018 waren er gemiddeld 45 overtredingen per dag. In 2019 werden de toegangscriteria verstrengd. Het aantal overtredingen daalde tot gemiddeld 260 per dag.

Overtredingen begaan door voertuigen ingeschreven in het buitenland werden ten tijde van uw antwoord nog niet beboet. Er was nog geen protocol voor informatie-uitwisseling bestaat tussen Belgi‘ en zijn buurlanden.

Mijn vragen:

- Hoeveel waarschuwingen zijn er tot hiertoe in 2020 verstuurd? Wat is het gemiddelde per dag?

- Hoeveel afbetalingsplannen lopen momenteel? Wat is het totaalbedrag dat moet worden afbetaald en de gemiddelde looptijd? Hoeveel bedraagt de aflossing per maand?

- Is de verhouding afbetalingsplannen t.o.v. het aantal boetes gelijk voor alle gewesten (waar het voertuig is ingeschreven)? Graag een opsplitsing in Brussel, Walloni‘ en Vlaanderen.

- Wat is het profiel van de personen die een afbetalingsplan vragen (woonplaats, gezinssamenstelling, sociaaleconomische situatie)?

- Het is mogelijk dat er bij ŽŽn persoon meerdere afbetalingplannen lopen. Hoeveel personen zijn in dat geval en hoe hoog is het bedrag dat ze moeten aflossen?

- Hoe ver staat het met het protocol voor informatie-uitwisseling tussen Belgi‘ en zijn buurlanden? Graag een stand van zaken.
 
 
Antwoord    1)
Op 1 januari 2020, werden de LEZ-toegangscriteria verstrengd, waarbij “Euro 3”-dieselvoertuigen voortaan niet meer mogen rondrijden op het grondgebied van het Gewest.

Er was een overgangsperiode van 3 maanden tot 31 maart voorzien zodat er waarschuwingsbrieven konden worden verstuurd.

Deze periode werd echter onderbroken door de COVID-crisis.

Zo hebben in België ingeschreven “Euro 3”-dieselvoertuigen die in de LEZ rondreden tussen 1 januari en 13 maart (startdatum van de federale COVID-maatregelen) een waarschuwingsbrief ontvangen van Brussel Fiscaliteit.

In deze periode, werden 11.051 brieven verstuurd.

In januari 2020, vertegenwoordigden de “Euro 3”-dieselvoertuigen gemiddeld 1,5% van het totaal aantal dagelijks rondrijdende voertuigen dat door de camera's werd vastgelegd, hetzij ongeveer 4.100 voertuigen per dag.

Begin maart - vóór de lockdown - vertegenwoordigden deze voertuigen 1,0% van het totaal aantal dagelijks rondrijdende voertuigen, hetzij ongeveer 3.200 voertuigen per dag.

We stellen dus vast dat de automobilisten zich, zoals gepland, aanpassen aan de verstrenging van de criteria.

Ter vergelijking, vertegenwoordigden deze voertuigen bij de invoering van de LEZ in september 2018, nog 5% van het totaal aantal rondrijdende voertuigen.

Dit is een positieve evolutie die het mogelijk maakt om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen aanzienlijk te verminderen, wat goed nieuws is voor de volksgezondheid.

Er werd voorzien om de LEZ-boetes te hervatten op 01/07/2020.

In dit verband, zullen niet-conforme voertuigen die vanaf 13 maart hebben rondgereden in de LEZ ook een aangepaste waarschuwingsbrief ontvangen.

Er werd eveneens een grote communicatiecampagne gelanceerd om ervoor te zorgen dat alle Brusselse actoren perfect op de hoogte zijn van deze hervatting.


2)
Voor deze vraag, dient u zich te richten tot mijn collega, Mijnheer de Minister Sven Gatz.


3)
Voor deze vraag, dient u zich te richten tot mijn collega, Mijnheer de Minister Sven Gatz.


4)
Voor deze vraag, dient u zich te richten tot mijn collega, Mijnheer de Minister Sven Gatz.


5)
Voor deze vraag, dient u zich te richten tot mijn collega, Mijnheer de Minister Sven Gatz.


6)
Om in het buitenland ingeschreven voertuigen die rondrijden in de LEZ te kunnen bestraffen via ANPR-camera's, is het noodzakelijk om de persoonsgegevens van de voertuigeigenaar en de technische kenmerken van het voertuig (Euro-norm, brandstof, eerste inschrijvingsdatum en categorie) te kennen.

Vandaag beschikt Brussel Fiscaliteit (via de DIV) over deze gegevens voor in België ingeschreven voertuigen, maar helaas niet voor in het buitenland ingeschreven voertuigen.

Voor deze voertuigen geldt nu echter een registratieverplichting via het formulier dat beschikbaar is op de website
www.lez.brussels.

Deze registratie is gratis en gebeurt automatisch.

Zij biedt het Gewest de mogelijkheid om over de kenmerken van het voertuig te beschikken, maar niet over gegevens van de eigenaar.

Voor Nederland, werd van deze verplichting afgezien, aangezien de technische kenmerken van de voertuigen in open data beschikbaar zijn.

België heeft bilaterale akkoorden met Nederland en Frankrijk voor de uitwisseling van informatie over verkeersovertredingen.

Deze akkoorden hebben ook betrekking op LEZ-overtredingen.

In dit kader, is het door de ontwikkeling van een webservice met de DIV mogelijk om toegang te krijgen tot de persoonsgegevens van de voertuigeigenaren.

Deze stroom maakt het momenteel echter niet mogelijk om de technische kenmerken van de voertuigen te kennen voor de controle van de toegangscriteria.

Deze situatie zou echter moeten evolueren: een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen wordt momenteel op federaal niveau goedgekeurd.

Dit wetsontwerp strekt ertoe de uitvoering mogelijk te maken van een Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende een Europees voertuig- en rijbewijsinformatiesysteem (EUCARIS).

Dit document heeft met name tot doel bijstand te verlenen bij preventie, opsporing en vervolging van overtredingen van de wetten van individuele Staten op het gebied van rijbewijzen, voertuigregistraties en van andere met voertuigen verband houdende fraude en criminaliteit (artikel 2, 2, II van het voornoemd Verdrag).

Een van de doelstellingen van dit protocol is de uitwisseling van nationale registratiegegevens via de nationale contactpunten met andere diensten dan politie, douane, justitie en staatsveiligheid (die aanvankelijk onder het EUCARIS-Verdrag vielen).

Het nationale contactpunt voor België is de DIV.

De landen die partij zijn bij het EUCARIS-Verdrag zijn België, Duitsland, Letland, Luxemburg, Nederland, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk.

Het voornoemd wetsontwerp maakt het mogelijk om te beschikken over gegevens van derde landen in het kader van lage-emissiezones, op voorwaarde dat deze gegevensuitwisseling gebaseerd is op het wederkerigheidsbeginsel tussen de betrokken landen.

Zodra deze wettelijke voorziening door België werd goedgekeurd (ratificatie van het protocol en goedkeuring van de wet, die worden bemoeilijkt door de beperkte bevoegdheden van de huidige federale regering) en de DIV is overgegaan tot de nodige IT-ontwikkelingen, zal het mogelijk zijn om toegang te vragen tot de gegevens die nodig zijn om de in Nederland en waarschijnlijk ook in Luxemburg ingeschreven voertuigen te kunnen controleren.

Wat Frankrijk betreft, zijn er binnen de Benelux werkzaamheden aan de gang, aangezien dit land tot op heden het EUCARIS-protocol nog niet heeft ondertekend.

Tegelijkertijd werkt Brussel samen met vele andere Europese steden die ook lage-emissiezones hebben ingevoerd (met name binnen de POLIS- en Eurocitiesnetwerken) aan een sensibilisering van de Europese Unie voor het belang van de aanpassing van de Europese wetgeving om een geautomatiseerde controle mogelijk te maken.

In dit verband, wordt in de "EETS"-Richtlijn 2019/520 van 19 maart 2019 (betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter vergemakkelijking van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie) het volgende bepaald:
"Uiterlijk op 19 april 2023 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging en de gevolgen van deze richtlijn [...] Het verslag gaat indien nodig vergezeld van een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad tot nadere herziening van deze richtlijn, met name met betrekking tot de volgende elementen: […] c) de uitbreiding van de bepalingen ter facilitering van grensoverschrijdende handhaving tot lage-emissiezones, beperkt toegankelijke zones of andere regelingen om de toegang van voertuigen te reguleren.”.

Deze inspanningen lijken dus hun vruchten af te werpen.

Tegelijkertijd houdt Brussel Fiscaliteit een denkoefening met betrekking tot de mogelijkheid om mobiele controleteams op te richten die zouden kunnen worden ingezet om de conformiteit van in het buitenland geregistreerde voertuigen te controleren, los van de bilaterale akkoorden.