Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de weerslag van het toegenomen gebruik van de door Leefmilieu Brussel beheerde groene zones wegens de COVID-19-crisis.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 323)

 
Datum ontvangst: 27/04/2020 Datum publicatie: 03/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 02/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De COVID-19-crisis en de daaruit volgende maatregelen om onze medeburgers te beschermen, hebben ertoe geleid dat onze parken en wouden meer worden gebruikt dan gewoonlijk. Inderdaad, met goed weer gaan veel Brusselaars met recht naar deze verschillende groene zones. Toch lijkt het erop dat deze massale toestroom ernstige gevolgen heeft voor de biodiversiteit van de parken, wouden en natuurreservaten die door Leefmilieu Brussel worden beheerd.

Graag een antwoord op volgende vragen ter zake:

- Wat kan u ons zeggen over het gedrag van de "afgezonderde" personen in de parken en wouden die door Leefmilieu Brussel worden beheerd?

- Wat zijn de belangrijkste problemen met het toegenomen gebruik van deze groene zones sinds het begin van de lockdown? Wat is de impact op de biodiversiteit?

- Welke zones zijn het meest getroffen?

- Welke strategieën worden al toegepast om deze verstoringen na de lockdown te verzachten?

- Werd voorzien in extra parkwachters en boswachters omdat de werklast aanzienlijk toeneemt?

- Welke specifieke veiligheidsmaatregelen werden voor deze actoren getroffen? Werd specifieke beschermingsuitrusting verspreid? Zo ja, kunt u ons dan informeren over het soort uitrusting en de verstrekte hoeveelheid?
 
 
Antwoord    1)

Wat de parken betreft, is het publiek vanaf het begin van de inperking in groten getale naar de parken getrokken.

Hoewel de gebruikers van de groene ruimten over het algemeen de gezondheidsinstructies in acht namen, zijn er sommige bijeenkomsten vastgesteld en in de ruimten die zich voor sportbeoefening lenen, waren er spanningen met joggers en/of fietsers die minder aandacht hadden voor de gezondheidsmaatregelen. De instructie om voortdurend in beweging te blijven, die tijdens de inperking werd opgelegd, werd niet altijd gerespecteerd, waarbij sommigen wilden gaan zitten of liggen, met name om van de zon te genieten. Daarnaast lijkt er een zekere verwarring te zijn ontstaan bij sommige gebruikers die, afhankelijk van het feit of ze te maken hadden met parkwachters dan wel de politie, geconfronteerd werden met een soms verschillende interpretatie van de toe te passen instructies in de groene ruimten, afhankelijk van de gemeente en de politiezone. Dit was vooral merkbaar bij het gebruik van de banken.

Van bij het begin van de afbouw van de maatregelen, is het publiek vrijer omgegaan met de instructies, had het minder aandacht voor de sociale afstand en was het vaak ongeduldig om te kunnen terugkeren naar een normaler gebruik van de groene ruimten en hun sport- en vrijetijdsinfrastructuur. De groene ruimten lijken door het publiek vaak als minder dwingend te worden ervaren als het gaat om de naleving van de gezondheidsinstructies, vandaar de vaak waargenomen neiging om er de gezondheidsinstructies lichter op te vatten.

Het bos is geconfronteerd met een aanzienlijke toename van het aantal bezoekers door een nieuw publiek dat meer gewend is aan het frequenteren van parken dan het bos en dat daardoor niet vertrouwd is met de bezoekregels van deze kwetsbare omgeving.


2)

In de parken zijn, ondanks de voortdurende tussenkomsten van de parkwachters, de volgende feiten vastgesteld:

· Bepaalde spanningen tussen de verschillende soorten gebruikers, die de groene ruimten gebruiken voor verschillende behoeften en met verschillende ritmes, wat de andere gebruikers kan storen: gezinnen met of zonder kinderen, sporters, wandelaars met of zonder hond, personen met beperkte mobiliteit, frequente en meer occasionele bezoekers;
· Een neiging van de kant van sommige gebruikers om de paden te verlaten om de massieven in te trekken, om zo te voorkomen andere personen te kruisen;
· Sommige ouders met kinderen die meer dan gewoonlijk de dieren willen benaderen, of ze zelfs voederen;
· Een toename van de hoeveelheid achtergelaten vuilnis en leeg te maken vuilnisbakken;
· Gezien de sluiting van cafés en restaurants, een toegenomen gebruik van de groene ruimten voor de consumptie van in winkels gekocht en take away voedsel en drank, wat veel afval genereert;
· Een regelmatige verwijdering van bepaalde afbakeningslinten, met name rond sportinfrastructuur, agora's en speeltuinen;
· Ondanks het verbod op toegang, aanwezigheid en gebruik door sommige personen van deze sportinfrastructuur, agora's en speeltuinen;
· Gebrek aan respect van sommige personen voor de parkwachters wanneer ze worden opgeroepen om de gezondheidsinstructies te respecteren, zelfs tot agressie toe, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van de speeltuinen;
· Sommige ruimten moesten tijdens bepaalde delen van de dag of tijdens de hele inperkingsperiode geheel of gedeeltelijk worden afgesloten om de toestroom van gebruikers te beperken. Sommige ruimten werden volledig gesloten omdat ze niet aangepast zijn aan de veiligheidsafstanden (Zavel, Zennepark), andere werden ‘s avonds gesloten (Georges Henripark, Tenboschpark, Hallepoortpark).
· In het bos heeft het publiek veelvuldig de paden verlaten om in het kreupelhout te wandelen en de honden te laten lopen tot in de vijvers die als natuurreservaat zijn beschermd. De vegetatie werd veelvuldig vertrapt en er zijn veel onofficiële paden ontstaan. Ook watervogels (en amfibieën) die aan het nestelen waren, werden gestoord door de honden in de vijvers.

Door de onverwachte COVID-19-crisis en de daaropvolgende maatregelen zijn de monitoring- en surveillance-activiteiten van de biodiversiteit enigszins verstoord geraakt, wat maakt dat we eigenlijk weinig betrouwbare data hebben om formeel op deze vraag te antwoorden.

Door het stilvallen van het publieke leven in de stad zelf kon worden vastgesteld dat sommige soorten zich anders gingen gedragen en dat op sommige plaatsen de natuur haar rechten terugeiste.

Anderzijds hebben er nog nooit zoveel mensen gewandeld in parken en bossen, wat zorgt voor een nooit geziene druk op de groene ruimten.


3)

Vanuit het oogpunt van het parktoezicht: alle groene ruimten die meestal al erg druk zijn, zijn bijzonder druk bezocht, wat problemen heeft opgeleverd voor de naleving van de gezondheidsmaatregelen, om verschillende redenen, die te maken hebben met :

· hun configuratie (smalle paden die het moeilijk maken om de sociale afstand te respecteren, zoals in het Tenboschpark, of rechte paden die uitnodigen tot joggen en fietsen, zoals op de Spoorwegwandeling in Oudergem-Woluwe)
· de hoge bevolkingsdichtheid en de schaarste aan groene ruimten in de omgeving (parken in het centrum of het Georges Henripark);
evenals de delen van het bos die rechtstreeks in contact staan met de stad, in de nabijheid van de renbaan van Bosvoorde en het Rood Klooster.


4)

Het toezichthoudend personeel doet zijn best om dit nieuwe publiek bewust te maken van de gevolgen van problematisch gedrag om het aan te moedigen meer respect te tonen voor deze kwetsbare natuur.

Er wordt nagedacht over het beheer van het samengaan van wandelaars en fietsers op de Spoorwegwandeling.


5)

Leefmilieu Brussel heeft geen extra personeel ingezet om deze situatie aan te pakken:

· Sommige wachters hebben overuren gepresteerd (langere dagen of extra weekends).
· De inperking begon ongeveer 15 dagen vóór de periode waarin Leefmilieu Brussel seizoenarbeiders voor een periode van zes maanden kon aanwerven (indiensttreding gepland op 1 april). Daarom is aan degenen die dat wensten voorgesteld om eerder in dienst te treden: 13 van hen hebben aanvaard (11 wachters en 2 netheidswerkers) en zijn op 23 maart in dienst getreden. 9 andere zijn begonnen op 26 maart, 3 op 16 april en de laatste is begonnen op 16 mei. Sommige kandidaten hebben de functie geweigerd vanwege de nabijheid van het publiek.


6)

Wat het parktoezicht betreft:

o Om te voorkomen dat de medewerkers het openbaar vervoer moesten gebruiken tijdens de spitsuren, hebben zij bij het begin van de inperkingsperiode de mogelijkheid gekregen om in overleg met de teamleider het begin van hun dienst te verschuiven;
o Aan de medewerkers zijn zeer gedetailleerde instructies gegeven, en in de lokalen aangebracht, met betrekking tot het gebruik van de lokalen, het materiaal en de voertuigen (er zijn extra voertuigen en fietsen ter beschikking gesteld aan bepaalde teams om ervoor te zorgen dat ze hun opdracht veilig en met inachtneming van de vereiste 1,5 m afstand kunnen uitvoeren), het bewaren van een sociale afstand tot collega's en het publiek, de hygiëne en het wassen van de handen, het tweemaal per dag schoonmaken van deurkrukken, tafels, pauzeplekken, bekers, enz., specifieke procedures in geval van symptomen of afwezigheid door ziekte, alsook voor de eerstehulpverlening aan gebruikers.
o Er is voor ondersteuning van de teams gezorgd tijdens bijzondere spanningen in verband met hun ervaring in de parken of naar aanleiding van verdenkingen van ziekte bij collega's of hun familieleden.
o Er is voorzien in beschermings- en ontsmettingsmateriaal:
- in eerste instantie zijn 96 dozen met 150 ontsmettingsdoekjes voor de handen verdeeld, als tijdelijke oplossing voor het algemene tekort aan hydroalcoholische gels;
- flessen hydroalcoholische gels van 100 en 300 ml: 274 flessen van 300 ml en 87 flessen van 100 ml zijn verdeeld zodra de voorraad geleverd was;
- ontsmettende oppervlaktesprays: 97 sprays;
- extra grijpers voor afvalinzameling: 33 grijpers;
- flessen zeep van 500 ml voor de lokalen en de voertuigen, met voor de voertuigen waterbussen van 5 liter met een kraantje; 28 flessen zeep en 7 bussen;
- dozen met 100 wegwerphandschoenen: 188 dozen;
- wasbare stoffen maskers (4 per medewerker) zijn verstrekt zodra ze beschikbaar waren (aan het einde van de inperking).

Voor het bospersoneel zijn er voldoende maskers aan het toezichthoudend personeel bezorgd om de veiligheid te garanderen, evenals hydroalcoholische gel.