Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de versoepeling van de waardeberekening van geërfde aandelen

Indiener(s)
Marc-Jean Ghyssels
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 119)

 
Datum ontvangst: 08/05/2020 Datum publicatie: 01/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Vlaanderen heeft onlangs de waardeberekening van de geërfde aandelen versoepeld na de rechtstreekse gevolgen van de coronacrisis voor de Bel20. De kleine houders, van bescheiden erfenissen, die heel vaak de beurs niet dagelijks volgen, zullen er ongetwijfeld de eerste slachtoffers van zijn. Die waardedaling van de Bel20 (tot 40% ten opzichte van midden februari) houdt in dat degenen die aandelen zullen erven waarvan de waarde drastisch is gedaald, successierechten riskeren te betalen op een hoger bedrag dan wat de aandelen waard zijn op het ogenblik van de erfenisaangifte. In extreme gevallen kan het verschil zo groot zijn dat zelfs de opbrengst van de verkoop van de effecten niet meer volstaat om de erfbelasting te betalen.

Om dat klassieke probleem te verhelpen, heeft Vlaanderen beslist om de erfgenamen tijdelijk toe te staan om te kiezen voor de waarde van de aandelen tot 3 maanden na de dag van overlijden. Ter herinnering, hadden de Gewesten tijdens de financiële crisis van 2008 een vergelijkbare maatregel genomen, die voorzag in de mogelijkheid om effecten tot 5 maanden na de dag van overlijden te waarderen.

- Hoe zit dat voor ons Gewest? Zijn er plannen om dezelfde soort tijdelijke toestemming te geven voor de waardering van de in Brussel genoteerde effecten?

- Zou het, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden, niet mogelijk zijn om een vergelijkbare maatregel te nemen als tijdens de crisis van 2008?
 
 
Antwoord    Teneinde plotse waardedalingen van financiële instrumenten op de volatiele beurzen op te vangen, voorziet artikel 21, III, van het Brusselse Wetboek der successierechten heden in drie keuzemogelijkheden voor de waardering van zulke financiële instrumenten : op de dag van het overlijden, of één maand na het overlijden, of twee maanden na het overlijden. Voor alle effecten moet wel dezelfde datum worden gekozen. Deze afwijking van de algemene regel dat de waarde van de nagelaten goederen wordt geschat op het moment van het overlijden dateert reeds van vóór de regionalisering van de successierechten.

In 2009 werd, om de impact van de toenmalige financiële crisis enigszins te verzachten, deze bestaande regeling via een parlementair initiatief inderdaad uitgebreid en konden de erfgenamen tijdelijk kiezen uit een datum die kon gaan tot de laatste dag van de vijfde maand na het overlijden Deze bijkomende opties voor de erfgenamen golden voor nalatenschappen die in Brussel openvielen tussen 1 mei 2008 en 31 december 2009.

De huidige gezondheidscrisis bracht eveneens een crisis op de beurs teweeg waardoor het Vlaams Gewest inderdaad tijdelijk heeft voorzien in een extra mogelijk waarderingsmoment. Naast de al bestaande keuze tussen de slotkoers op de dag van het overlijden, of de slotkoers één maand of twee maanden later, wordt de slotkoers drie maanden na het overlijden als vierde optie toegevoegd. Deze bijkomende keuzemogelijkheid geldt er voor overlijdens tussen 13 november 2019 en 30 september 2020.

Een gelijkaardige versoepeling voor nalatenschappen die openvallen in Brussel werd in april jl., in het kader van de coronacrisis, tweemaal besproken in een interkabinettenwerkgroep ad hoc. Er werd beslist de evolutie van de beurskoersen af te wachten. Tot nader order behoudt ook het Waals Gewest de huidige drie keuzemogelijkheden.