Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende bijwerkingen van de investeringsplannen van de wateroperatoren.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 343)

 
Datum ontvangst: 03/06/2020 Datum publicatie: 17/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 26 maart 2020 heeft de Brusselse regering, op uw voorstel, de bijwerkingen van de investeringsplannen van de wateroperatoren goedgekeurd onder voorbehoud van verduidelijkingen van de ramingen van de cijfers, eventuele aanpassingen van de huidige en toekomstige projecten, in het bijzonder de projecten betreffende de stormbekkens, en onder voorbehoud van de opmerkingen van Leefmilieu Brussel over de uitvoering van de investeringen.

Daarover had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Welke verduidelijkingen en aanpassingen moeten aangebracht worden?

- Welke aanpassingen moeten aangebracht worden met betrekking tot de stormbekkens?

· Worden er projecten afgeblazen of uitgesteld?
· Zo ja, waarom? Wat zijn dan de alternatieven?
· Welke opmerkingen heeft Leefmilieu Brussel gemaakt?
 
 
Antwoord    1)

De regering heeft gevraagd dat de BMWB en, in mindere mate, Vivaqua in het kader van de heroriëntering van de stormbekkenprojecten rekening zouden houden met de analyse die Leefmilieu Brussel heeft gemaakt van de meerjareninvesteringsplannen van de wateroperatoren. Deze analyse heeft betrekking op de relevantie van de investeringen in het licht van de doelstellingen die uit het Waterbeheerplan voortvloeien.

Het Waterbeheerplan 2016-2021 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevat in zijn vijfde pijler met betrekking tot het overstromingsbeheer een prioritaire actie die erop gericht is het meerjarenprogramma voor de aanleg van stormbekkens voort te zetten.

De strategie voor de toepassing van het regenwaterbeheer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is sindsdien gedetailleerd in een nota, de zogenaamde nota ‘Referentie-regenval’, die in 2018 door Leefmilieu Brussel werd opgesteld en door alle operatoren die deel uitmaken van het coördinatieplatform voor de wateractoren en -operatoren werd goedgekeurd.

Samengevat herinnert deze nota eraan dat het doel van de retentiestructuren, alle 'netwerken' samen (grijs netwerk, waartoe de stormbekkens behoren, en regennetwerk) is om - rekening houdend met hun gecombineerde acties - een regenval die zich eens om de 20 jaar voortdoet, te kunnen opvangen. De versterking van het grijze netwerk door de aanleg van grote stormbekkens moet het immers mogelijk maken om de tekortkomingen van de netwerken die verband houden met een sterke en snelle historische ondoorlaatbaarheid van het grondgebied te compenseren.

Bijgevolg strekken de door de operatoren aan te brengen preciseringen ertoe de hypothesen die gebruikt zijn om de investeringsbedragen te becijferen, te verduidelijken. Deze zullen namelijk afhangen van de keuzes die gemaakt worden voor de dimensionering van de structuren (referentie-regenval, enz.), maar ook van de uitvoeringsmethoden (keuze van een techniek in plaats van een andere of een locatie in plaats van een andere). De eventueel gevraagde aanpassingen hebben betrekking op de manier waarop deze projecten zullen worden uitgevoerd, met name de planning, maar ook de manier waarop de operatoren de plaatselijke en gewestelijke overheden (waaronder Leefmilieu Brussel) willen betrekken.

Opgemerkt moet worden dat de regering sindsdien, in overeenstemming met de algemene beleidsverklaring van het Gewest, naar alternatieven voor stormbekkens heeft gezocht. Zo krijgt de ontwikkeling van het blauwe netwerk en van technieken die voortkomen uit het geïntegreerd regenwaterbeheer voortaan voorrang op het grijze netwerk en de aanleg van stormbekkens. Deze elementen waren nog niet voldoende ontwikkeld of volgroeid toen de Brusselse regering in maart jongstleden de geactualiseerde investeringsplannen van de operatoren goedkeurde.


2)

De hydraulische studies die voor de dimensionering van deze projecten zijn gebruikt, zijn nu ongeveer tien jaar oud. Sindsdien zijn er in de stroomgebieden van deze structuren een reeks nieuwe projecten (openbare en private) uitgevoerd, waarmee vertragingsvolumes worden gecreëerd, maar die ook leiden tot een toenemende verdichting en ondoorlaatbaarheid van de wijken. Daarnaast zijn de gebruikte neerslagstatistieken ook geëvolueerd om rekening te houden met de gevolgen van de klimaatverandering. Al deze evoluties hebben tot gevolg dat de studies van deze projecten moeten worden bijgewerkt om de noodzakelijke vertragingsvolumes opnieuw te evalueren.

Daarnaast is de oorspronkelijke locatie van deze structuren vaak niet meer toegankelijk of stuit deze op plaatselijk verzet, zodat ook nieuwe studies nodig zijn om de projecten te verplaatsen en/of de uitvoeringstechnieken opnieuw te evalueren (bijvoorbeeld door gebruik te maken van een ondergronds alternatief in plaats van een opening aan de oppervlakte).

Soms heeft dit plaatselijke verzet ook betrekking op de weigering van de bevolking/burgergroepen om de bouw van een stormbekken te zien en de gevolgen van een dergelijke structuur voor het milieu (van de bescherming van de biodiversiteit tot de aantasting van de bodem, onder andere). Ze zijn vaak eerder te vinden voor voorgestelde alternatieven, zoals de technieken die voortvloeien uit het geïntegreerd regenwaterbeheer, die over het algemeen milieuvriendelijker zijn en de ‘natuurlijke’ loop van het water bevorderen door de rechtstreekse lozing ervan in de afwateringssystemen te vermijden.


3)

Zoals de zaken er nu voorstaan, wordt geen van deze projecten opgegeven. De afronding van de stormbekkenprojecten heeft voornamelijk betrekking op de BMWB, met drie projecten, Ten Reuken (5.000 m³), Woluwe (70.000 m³) en Molenbeek (50.000 m³), die zijn opgenomen in het beheercontract (2018-2023) tussen de regering en de BMWB. De bedragen die nodig zijn voor de realisatie ervan, zijn trouwens nog altijd voorzien in het kader van de actualisering van het meerjareninvesteringsplan van de BMWB.

Er zijn ook twee projecten op het niveau van de operator Vivaqua, met een veel kleinere schaal (stormbekken ‘Lainé’ in Vorst voor 5.000 m³ en de ombouw tot een stormbekken van een oude distributieleiding van de Hain in Ukkel).

Desalniettemin, en zoals eerder gesuggereerd, is uitstel van de planning mogelijk. Ten eerste is de regering van plan om prioritair de alternatieven voor stormbekkens te bestuderen, waarvoor bijkomende studies nodig zijn om de specificiteiten ervan te bepalen, alsook de hoeveelheid regenwater die via deze mechanismen in het kader van de overstromingsbeheersing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan worden beheerd. Tegelijkertijd zijn er ook studies nodig voor de nieuwe actualisering van de noodzakelijke volumes en de nieuwe beperkingen betreffende de inplanting van de stormbekkens, gebaseerd op deze eerste studies van alternatieven - zo zou de geplande omvang van een stormbekken kunnen worden verminderd op basis van het potentieel van meer ecologische alternatieven - omdat ze complementair zijn aan de studie van alternatieven. Tot slot zal het, afhankelijk van de resultaten van deze eerste studies en het betreffende geval, zeker relevant zijn om nieuwe studies uit te voeren om de dimensionering en de haalbaarheid van stormbekkenprojecten op nieuwe locaties en/of met nieuwe technische methoden te beoordelen.


4)

De redenen voor een dergelijk uitstel zijn in de vorige vraag besproken (het gaat - nog - niet om annuleringen). Samenvattend kan worden gesteld dat dit uitstel mede is gebaseerd op de keuze van de regering om de voorkeur te geven aan alternatieven van het type ‘geïntegreerd regenwaterbeheer’ in plaats van de aanleg van stormbekkens, en op de noodzakelijke nieuwe bestudering van de locatie, de dimensionering en de ligging van potentiële stormbekkens, die na de analyse van het potentieel van deze alternatieven zullen worden herzien. Ook zonder deze verbintenis inzake alternatieven hadden de parameters van deze stormbekkens opnieuw bestudeerd moeten worden, aangezien ze, ter herinnering, gebaseerd zijn op waterbouwkundige studies van ongeveer tien jaar geleden. Een actualisering zou nodig zijn geweest. Deze zal gebeuren ter aanvulling van de studies van de alternatieven.

Vandaag heeft de BMWB zich er door haar beheercontract bijvoorbeeld toe verbonden om in overleg met de andere wateractoren en de plaatselijke besturen, de locatie-, dimensionerings- en uitvoeringsstudies voor de bouw van deze drie nieuwe structuren af te ronden. In die zin is de BMWB van plan om de nieuwe studie voor het stormbekken ‘Molenbeek’ uit te voeren via een participatieve aanpak waarbij een aantal plaatselijke en gewestelijke partners wordt betrokken. Het bestek van deze studie voorziet in de ontwikkeling van bijkomende alternatieven om het afkoppelen, infiltreren en vasthouden van regenwater te bestuderen (klassieke technieken van geïntegreerd regenwaterbeheer).

Hoewel de regering deze keuze van de BMWB in de opstelling van haar bestek toejuicht, wil ze nog verder gaan en voorziet ze dat de alternatieven de belangrijkste keuze worden, in een evenzeer participatieve aanpak, waarop de stormbekkens een aanvulling zouden vormen.


5)

Enerzijds heeft Leefmilieu Brussel een algemene opmerking geformuleerd die als volgt luidt:

"Gezien het uitstel van jaar tot jaar en de stijgende toename van de investeringen die nodig zijn om het programma voor de aanleg van stormbekkens door de operatoren af te ronden, stelt Leefmilieu Brussel voor om bij de studies die per stroomgebied worden uitgevoerd, rekening te houden met alle lopende of nog uit te voeren projecten die het mogelijk maken om de volumes afvloeiend water al stroomopwaarts te beperken, met inbegrip van de mechanismen voor geïntegreerd regenwaterbeheer, teneinde de te plannen opslagcapaciteit in de traditionele stormbekkens te beperken.”

Leefmilieu Brussel had op dit punt perfect geanticipeerd op de doelstellingen van de huidige regering, met name op basis van de algemene beleidsverklaring van het Gewest.

Daarnaast heeft Leefmilieu Brussel meer specifieke opmerkingen geformuleerd voor elk van de drie projecten en heeft het herinnerd aan de noodzaak om deze af te ronden, met name in het licht van de doelstellingen van het Waterbeheerplan. Zo verwelkomde Leefmilieu Brussel voor het stormbekken ‘Molenbeek’ "de door de BMWB geplande stappen om meer partners te betrekken en de investeringen te objectiveren. Er moet echter worden benadrukt dat de uiteindelijke gevolgen voor de investeringen moeten worden gepreciseerd en dat deze zouden kunnen leiden tot herziene bedragen (naar boven of naar beneden).