Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de projectoproep ter ondersteuning van innoverende acties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 304)

 
Datum ontvangst: 15/06/2020 Datum publicatie: 09/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Begin februari 2020 heeft het Brussels Gewest een miljoen euro vrijgemaakt in het kader van de lancering van een nieuwe projectoproep ter ondersteuning van innovatieve acties. Deze projecten moeten worden ontwikkeld door sociale en democratische ondernemingen om bij te dragen aan de transitie van de Brusselse economie. Het doel is om bedrijven te helpen om een grotere sociale en ecologische toegevoegde waarde te creëren en ook om duurzame banen te ontwikkelen die de vaardigheden van de mensen in Brussel optimaal benutten. De projectleiders hadden tot 30 maart de tijd om hun dossier in te dienen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Hoeveel bedrijven hebben op deze projectoproep gereageerd?

- Wat zijn de volgende stappen in deze projectoproep?

- Hoeveel projecten werden geselecteerd?

- Wat waren de criteria voor de selectie van het project?

- Om welke redenen werden sommige projecten niet geselecteerd?

- Hoe is de jury voor de selectie van de projecten samengesteld?

- Hoe wordt de uitvoering van de gesubsidieerde projecten gecontroleerd?

- Wordt het budget voor deze projectoproep gehandhaafd ondanks de Covid-19-pandemie?
 
 
Antwoord    Het bestuur heeft 93 subsidieaanvragen ontvangen.

Na een analyse van de ontvankelijkheid en de volledigheid van de dossiers heeft het bestuur 16 dossiers onontvankelijk en 19 dossiers onvolledig bevonden.

De 58 ontvankelijke dossiers werden aan de jury bezorgd.

De jury heeft 16 projecten uitgekozen voor een bedrag van 1 miljoen euro.

Na de selectie werden de subsidieaanvragen op 23 juni 2020 naar de Inspecteur van Financiën gestuurd.

Na ontvangst van het gunstige advies van de Inspecteur van Financiën, zullen de dossiers voor akkoord worden voorgelegd aan de minister van Begroting en worden voorgesteld aan de Regering.

De beslissingen van de Regering zullen worden meegedeeld aan de laureaten van de projectoproep.

Het bestuur zal de subsidies vastleggen.

Een eerste financieringsdeel, goed voor 60% van de toegekende subsidie, zal worden vereffend.

In de projectoproep werden vijf projecttypes beoogd:
1. Starters – vernieuwende projecten: nieuwe innovatieve projecten van sociaal en democratisch ondernemerschap, met een economisch potentieel voor het Gewest.
2. Scaling-up - opschaling: projecten van sociale en democratische ondernemingen die willen groeien op gewestelijk, nationaal of Europees niveau, alleen of met partners, op basis van een bestaand product of door het ontwikkelen van een nieuwe activiteit.
3. Projecten voor verandering in de bestuurswijze: projecten die de bestuurswijze van de onderneming veranderen van een traditioneel model naar een democratisch model (waaronder coöperaties), ook naar aanleiding van het overdragen of overnemen van activiteiten. Ook de omvorming van een vzw naar een coöperatie komt in aanmerking.
4. De informele economie formaliseren: projecten die sociale en democratische bedrijfsmodellen gebruiken om projecten te structureren die ontstonden vanuit de informele economie.
5. Vernieuwende projecten die zorgen voor nieuwe jobs: vernieuwende projecten van organisaties met een economische goederen- of dienstenactiviteit die nieuwe banen schept. De projecten kunnen betrekking hebben op alle sectoren en activiteiten, of ze nu weinig veeleisende kwalificaties vereisen dan wel steunen op hightechcompetenties.

De projecten moeten een maximumduur hebben van een jaar en konden ten vroegste op 7 februari 2020 starten (datum van het uitschrijven van de projectoproep).

Om in aanmerking te komen:
· Moesten de projectdragers over een rechtspersoonlijkheid beschikken bij de deadline van de projectoproep, met een publicatie van hun statuten in het Belgisch Staatsblad;
· Moesten de projectdragers over een ondernemingsnummer beschikken bij de indiening van het kandidatuurdossier;
· Moesten de projectdragers over een maatschappelijke of uitbatingszetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikken;
· Moesten de projectdragers het typeformulier voor een kandidaatstelling vóór 15 april middernacht verzonden hebben;
· Mochten de projectdragers geen loontrekkende ondernemers bij SMARTCOOP SC FS zijn;
· Mochten de projectdragers geen zelfstandigen als eenmanszaken zijn;
· Mochten de projectdragers geen overheidsinstellingen zijn;
· Mochten de projectdragers nog niet gefinancierd worden door het Gewest of andere fondsen;
· Mochten de projectdragers niet begeleiding bij het sociaal ondernemerschap als doel hebben; dit komt namelijk in aanmerking via de uitvoering van de Brusselse SBA.

Daarnaast moesten de projectdragers beantwoorden aan of aanleunen bij de definitie van sociale onderneming zoals voorgesteld door het Europese netwerk EMES, namelijk activiteiten inzake goederen of diensten die de volgende drie kenmerken vertonen:
· Vanuit economisch en ondernemingsoogpunt: de begunstigde moet continu goederen produceren en/of diensten presteren en daarbij een aanzienlijk economisch risico nemen en gebruik maken van een minimaal niveau van bezoldigde arbeid;
· Vanuit maatschappelijk oogpunt: de begunstigde moet volgens zijn maatschappelijke statuten met zijn activiteit en/of dienst uitdrukkelijk een sociaal oogmerk nastreven en moet een aanzienlijk deel van zijn winst voor dat doel bestemmen;
· Vanuit bestuursoogpunt: de begunstigde moet beschikken over een voldoende hoge mate van autonomie om te zorgen voor een intern besluitvormingsproces dat niet is gebaseerd op kapitaalbezit en bezit van economische en financiële middelen, en om een participatie te bevorderen die rekening houdt met de verschillende betrokken partijen bij de activiteit en/of dienstverlening.

Na een analyse van de ontvankelijkheid en de volledigheid van de dossiers, heeft het bestuur 19 dossiers onvolledig en 16 projecten onontvankelijk bevonden.

De motieven ter rechtvaardiging van de onontvankelijkheid betroffen met name de afwezigheid van een maatschappelijke zetel en/of exploitatiezetel in het Brussels Gewest; een project gewijd aan de begeleiding van het sociaal ondernemerschap dat enkel in aanmerking kwam via de projectoproep “Uitvoering van de Brusselse SBA”; geen ondernemingsnummer op de datum van de indiening van het dossier; het gevraagde bedrag ligt lager dan 5.000 euro; geen enkele argumentatie bij het aanvraagdossier om de hoedanigheid van sociale onderneming aan te tonen; de niet-naleving van de vereiste vorm voor de indiening van de aanvraag;…

Zoals voorzien in het specifieke reglement van de projectoproep, werd er een pluridisciplinaire jury opgericht om de projecten te selecteren. Deze jury werd als volgt samengesteld:
· Hub.brussels;
· COOPCITY;
· BEW – Dienst Economie;
· BEW – Directie Werkgelegenheidsbeleid – Cel Sociale Economie;
· Centre d’Economie Sociale – ULG;
· Sociale InnovatieFabriek;
· Voormalige laureaat uit 2018: de vzw GREAT;
· Het kabinet van de minister bevoegd voor Werk (als waarnemend lid);
· Het kabinet van de staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie (als waarnemend lid).

Tijdens de projectperiode kan een begeleidingscomité georganiseerd worden.

Het begeleidingscomité wordt als volgt samengesteld:

· Voor de begunstigde:
o een vertegenwoordig(st)er;
o de verantwoordelijke van het project.

· Voor het Gewest:
o De bevoegde minister of zijn/haar vertegenwoordig(st)er;
o De bevoegde staatssecretaris of zijn/haar vertegenwoordig(st)er;
o Een vertegenwoordig(st)er van de directie Werkgelegenheidsbeleid;
o Een vertegenwoordig(st)er van de dienst Economie van BEW.

Het begeleidingscomité is verantwoordelijk voor de opvolging van de overeenkomst die de toekenningsmodaliteiten van de subsidie en de verbintenissen van de begunstigde bepaalt. In dit kader zal het comité alle nuttige maatregelen treffen met het oog op de goede uitvoering van het project, en onder meer de volgende punten bestuderen:
· Controle en goedkeuring van de uitgaven m.b.t. de promotie en de organisatie van het programma en, indien nodig, de voorziene activiteiten;
· Controle en goedkeuring van het activiteitenverslag.

Aan het einde van het project overhandigt de begunstigde een verslag waarin alle gevoerde activiteiten en het gebleken belang van het project in detail worden beschreven, alsook de in dit kader gemaakte kosten.

Hij zal de bewijsstukken bovendien aan het bestuur bezorgen. Dat zal deze bewijsstukken nauwgezet controleren en erop toezien dat de toegekende subsidie uitsluitend wordt gebruikt voor de hiervoor toegekende doeleinden.

Het budget van 1 miljoen euro dat voor de projectoproep werd voorzien, blijft, ondanks de Covid-19-crisis, behouden.