Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de trage wegen in het Gewest - stand van zaken.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 429)

 
Datum ontvangst: 15/06/2020 Datum publicatie: 11/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Brussel ligt bezaaid met trage wegen. Het geheel van veldwegen, kerkwegels, jaagpaden, oude treinbeddingen, holle wegen, bospaden en doorsteekjes vormen een dicht netwerk dat zachte weggebruikers graag en vaak gebruiken. Trage wegen zijn dan ook zonder meer van groot belang voor de verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker in het Gewest gezien zij een alternatieve en verkeersveilige route voor bijvoorbeeld schoolgaande kinderen kunnen bieden.

Trage wegen zijn een bron van recreatie dicht bij huis: een fietstocht op zondag of een ommetje met de hond. Tijdens en na de coronacrisis zal iedere Brusselaar het belang hiervan eens te meer appreciëren. Daarnaast zijn ze vaak van historische waarde en steeds van waarde voor de lokale fauna en flora.

Recentelijk besloot de Brusselse Gemeenteraad op initiatief van de bevoegde schepen een aantal buurtwegen te schrappen in Haren. Dit kadert in een initiatief om de stille wegen in kaart te brengen en zo een aantal buurtwegen te herwaarderen.

Daarnaast was er de vraag van de CD&V-fractie in de vorige legislatur om de trage weg in Hertoginnedal in ere te herstellen. Het voorstel was een hek te verplaatsen om het Woluwepad open te stellen voor het publiek.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Het Brussels Gewest rondde in het kader van het Stappas-project een inventaris van trage wegen in het Gewest af. Werd dit inventaris nog geüpdatet sinds het voorgesteld werd? Zo ja, wanneer vond die plaats en werd er een evolutie vastgesteld in het gebruik van de trage wegen? Zo neen, wanneer plant de regering een update van het inventaris?

- Kunt u meedelen hoeveel stille wegen er bestaan, per gemeente en totaal aantal km?

- Kunt u aangeven welke stappen de regering heeft genomen om trage wegen in het gewest verder te ontsluiten en te herwaarderen tot een aantrekkelijk alternatief voor mobiliteitsgebruik?

- Is er beslist binnen de Regering over de verdere ontwikkeling en exploitatie van de trage wegen vanuit een erfgoed – en toeristisch standpunt binnen het gewest? Is hierover reeds overleg geweest met de vzw Trage Wegen en/of relevante actoren uit het veld?

- Kunt u meedelen of en welke subsidies u hebt uitgekeerd aan bepaalde verenigingen omtrent dit thema sedert de legislatuur? Is er beslist om in het kader van erfgoed hierover een projectoproep op te maken?

- Was er overleg tussen het Gewest en de Stad Brussel over het schrappen van de buurtwegen in Haren? Bent u in overleg met andere gemeenten omtrent dit onderwerp en de herwaardering en opfrissing van dergelijke wegen?

- Trage wegen stoppen niet aan gemeentelijke grenzen en zijn ook interessante paden inzake verkeersveiligheid. Bent u in overleg met Leefmilieu Brussel over het onderhoud van de trage wegen gezien een gecoördineerde aanpak voor efficiëntiewinsten zou kunnen zorgen?

- Hoe kadert deze mogelijke hergebruikname in de doelstellingen van het voetgangersbeleid van deze regering? Welke streefdoelen hebt u vooropgesteld?
 
 
Antwoord    De trage wegen in het voetgangersbeleid van het Gewest

Sinds de publicatie van het Strategisch Voetgangersplan, dat de regering in 2012 goedkeurde, spelen de trage wegen een belangrijke rol – en zijn ze op coherente wijze aanwezig – in het voetgangersbeleid van het Gewest. Ter herinnering: dit plan stelt tien criteria of te behalen ambities voorop die in het cahier GO10 van het voetgangersvademecum zijn opgenomen. Om deze ambities te realiseren, werden drie grote projecten opgestart:

· Allereerst het toegankelijkheidsplan voor de weg en de openbare ruimte (PAVE) dat aan de volgende criteria van het GO10 voldoet: fijnmazig netwerk, rechtstreekse routes, uitstekend fysiek comfort en universeel ontwerp.
· Vervolgens het strategisch plan voor het toegankelijk maken van het MIVB-net, dat aan de volgende twee criteria voldoet: vlotte intermodaliteit en universeel ontwerp.
· En tot slot de inventaris van alle trage wegen van het Gewest die aan de volgende ambities voldoet: fijnmazig netwerk, rechtstreekse en continue routes, een beleving ervaren, meer ruimte, gegarandeerde veiligheid en rustig verkeer.

Met de hulp van een honderdtal vrijwilligers heeft de vzw Trage Wegen op vraag van het Gewest in 2013 een eerste inventaris van de trage wegen opgemaakt. Dit werk vormde de basis voor de realisatie van een atlas in zakformaat voor de voetgangers (STAPAS), alsook een routeplanner die in juni 2014 online werd geplaatst. In 2016 vond een nieuwe inventariscampagne plaats. Tijdens deze campagnes werd meer dan 800 km aan trage wegen in kaart gebracht. Hieronder vindt u een overzicht van het aantal kilometers per gemeente:

Anderlecht

82 km

Oudergem

52 km

Sint-Agatha-Berchem

13 km

Brussel

161 km

Etterbeek

9 km

Evere

42 km

Vorst

27 km

Ganshoren

17 km

Elsene

27 km

Jette

36 km

Koekelberg

8 km

Sint-Jans-Molenbeek

23 km

Sint-Gillis

8 km

Sint-Joost-ten-Node

6 km

Schaarbeek

19 km

Ukkel

98 km

Watermaal-Bosvoorde

98 km

Sint-Lambrechts-Woluwe

43 km

Sint-Pieters-Woluwe

36 km



Alle verzamelde gegevens werden in
open data ter beschikking gesteld van het publiek: ze werden geïntegreerd in Mobigis en in OpenStreetMap. Het publiek kan zo de kaarten met trage wegen raadplegen en voortdurend bijwerken. De kaarten zijn ook beschikbaar via de mobiele applicatie be walking be.brussels. De inventaris van de trage wegen werd ook geïntegreerd in de voetgangersplannen die aan de achterzijde van de bushokjes van bepaalde Brusselse gemeenten zijn bevestigd.

Voor meer informatie over de trage wegen en de inventarisering ervan, verwijzen we naar de Recepten voor trage wegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cahiers 6 en 7 van het voetgangersvademecum, online beschikbaar op de website van Brussel Mobiliteit).


Een gemeentelijke bevoegdheid

De trage wegen spelen een belangrijke rol in het voetgangersbeleid van het Gewest, maar ze blijven voor een groot deel een gemeentelijke bevoegdheid. Om die reden bevat de voetgangerskaart van het GMP/Goodmove enkel de voetgangersassen die zich op de wegen bevinden en dus niet de trage wegen. In die context wil het Gewest de gemeenten vragen het netwerk van trage wegen in hun gemeentelijke mobiliteitsplannen op te nemen. Aan de hand van die integratie kunnen een aandachtig beheer, opwaardering en ontwikkeling van de trage wegen worden gegarandeerd. De trage wegen zouden zo het voetgangersnetwerk van het GMP/Goodmove kunnen vervolledigen en zouden in zekere zin een “Bonus”- voetgangersnetwerk vormen dat de Plus-, Comfort- en Wijk-netwerken aanvult.

Bij het specifieke geval in Haren waar paden en buurtwegen werden geschrapt, is het Gewest niet rechtstreeks betrokken geweest. Voor zover wij weten, werden er niet daadwerkelijk wegen geschrapt, maar werden de kaarten eerder in overeenstemming gebracht met de realiteit op het terrein, aangezien sommige paden op de kaarten al meer dan dertig jaar niet meer bestaan. Bovendien maakt dit gemeentelijk initiatief, zoals u aangeeft, deel uit van een globaler project voor de herwaardering van de trage wegen in Haren, dat enerzijds de uitwerking van een vademecum en anderzijds een projectoproep voor het benoemen van de wegen omvat. Voor de definitieve wijziging van de kaart van de wegen en buurtwegen is echter een voorafgaand openbaar onderzoek en een regeringsbesluit nodig. Het Gewest zal dus binnenkort bij dit dossier worden betrokken.


Utilitaire wegen

De trage wegen spelen een belangrijke rol in het voetgangersbeleid, aangezien ze in de eerste plaats een utilitaire functie vervullen. In dat opzicht bevat de STAPAS-atlas tal van olifantenpaadjes naar woonblokken, parkings of speelpleintjes. Er lopen ook heel wat wegen door verkavelingen en ontmoetingszones. In feite heeft slechts een deel van het netwerk van trage wegen echte erfgoed- of toeristische kenmerken. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de Groene Wandeling en de Spoorwegwandeling of, van een heel ander kaliber, de Konings- en Koninginnegalerijen en de steegjes in het stadscentrum.

Brussel Mobiliteit heeft geen specifiek partnerschap met Leefmilieu Brussel voor het beheer van de trage wegen. Zoals hierboven al werd aangehaald, valt het grootste deel van het netwerk van trage wegen onder gemeentelijke bevoegdheid. Bovendien zijn het de gemeentelijke trage wegen die over het algemeen het minst ontwikkeld zijn en bijzondere aandacht vereisen, omdat ze vaak geen bijzondere erfgoedwaarde hebben. De trage wegen die daarentegen door bijvoorbeeld de Groene Wandeling of het Zoniënwoud lopen, worden reeds zorgvuldig en op coherente wijze beheerd door Leefmilieu Brussel. (Brussel Mobiliteit heeft hierbij overigens de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen over het beheerplan van het Zoniënwoud. Een van de punten van dit advies betrof de noodzaak er in “lussen” te voorzien die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.)

De evolutie van het gebruik van de trage wegen meten is niet eenvoudig. Dit soort onderzoeken naar voetgangers in het algemeen is al moeilijk, dus dit is des te meer het geval voor een “vluchtig” onderwerp als de binnenwegjes. Toch zijn we ervan overtuigd dat het werk dat Trage Wegen de afgelopen jaren heeft verricht, de belangstelling van de bevolking voor de trage wegen heeft gewekt en ertoe heeft bijgedragen dat ze een volledige dimensie in het Brusselse voetgangersnetwerk vormen.

Tot slot heeft het Gewest dit jaar twee subsidies toegekend aan verenigingen die zich voor voetgangers inzetten. Enerzijds werd er een subsidie van 75.000 euro toegekend aan Trage Wegen voor de oprichting van een Brussels voetgangersplatform in samenwerking met Tous à pied. Anderzijds werd er een subsidie van 15.000 euro toegekend aan Tous à pied voor hun project “Chemins des écoliers”. Deze twee subsidies hadden niet specifiek betrekking op de trage wegen, maar zullen desalniettemin ook bijdragen aan de herwaardering ervan.