Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het taalrapport 2019 van de vice-gouverneur.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 306)

 
Datum ontvangst: 19/06/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Naar jaarlijkse gewoonte stuurt de vice-gouverneur het taalrapport in juni naar de regering. Uit het rapport van de vicegouverneur zal blijken dat er helaas nog steeds benoemingen gebeuren in de lokale besturen die tegen de taalwetgeving indruisen. 

Het blijft voor Nederlandstaligen niet altijd gemakkelijk om zich in zijn of haar moedertaal te kunnen uitdrukken bij het gemeentebestuur. Hoewel ik uiteraard de bevoegdheid en de plannen rond "Meertaligheid" van deze regering lovenswaardig vind en volledig steun, moet eerst en vooral gewoon de wetgeving nageleefd te moeten worden door het openbaar bestuur en dat lijkt me nog altijd even goed te lukken.
Daarom wil ik de huidige regering blijven aanmoedigen om initiatieven te nemen die de lokale besturen aansporen om hun personeel taalopleidingen te laten volgen. 

Daarom heb ik de volgende vragen:

Kunt u de voornaamste conclusies en bevindingen overlopen en vergelijken met het vorige taalrapport? Hoe evalueert u het taalrapport voor 2019? 

Hoe neemt u deze bevindingen mee in uw beleid naar de lokale besturen om hen te wijzen op hun verplichtingen inzake de taalwetgeving? Welke maatregelen hebt u sedert de nieuwe legislatuur genomen om de taalwetgeving op het niveau van de lokale besturen te respecteren?

Hebt u reeds een overleg gehad met de burgemeesters over deze problematiek, bijvoorbeeld in het kader van de Conferentie van Burgemeesters?

Plant u hierover een colloquium of een studiedag om gemeentes te sensibiliseren?
Hebt u concrete maatregelen of stappen genomen naar bepaalde gemeentebesturen of OCMW's om hen terecht te wijzen dat ze hun benoemingen niet volgens de wetgeving is verlopen? Hebt u ook contact genomen met de lokale besturen die geen cijfers doorgeven om hen aan te sporen het nodige te doen? Hoeveel keer hebt u een sanctie opgelegd aan een gemeente?
In hoeverre betrekt u hierbij Brulocalis om gemeenten aan te moedigen om de taalwetgeving scrupuleus na te leven?

Beschikt u over cijfers van het aantal gemeente-ambtenaren een taalexamen hebben afgelegd? Hoeveel hiervan zijn geslaagd in hun taalproef? Hoe evolueren deze beide gegevens?

Bevestigt u dat de regering de gemeenten op dit vlak blijvend zal aanmoedigen en bijstaan om taalopleidingen aan te bieden en de ambtenaren aan te sporen taalexamens af te leggen? Welke acties wilt u daartoe in het leven roepen? 
 
 
Antwoord    Zoals blijkt uit de conclusies van het rapport van de vicegouverneur uit 2019, zijn de cijfers en bevindingen vergelijkbaar met het rapport uit 2018. In het rapport wordt erop gewezen dat de plaatselijke besturen, in de meeste gevallen, geen slechte bedoelingen hebben wanneer ze hun beslissingen niet meedelen of onvolledige dossiers overmaken.

Wat betreft mijn specifieke acties om de gemeenten die weigeren de nodige informatie aan de vicegouverneur te verstrekken, te berispen en eventueel te bestraffen, moet ik u antwoorden dat ik, net als u, bij het lezen van het rapport van de vicegouverneur ontdekt heb dat dit bepaalde problemen zou veroorzaken. Ik heb wat dit punt betreft nooit een verzoek of klacht van de vicegouverneur ontvangen. Ik heb dus geen initiatief kunnen nemen hieromtrent.


Ik heb geen cijfers over de gemeentelijke medewerkers die taaltesten hebben afgelegd. Het inventariseren van dergelijke gegevens valt niet onder gewestelijk toezicht.

Bovendien kan ik u bevestigen dat de Brusselse regering haar transversaal beleid gericht op meer tweetaligheid zal voortzetten. Ik zal er tevens op toezien dat de plaatselijke besturen ondersteund blijven door de federale overheid, in die in dat de federale overheid de verschuldigde taalpremies blijft terugbetalen.

Tot slot wil ik, in het algemeen, uw aandacht vestigen op het feit dat de naleving van de taalwetgeving bij de plaatselijke besturen onderhevig is aan de externe onvoorziene omstandigheden op de arbeidsmarkt.

Het aantal Franstalige kandidaten voor een vacante betrekking ligt vaak hoger dan het aantal Nederlandstaligen.

Het verwijderen van een laureaat omdat hij of zij zich niet in het juiste taalregime bevindt of niet over de vereiste certificaten van de tweede taal beschikt, zou niet bijdragen tot een goede werking van de plaatselijke besturen. De gemeenten hebben ​​immers meer dan genoeg te doen en de dienstverlening aan de bevolking moet worden gewaarborgd ondanks soms een strikte of zelfs onmogelijke toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen. De continuïteit van de openbare dienst moet gewaarborgd worden.