Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende restauratie van de paviljoenen van het kasteel van Meudon.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 186)

 
Datum ontvangst: 19/06/2020 Datum publicatie: 11/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het kasteel van Meudon was een kasteel dat omstreeks 1765 in Neder-Over-Heembeek werd gebouwd en in 1931 werd verwoest.

Van het oude kasteel van Meudon waren twee paviljoens overgebleven, die allebei beschermd waren. Een van de twee paviljoenen is ingestort. Het resterende paviljoen op de hoek van de Meudonstraat en de Vilvoordsesteenweg is een ruïne en eigendom van de Stad Brussel. De Stad wilde het in 1990 laten slopen om de Meudonstraat te verbreden. Gezien het protest van de buurtbewoners moest de Stad het project echter opgeven en het paviljoen werd in 2003 door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschermd. Het resterende paviljoen is begin december 2017 ingestort.

Daarover wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Hebt u de paviljoenen van het kasteel Meudon laten restaureren? Zo ja, kunt u dan het restauratieprogramma toelichten? Zo neen, waarom is er tot nu toe nog geen enkel restauratieproject uitgevoerd?

- Welke maatregelen heeft de Brusselse regering getroffen om die beschermde gebouwen te behouden? Konden de waardevolle historische elementen bewaard en gerestaureerd worden?

- Mag het Gewest bij een restauratie verwachten dat het de nodige vergunningen binnen redelijke termijnen krijgt?
 
 
Antwoord    Beide paviljoenen behoren toe aan de Stad Brussel.

Ze bevinden zich daadwerkelijk in een uiterst slechte staat. Na het wegnemen van de klimop werd de staat van de gebouwen onlangs geëvalueerd. Het rechterpaviljoen is nog stabiel maar het dak van het linkerpaviljoen is daadwerkelijk ingestort. Het metselwerk staat voor het grootste deel evenwel nog recht. Er kan dus niet worden gezegd dat het rechterpaviljoen verdwenen is, ook al is het eigenlijk een ruïne.

De erbarmelijke staat van die gebouwen is ontstaan door jarenlange verwaarlozing. Een foto uit 1980 die op de Bruciel-website staat, toont dat ze toen al erg afgetakeld waren. Er kan dus worden geopperd dat de huidige situatie het resultaat is van minstens een halve eeuw verwaarlozing. Op basis van de foto’s waren de gebouwen toen ze in 2013 beschermd werden al in een gelijkaardige staat als nu. Hoewel er waarschijnlijk moet worden toegegeven dat de toestand van de gebouwen er tijdens de 7 jaar sinds de bescherming niet op verbeterd is, bestond het probleem al sinds de jaren 1990, toen de paviljoenen de interesse van de buurtbewoners begonnen op te wekken.

De stad heeft bewaringsmaatregelen genomen om het verslechteringsproces van de paviljoenen tegen te gaan en om hun gezondheidstoestand te kunnen onderzoeken.

De restauratie op zich is nog niet begonnen, voornamelijk doordat ze dichtbij de openbare weg staan: de Stad stelde zich de vraag of het niet beter zou zijn om de paviljoenen te verplaatsen in functie van het verkeer en om ze te herwaarderen.

De vraag over hun toekomstige bestemming stelt ook problemen omdat ze klein van omvang zijn en het daardoor moeilijk is om er een precieze functie aan te geven. De besprekingen over die thema’s hebben de uitvoering van de restauratie vertraagd.

De DCE zorgt voor een bijzondere opvolging van die paviljoenen. Ze werden opgenomen in de ‘lijst van bedreigde goederen’, die gebouwen bevat waar dringende maatregelen voor nodig zijn en die aangepaste opvolging krijgen om de problemen die zich stellen, op te lossen en om in de toekomst de restauratie en goede bewaring te verzekeren.

De DCE gaat advies inwinnen bij de KCML over een restauratie van die goederen en over hun eventuele verplaatsing om ze te herwaarderen. Er is sprake van om er een ticketloket aan te brengen voor de passagiersterminal van de haven van Brussel, die er recht tegenover staat. Het dossier wordt behandeld en het advies van de KCML wordt deze zomer verwacht.

Nadat de KCML dat advies heeft gegeven om de restauratie- en herbestemmingswerken zo goed mogelijk richting te geven, is het aan de Stad om een vergunningsaanvraag voor de restauratie en herbestemming van het goed samen te stellen en nadien bij Urban in te dienen.