Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende uw medewerking aan de City Climate Challenge 303030 en aan de doelstellingen inzake koolstofneutraliteit van het Brussels Gewest.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 269)

 
Datum ontvangst: 22/06/2020 Datum publicatie: 11/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/06/2020 Ontvankelijk p.m.
04/08/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Op 18 november 2019 stelde ik u vragen over uw medewerking aan Brussels Meet Brussels en aan de City Climate Challenge 303030 en u antwoordde mij op 2 januari 2020, zie: http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=143986&base=1&taal=fr

De eerste projecten betreffende CCC303030 moesten worden voorgesteld op 31 maart 2020, met de overhandiging van een Green Book.

Vandaag, 22 juni, wens ik volgende aanvullende informatie sedert uw antwoord op 2 januari 2020.

1. Welke ideeën met betrekking tot de klimaatuitdagingen werden sindsdien door uw kabinet of door u naar voren gebracht?

2. Werd een (publiek-private) werkgroep opgericht waarbij uw kabinet betrokken is? Welke besturen onder uw bevoegdheid of toezicht nemen deel aan een werkgroep? Omvat de werkgroep ook andere ministeriële kabinetten?

3. Welke projecten met betrekking tot uw bevoegdheden werden ontwikkeld die een oplossing zouden kunnen bieden voor de klimaatuitdaging? Werden deze projecten alleen ontworpen voor Brussel?

4. Hebt u (of leden van uw kabinet/bestuur) deelgenomen aan het grote evenement dat gepland was voor het einde van het eerste kwartaal van 2020 om de ontstane projecten te presenteren die een oplossing zouden kunnen bieden voor de klimaatuitdaging? Hebt u het Green Book ontvangen? Wat zijn de eventuele samenwerkingen en/of gemaakte kosten?

5. Zijn nieuwe gewestelijke autoriteiten (besturen) onder uw bevoegdheid of toezicht betrokken geweest bij het CCC3030-initiatief? Op welke manier(en) werken zij aan het faciliteren van de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve projecten?

6. Werd de klimaatdimensie geïntegreerd binnen elk overheidsorgaan (en bestuur) dat onder uw bevoegdheden of toezicht valt? Werden nieuwe becijferde operationele doelstellingen opgenomen in de richtsnoeren? Zo ja, wat zijn deze doelstellingen en cijfers?
 
 
Antwoord    1. Ideeën in verband met de klimaatuitdagingen

Bij het begin van de regeerperiode, een ideaal moment om even stil te staan bij een aantal gewoonten die soms al jaren meegaan, heeft mijn kabinet onderzocht welke stappen het moest ondernemen en welke maatregelen het moest invoeren om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen en het label “ecodynamische onderneming” te krijgen. Daarom woonden twee van mijn medewerkers op 28 november 2019 een informatiesessie van Leefmilieu Brussel bij.

In dat verband en als allereerste stap op weg naar het label hebben we reeds alle plastic flessen gebannen. Mijn kabinet maakt vandaag alleen nog maar gebruik van glazen flessen. We zijn nog niet zeker of het mogelijk is drinkwaterfonteinen aan te sluiten op het waterdistributienet om plat water aan te bieden en bruisend water te maken. Ook de productie van herbruikbare glazen verpakkingen wordt onderzocht. Het is de bedoeling om op termijn, conform het engagement dat we binnen het Blue Community Project zijn aangegaan, alleen nog maar met kraantjeswater te voorzien in de drinkwaterbehoefte.

Verder willen wij onze koffiemachines met individuele voorverpakte pads op het gepaste moment vervangen door machines die de koffiebonen zelf kunnen malen. We zijn daar al geleidelijk mee bezig.

Zodra alle maatregelen van kracht worden, zullen wij het kabinetspersoneel, maar ook de besturen waarvoor ik bevoegd ben, daarover inlichten.

Om onze ecologische voetafdruk te verkleinen, denken we er ook over na om een “zero plastic/zero waste-verantwoordelijke” aan te stellen. We zijn dat momenteel aan het onderzoeken en we zullen u daarvan op de hoogte houden.

We overwegen om in de overheidsopdrachten en offerteaanvragen die we uitschrijven, een clausule op te nemen om de inschrijvers aan te moedigen de voorkeur te geven aan ecologisch verantwoorde oplossingen.

Om het papiergebruik te verminderen, hebben we beslist om te kiezen voor NOTERO, het door het CIBG aangeboden registratiesysteem dat komaf maakt met het maken van kopieën op papier en in de plaats daarvan alle inkomende en uitgaande briefwisseling van het kabinet systematisch scant. De software is sinds begin maart 2020 volledig geïmplementeerd.

U zult begrijpen dat een groot deel van de ondernomen initiatieven door de gezondheidscrisis en het massale telewerk vertraging hebben opgelopen, maar ik blijf er vastberaden naar streven om onze ecologische voetafdruk te verkleinen.


2. (Publiek-private) werkgroep

De GOB, perspective.brussels en de vzw screen.brussels fund nemen niet deel aan de werkzaamheden.

Voor wat visit.brussels betreft:

- November 2019: start van de “ideeënsessies”. Het kabinet werd gecontacteerd en heeft aan die sessies deelgenomen. Er waren ook andere kabinetten op uitgenodigd.
- Juni 2020: start van de “design sprint sessions” die tot doel hebben om op basis van de ideeën uit de eerdere sessies nieuwe concrete business modellen te ontwikkelen.
- Het team 303030 pleegt daarover regelmatig overleg met de besturen Leefmilieu Brussel (A. Maron), Innoviris (B. Trachte) en Brussel Mobiliteit (E. Van den Brandt).


3. Projecten die zijn opgestart en die een oplossing zouden kunnen bieden voor de klimaatuitdaging

Voor wat de GOB betreft:

De GOB heeft niet alleen een lange traditie van duurzame initiatieven en milieubewustzijn, maar heeft zijn engagement naar een nog hoger niveau getild door conform ISO-norm 14001:2015 een milieumanagementsysteem te ontwikkelen. Daarbij gaat het in de eerste plaats om ondersteunende diensten die de directies Kwaliteit en Performantie, Facilities, Communicatie, IT-Coördinatie, Brussels International en de IDPBW binnen de GOB, City Center leveren. In november 2019 werden al die ondersteunende diensten voor hun inspanningen op het vlak van milieumanagement beloond met een eerste ISO 14001-certificaat voor het City Center. Op basis van een geïntegreerd milieumanagementsysteem kan de GOB al zijn bestaande interne processen analyseren om de impact van die processen en zijn werking op het milieu te beperken. Het is de bedoeling om bij de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden, zowel binnen- als buitenshuis, meer aandacht te hebben voor het milieu.

Enkele concrete voorbeelden:

o De GOB verbindt er zich toe zijn ecologische voetafdruk te verkleinen om een positieve inspanning te leveren voor het klimaat. Zo doet hij zijn best om minder papier te gebruiken, minder energie te verbruiken, minder afval te produceren, minder verplaatsingen uit te voeren, enz. De initiatieven kaderen in het ISO 14001-project, samen met de jaarlijkse bewustmakingsinitiatieven rond allerlei milieuaspecten die georganiseerd worden door de Eco-Mobility Manager.

o Als onderdeel van het milieumanagementsysteem zijn een eco-checklist voor duurzame evenementen / catering en een eco-checklist voor duurzame goodies, promotiemiddelen en geschenken uitgewerkt. Alle bevoegde directies kunnen ze op het intranet raadplegen. De klemtoon ligt daarbij op de aankoop en het gebruik van duurzame materialen bij interne evenementen en externe evenementen voor een groot publiek (onder andere minder wegwerpplastic gebruiken, streven naar minder afval tijdens evenementen, in de cafetaria en bij cateringaanvragen, …).

o De GOB besteedt binnen de doelstellingen die het conform ISO-norm 14001:2015 nastreeft, bijzondere aandacht aan digitalisering door geleidelijk de individuele printers weg te doen.

o De GOB wil in het gewest het goede voorbeeld geven door gebruik te maken van duurzame voertuigen. Daarom is het plan opgevat om tijdens de looptijd van het meerjarenplan het volledige wagenpark te vernieuwen. De huidige vloot haalt een gemiddelde ecoscore van 82 en stoot gemiddeld 49 gram CO2 per kilometer uit. Het is de bedoeling om het percentage volledig elektrische voertuigen te verhogen, rekening houdend met de gebruikte energiebron. 94% van de nieuwe vloot zal bestaan uit elektrische of hybride voertuigen, terwijl dat daarvoor 87% was.

o De directie Brussels International van de GOB verbindt zich er al toe om voor missies in het buitenland waarvoor de af te leggen afstand minder dan 600 km bedraagt, gebruik te maken van duurzame vervoersmiddelen (bij voorkeur de trein). Bij missies in het buitenland waarvoor meer dan 600 km afgelegd moet worden, voorziet de GOB in een CO2-compensatie voor de gemaakte vliegtuigreizen. Die compensatie wordt berekend op basis van de afstand en de bestemming. De GOB krijgt in dat verband jaarlijks een CO2-neutraal-certificaat van CO2 Logic. Daarmee kunnen projecten die gericht zijn op de bevordering van de biodiversiteit, de volksgezondheid of de luchtkwaliteit en projecten ter bestrijding van ontbossing worden ondersteund.

Om die visie te versterken, heeft de GOB op basis van een aantal concrete engagementen die vertaald zijn in een milieubeleid en overeenkomstig ISO-norm 14001:2015 enkele meetbare milieudoelstellingen vastgelegd.

Er bestaat in dat verband geen publiek-private werkgroep binnen de GOB, maar wel een interne werkgroep die de milieudoelstellingen opvolgt. Dat is een stuurgroep waarin de verschillende directies vertegenwoordigd zijn en die om de drie maanden vergadert. De stuurgroep volgt de doelstellingen op en fungeert als aanspreekpunt wanneer er gevaar dreigt of zich een kans aandient voor het milieu. Binnen het milieumanagementsysteem zijn bij de verschillende directies enkele spilfiguren aangeduid die hun collega’s ertoe moeten aanzetten goede milieupraktijken te hanteren. Op die manier kunnen de medewerkers hun knowhow vergroten en krijgen zij principes mee waardoor zij zich goede milieupraktijken, maar ook de strategie inzake duurzaamheid en milieubewustzijn eigen kunnen maken.

Vanuit een continu streven naar verbetering zette de GOB begin 2020 de eerste stappen om de ISO 14001-certificering gefaseerd uit te breiden naar zijn andere interne diensten. De goede milieupraktijken zullen overigens verder toegepast worden in de nieuwe kantoren van de administratieve diensten in de Silver Tower. Omdat die verhuis gepaard zal gaan met grote veranderingen, wordt al heel wat gedaan om het personeel te sensibiliseren voor het duurzame ontwikkelingsbeleid en om dat beleid verder te versterken.

De antwoordelementen die betrekking hebben op perspective.brussels, zijn opgenomen in het antwoord op vraag 6.

Voor wat visit.brussels betreft:

Momenteel zijn er geen samenwerkingsprojecten opgestart die verband houden met de bevoegdheden van de minister-president. Het project 303030 biedt evenwel een toegevoegde waarde voor het nationale en internationale imago van Brussel en dan vooral met het oog op een duurzaam economisch herstel na corona. In de gewestelijke beleidsverklaring staat dat Brussel ernaar streeft op het vlak van duurzame ontwikkeling en in de kringloopeconomie het voortouw te nemen. Die boodschap moet het ook duidelijk maken aan de bedrijven die in Brussel willen investeren.

De vzw screen.brussels fund neemt niet deel aan die werkzaamheden.


4. Deelname aan een groot evenement dat aan het einde van het eerste trimester van 2020 gepland was om de opgestarte projecten die een oplossing zouden kunnen bieden voor de klimaatuitdaging voor te stellen.

Geen enkel personeelslid van de GOB (Brussel Synergie) heeft daaraan deelgenomen.

Perspective.brussels heeft aan die evenementen niet deelgenomen.

Voor wat visit.brussels betreft:

o Dit evenement werd als gevolg van de coronacrisis afgelast, maar de minister-president had wel bevestigd dat hij daarop aanwezig zou zijn.

o Het groenboek en een uitnodiging om deel te nemen aan een rondetafelgesprek zijn al of zullen nog worden opgestuurd naar de minister-president en de andere ministers, zodat zij alsnog een beeld krijgen van de vooruitgang die met het project is geboekt.

De vzw screen.brussels fund neemt niet deel aan die werkzaamheden.


5. Nieuwe gewestelijke bestuursinstanties die betrokken zijn bij het initiatief CCC303030. Ontwikkeling en uitvoering van innovatieve projecten

De GOB is niet betrokken bij het initiatief CCC303030.

Perspective.brussels zat in april 2020 in een jury die BECI naar aanleiding van de CCC303030 had samengesteld. In die jury nam het deel aan de evaluatie van vijf projecten die in aanmerking kwamen voor een prijs (een project over mobiliteit, één over elektriciteitsbeheer, enz.)

Voor wat visit.brussels betreft:

o Visit.brussels, het Brussels agentschap voor toerisme, kreeg een uitnodiging om deel te nemen aan het evenement “Brussels Meets Brussels” (op 16 oktober 2019), maar kon omwille van praktische redenen helaas niet deelnemen aan de sessies die naar aanleiding daarvan plaatsvonden.

o Visit.brussels streeft er vanuit algemeen strategisch oogpunt naar om haar initiatieven op lange termijn gunstig te laten zijn voor elk van de drie pijlers van duurzame ontwikkeling:
people, planet, profit. Die duurzaamheid wordt algemeen nagestreefd en vormt de hoeksteen van alle projecten en samenwerkingsverbanden die visit.brussels aangaat.

De vzw screen.brussels fund is niet betrokken bij het initiatief CCC303030.


6. De aandacht die elke openbare instelling besteedt aan het klimaat. Nieuwe operationele cijferdoelstellingen opgenomen in de beleidsbrieven

De GOB besteedt aandacht aan het klimaat via zijn milieumanagementsysteem, dat beantwoordt aan de internationale ISO-norm 14001:2015.

Ook iedere overheidsdienst (en ieder bestuur) besteedt aandacht aan het klimaat. Iedere beleidsbrief bevat een strategische doelstelling die erin bestaat bij te dragen tot de klimaatverbintenissen van het gewest om de rechtstreekse en onrechtstreekse uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 40% te verminderen en de Europese doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050 te benaderen. De GOB wil met het oog daarop dan ook een ambitieus milieubeleid (energie, water, afval, aankopen) voeren door de krachtlijnen van zijn meerjarenplan voor duurzame en ethisch verantwoorde aankopen uit te voeren, en een duurzaam mobiliteitsbeleid ontwikkelen door het percentage elektrische en hybride wagens in zijn vloot te verhogen.

Bij perspective.brussels besteedt het departement Territoriale Strategie in al zijn opdrachten aandacht aan het klimaataspect om zo tegemoet te komen aan de ambities die vastgelegd zijn in de gewestelijke beleidsverklaring.


Het GPDO

Het GPDO, dat in juli 2018 werd goedgekeurd, herinnert aan de klimaatambities van het gewest, namelijk de ambitie om de uitstoot van broeikasgassen in 2025 met 30% te verlagen in vergelijking met 1990 (te koppelen aan de Europese verbintenis om in 2020 een verlaging met 40% en tegen 2050 een verlaging met 80 tot 95% na te streven) en het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen tegen 2020 op 0,073 Mtep te brengen. Het GPDO verwijst overigens rechtstreeks naar de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, waaronder DOD 13 “dringende maatregelen nemen om de klimaatverandering en de gevolgen ervan te bestrijden”. Sinds het GPDO heeft het gewest zijn ambities bijgestuurd. De regering streeft er in het energie- en klimaatplan voor 2030 naar om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 40% te verminderen in vergelijking met 2005. Daarnaast verbindt zij zich ertoe om de Europese doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050 te benaderen. Met het oog daarop werkt het gewest een langetermijnstrategie uit met bindende doelstellingen en voert het een evaluatiekader in op basis van een “Brusselse ordonnantie voor het klimaat”. Daarmee engageert Brussel zich als “koolstofarm” gewest.

Perspective.brussels voert zijn opdrachten uit binnen dat kader.


Het GBP

Het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) ondergaat binnenkort een gedeeltelijke wijziging van grote omvang. Dit juridisch bindende instrument legt voor elk perceel op het Brusselse grondgebied vast welke bestemming het mag krijgen en is daardoor van onmiskenbaar belang voor de uitvoering van een gewestelijk klimaatbeleid. De bodembestemming kan immers rechtstreeks en/of onrechtstreeks helpen om de ecologische voetafdruk van het gewest te verbeteren. Daarom zijn met het oog op de wijziging de volgende vijf prioriteiten vastgelegd:

- Natuurlijke netwerken tot stand brengen en de natuur- en groengebieden uitbreiden om de koolstoffixatie en de klimaatregulatie te versterken. De uitbouw van dergelijke netwerken moet er samen met andere maatregelen mee voor helpen zorgen dat het grondgebied beter aangepast is aan de klimaatverandering;

- De stadslandbouw in het Brussels gewest promoten. Door deze activiteit een plaats te geven in de territoriale planning kan het GBP de ontwikkeling ervan bevorderen. Stadslandbouw kan belangrijke voordelen bieden voor het klimaat door de beplante oppervlakte te vergroten, de logistieke noden die gepaard gaan met een massale uitstoot van broeikasgassen sterk te verminderen, een seizoensgebonden voedingsproductie op gang te brengen, die aanleunt bij de natuurlijke cycli en zo bijdraagt tot de circulariteit. Een voedingsproductie dichtbij de Brusselaars biedt een onmiddellijke meerwaarde door hen bewust te maken van het milieu, verspilling tegen te gaan en dus bij te dragen tot de klimaatdoelstellingen;

- Het GPB afstemmen op het GMP. Laatstgenoemd plan stuurt er onder andere op aan om minder gebruik te maken van de personenwagen in de stad en de stedelijke mobiliteit vanuit milieuoogpunt te rationaliseren. Zo zal het GBP er mee voor zorgen dat het zeer klimaatvriendelijke STOP-principe in de praktijk kan worden gebracht;

- De stad intensiveren en verluchten. Door de centrale wijken minder strak te verdichten en op een meer doorgedreven kwaliteitsvolle manier gebruik te maken van de tot dusver onderbenutte sleutellocaties op het grondgebied (openbaar vervoersknooppunten, lokale kernen, …), kan de wijziging van het GBP leiden tot een soberdere stad die beantwoordt aan het concept van de korte-afstandsstad;

- De functies vermengen. Door de verschillende toegestane functies voor een perceel te regelen, werkt het GBP op een zeer directe manier in op de vermenging van functies op het Brusselse grondgebied. Door de totstandbrenging van bepaalde functies te bevorderen of de bouwmogelijkheden voor andere te beperken, heeft het GBP een invloed op de bebouwing. De geplande wijziging is erop gericht het gemengde karakter van het grondgebied, overal waar dat gerechtvaardigd is, te vergroten en op die manier de uitbouw van een tienminutenstad met minder gemotoriseerd verkeer en met wijken die elk verankerd zijn in hun eigen economisch en sociaal ecosysteem, te bevorderen: de vermenging van de functies zal een positieve weerslag hebben op de koolstofafdruk van de wijken.

De Brusselse regering zal die wijziging in fases goedkeuren en zoeken naar een evenwicht tussen de verschillende prioriteiten voor het gewest (ambitieus klimaatbeleid, zorgen voor huisvesting die voor iedereen toegankelijk is, duurzame economische ontwikkeling, …).


De richtplannen van aanleg (RPA’s)

De verschillende RPA’s, waarvan tot op heden nog geen enkel in werking is getreden, helpen om de doelstellingen van het gewest te doen naleven, maar bevatten ook elk een eigen milieu- en klimaatstrategie. Het RPA is een instrument dat tot doel heeft om de grote krachtlijnen voor de inrichting of herinrichting van het gebied waarop het betrekking heeft, vast te leggen (en dus worden concrete oplossingen pas in een later stadium bestudeerd). Daarom moeten we kijken naar wat bepaald is in de strategische hoofdstukken ervan. Zo bepaalt bijvoorbeeld het richtplan van aanleg voor de vroegere kazernes in Elsene dat deze site moet uitgroeien tot een voorbeeld op het vlak van energiebeheer. Aansluitend op de andere geldende energievoorschriften wordt ernaar gestreefd om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden en zoveel mogelijk energie op te wekken uit hernieuwbare bronnen en die dan te gebruiken. Concreter bepaalt het RPA dat onderzocht zal worden of het haalbaar is om een warmte- en koudenet / warmtekrachtkoppelingsnet aan te leggen, wat de klimaatbalans van het project ten goede zou komen. Daarnaast zet het in op de kringloopeconomie en op de voorbeeldige reconversie / energierenovatie van de bestaande gebouwen en stuurt het aan op milieubewust gedrag bij de uitstoot van broeikasgassen (inrichting van een autoloze wijk) …


De stadsvernieuwingscontracten (SVC)

De eerste vijf SVC, waarvan de uitvoering momenteel bezig is, bevatten voorstellen om bepaalde parken (her)aan te leggen (Maximiliaan, Weststation, Zenne, Voor-Zenne). Dat is niet alleen positief voor de levenskwaliteit in de stad, maar ook gunstig voor het hitte-eilandeffect en de luchtkwaliteit. Daarnaast zijn ook nog andere operaties met een bescheidenere impact op het milieu gepland, zoals een kringloopcentrum, de inrichting van spoorwegbermen, …

Het bestek voor SVC 6 “rondom Simonis”, waarvan de uitwerking op 1 april 2020 is gestart, bevat een duidelijke klimaatambitie, waaraan de stadsvernieuwingsoperaties die op basis van de diagnose voor de perimeter in kwestie uitgevoerd zullen worden, moeten voldoen.

Het bijhorende milieueffectenrapport (MER) moet de nodige waarborgen daarvoor bieden.


Be Sustainable en Facilitator Duurzame Wijken

Het Be Sustainable-platform heeft tot doel om volledig in lijn met het GPDO voor Brussel en de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties duurzame wijken tot stand te brengen. De klimaatuitdagingen kaderen in die duurzaamheid.

Perspective.brussels is één van de vijf gewestelijke instellingen voor ruimtelijke ordening en stedelijke herwaardering die het platform ondersteunen en vorm geven. De andere zijn Leefmilieu Brussel, de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI), urban.brussels en de bouwmeester.

Tot slot is in de gewestelijke beleidsverklaring bepaald dat “
elke nieuwe wijk en alle grootschalige stadsontwikkelingsprojecten ontworpen en uitgevoerd zullen worden als duurzame wijk, beoordeeld op basis van het Brusselse referentiesysteem, met klimaatdoelstellingen op lange termijn en een sterke ambitie op het vlak van duurzaamheid”. Perspective.brussels doet voor al zijn dossiers, afhankelijk van de uitwerkingsfase waarin ze zich bevinden, een beroep op dat platform.


Gemeenschappelijke opdrachten van perspective.brussels & Leefmilieu Brussel (departement Territoriale Strategie)

Op 6 november 2019 gaven minister-president Rudi Vervoort en minister Alain Maron Leefmilieu Brussel en perspective.brussels twee opdrachten die ze gezamenlijk moesten uitvoeren: de ene ging over participatie en de andere over stedelijke veerkracht.


Veerkracht // Aanpassing aan de klimaatverandering

De vraag steunt op volgend plan uit de gewestelijke beleidsverklaring:

-
“( ... ) zal het Gewest een stedelijke adaptatiestrategie uittekenen die anticipeert op de klimaatverandering en de economische, sociale en milieurisico’s die daaruit voortvloeien”.

-
“Er zal een strategie van stedelijke veerkracht toegepast worden om op stedenbouwkundig niveau te anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende sociale en milieurisico's. De Regering zal haar beleid inzake het aankopen van terreinen of het sluiten van erfpachtovereenkomsten voortzetten om de verschillende groene of blauwe gebieden met elkaar te verbinden en zo de respectieve netwerken waartoe ze behoren verder te ontwikkelen. Om de biodiversiteit te herstellen, te zorgen voor koele zones tijdens hittegolven en overstromingen te voorkomen, zal de Regering tevens een vergroeningsprogramma ontwikkelen.”

De specificatie “aanpassing aan de klimaatverandering” is er in de loop van de uitvoering van de opdracht, die momenteel bezig is, bijgekomen en vormt nu de hoofdpijler van de opdracht.


Participatie

De vraag steunt op volgend plan uit de gewestelijke beleidsverklaring: “Ze zal een dienst voor participatie oprichten die ermee belast wordt processen van burgerparticipatie te sturen, specifiek voor de RPA’s, grote stedelijke aanlegprojecten, de stadsvernieuwingscontracten en ter ondersteuning eventueel ook de gemeenten wat betreft de wijkcontracten. Deze dienst moet aangepaste methodologieën uitwerken voor elk van de projecten en wordt ermee belast het waar en wanneer te organiseren voor de uitwisselingen tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het participatieproces. In deze denkoefening moet de plaatselijke samenwerkingslogica, of “commons”, een plaats krijgen, waarbij men erop dient toe te zien dat het toegankelijk en openbaar karakter van de ontwikkelde ruimten en initiatieven behouden blijft.“

Participatie is van wezenlijk belang voor een duurzame stad en voor het behalen van klimaatdoelstellingen (bewustmaking en van elkaar leren).

Dankzij het werk dat perspective.brussels de voorbije maanden heeft verricht, kon een strategie worden uitgetekend met het oog op de aanstelling van een referentiepersoon voor participatie (dienst voor participatie), de invoering van een toolbox gekoppeld aan een permanente evaluatie (onder andere in verband met de klimaatuitdagingen) en de gunning van een stockopdracht om de toekomstige opdrachten te begeleiden.


Diagnose die de basis vormt voor de opmaak van het Brusselse herstelplan naar aanleiding van de coronacrisis

Die diagnose besteedde aandacht aan de luchtverontreiniging en in het bijzonder aan de uitstoot omwille van de schadelijke gevolgen ervan voor de gezondheid (bijvoorbeeld: verhoogd risico op luchtweg- en hartaandoeningen) en omdat uit recente studies, die nog bevestigd en grondiger uitgewerkt moeten worden, gebleken is dat sterke luchtvervuiling de coronapandemie erger maakt en leidt tot meer overlijdens dan in een omgeving die minder vervuild is.

De diagnose stelt dat er tijdens de lockdown minder gas verbruikt werd in de gebouwen, waardoor de uitstoot van broeikasgassen door de gebouwen ongeveer 25% lager lag (genormaliseerde uitstoot op basis van het klimaatseffect) en dat er 50% minder autoverkeer was. Bij de berekening van de uitstoot van de gebouwen kon geen onderscheid gemaakt worden tussen de tertiaire sector en de woningen.

In de diagnose wordt er ook op gewezen dat het belangrijk is om de renovatie van gebouwen en de verlaging van de uitstoot van broeikasgassen op te nemen in het herstelplan, dat duurzaamheid en circulariteit in het vooruitzicht moet stellen.

De beleidsbrieven worden momenteel uitgewerkt en zullen in september 2020 klaar zijn.

Voor wat visit.brussels betreft:

o Al bij het begin van de huidige regeerperiode nam de Regering een bijdrage tot de klimaatprioriteiten op in de oriëntatienota en de beleidsbrief van elke minister en elke openbare instelling, maar ook in de doelstellingen die aan de leidende ambtenaren werden opgelegd.
o Uittreksel uit de beleidsbrief van visit.brussels: zie bijgevoegde tabel.

Voor wat de vzw screen.brussels fund betreft:

De vzw screen.brussels fund besteedt al sinds haar oprichting in mei 2016 aandacht aan het klimaat. Zij heeft zich in dat verband aangesloten bij de subgroep Green Regio
https://www.cineregio.org/subgroups/green_regio/ van het netwerk Cineregio https://www.cineregio.org/about_cine-regio/, waarin screen.brussels fund actief is.

Het doel van de subgroep Green Regio is om binnen Europa kennis en ervaringen met elkaar te delen om op basis daarvan instrumenten, maatregelen en beleidsinitiatieven voor een duurzame film- en audiovisuele productie uit te werken. In samenwerking met de andere afdelingen van screen.brussels werden binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest concrete instrumenten en bewustmakingsinitiatieven voor de beroepsmensen uit de sector ontwikkeld: uitgave van een gids met goede praktijken, koolstofcalculator, partnerschap met Net Brussel, verdeling van herbruikbare drinkflessen, begeleiding van proefprojecten, …

Uitvoerige uitleg over die initiatieven is terug te vinden op de website van screen.brussels
https://screen.brussels/nl/ecoverantwoord-filmen