Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende aanhoudend lawaai en trillingen door de doorkomst van de tram ter hoogte van het kruispunt Albert/Molière in Vorst.

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 370)

 
Datum ontvangst: 25/06/2020 Datum publicatie: 07/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De buurtbewoners van het kruispunt tussen de Molièrelaan en de Albertlaan in Vorst ondervinden nu al verscheidene jaren last van de zeer regelmatige doorkomst van tramlijnen 3 en 4.

Zowel overdag als ‘s nachts veroorzaakt de doorkomst van die trams, aan een kennelijk overdreven snelheid, een hels lawaai en trillingen, die zo sterk zijn dat er meerdere barsten zouden waargenomen zijn in de aangrenzende woningen.

De trams zouden op die plaats tegen maximaal 25 km/u voorbijrijden, maar blijkbaar komt het zeer vaak voor dat zij zich veel sneller verplaatsen.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Kunt u ons bevestigen dat het lawaai en de trillingen die veroorzaakt worden door de doorkomst van trams aan hoge snelheid op deze plaats buitensporig is in het licht van de normen die de rust en de kalmte van de buurtbewoners zouden moeten garanderen?

2) Zijn de barsten in de omliggende huizen inderdaad toe te schrijven aan de trillingen door de doorkomst van de tram?

3) Kunt u ons bevestigen dat de trambestuurders de snelheidsbeperking van 20 km/u op die plaats niet naleven? Hoe wordt getracht die snelheidsbeperking te handhaven?

4) Brussel Leefmilieu heeft blijkbaar tests gepland om het geluid en de trillingen op deze plaats te meten. Kunt u ons meer inlichtingen geven over de termijn van die tests? Welke lessen zouden daaruit kunnen worden getrokken?

5) Het lijkt erop dat een gedeeltelijke vermindering van die overlast werd vastgesteld nadat er borden werden geplaatst die de snelheid van de trams ter hoogte van dit kruispunt beperkten tot 25 km/u. Die borden zouden sindsdien weggehaald zijn. Kunt u ons de redenen daarvoor geven? Zal dit soort borden binnenkort opnieuw geïnstalleerd worden?

6) Tijdens de nacht van 18 juni jongstleden heeft de MIVB klaarblijkelijk een aantal herstellingswerken uitgevoerd. Die hebben de situatie inzake lawaai en trillingen niet beter gemaakt. Wat was het precieze doel van die werken? Waarom was het niet mogelijk om de aanpassingen te doen die de buurtbewoners hebben gevraagd?

7) Welke mogelijke oplossingen worden momenteel over het algemeen overwogen? Wat is de stand van het overleg met de MIVB, de buurtbewoners, de gemeente Vorst en Leefmilieu Brussel? Werd een nauwkeurig tijdschema uitgewerkt om een blijvende oplossing te vinden voor deze problematiek?
 
 
Antwoord    1)

In dit stadium kan Leefmilieu Brussel niet bevestigen dat de geluidshinder en de trillingen die door de passage van trams tegen hoge snelheid op deze plaats worden veroorzaakt, buitensporig zijn in het licht van de normen die de rust van de omwonenden moeten waarborgen. Leefmilieu Brussel heeft immers nog geen metingen uitgevoerd. Er is een zogenaamde ‘artikel 10’-procedure van de Geluidsordonnantie (zie uitleg hieronder) ingeleid bij Leefmilieu Brussel en de ontvankelijkheid ervan wordt momenteel geanalyseerd.
Opgemerkt moet worden dat er strikt genomen geen regelgeving ter zake bestaat. De maximaal toegelaten niveaus worden vermeld in de milieuovereenkomst van 25 juni 2004 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de MIVB inzake geluid en trillingen. In de overeenkomst is verduidelijkt dat het referentiewaarden betreft die als richtsnoer moeten dienen voor de actie van de overheid.

2)

Leefmilieu Brussel is niet in staat om deze vraag te beantwoorden. Het is niet eenvoudig de exacte oorzaken te bepalen van structurele problemen die zich voordoen met een gebouw. Dit vereist deskundigheid en monitoring, d.w.z. een opvolging over een lange periode met plaatsbeschrijvingen en periodieke metingen, met name door middel van een systeem van meetpunten waarmee de exacte oorzaken van de problemen kunnen worden gekoppeld aan de vastgestelde gevolgen.

3)

De controle van de snelheid van de trams valt niet onder de bevoegdheden van Leefmilieu Brussel. Leefmilieu Brussel is dus niet in staat deze vraag te beantwoorden.
Volgens de informatie die de MIVB meegedeeld heeft, gold tot eind juni een snelheidsbeperking van 20 km/u voor de trams. Deze is nu vastgesteld op 30 km/u omdat de MIVB sindsdien specifieke infrastructuurwerken heeft uitgevoerd.
In het kader van de opvolging van de bovengenoemde milieuovereenkomst heeft Leefmilieu Brussel onlangs aan de MIVB gevraagd deze snelheidsbeperking van 20 km/u te herstellen.

4)

Zoals uitgelegd, is bij Leefmilieu Brussel een verzoek tot toepassing van de ‘artikel 10’-procedure ingediend. Leefmilieu Brussel staat sinds januari van dit jaar in contact met de omwonenden van deze site. Overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 10 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving, hebben deze omwonenden uiteindelijk een petitie en een officieel verzoek tot objectivering gericht aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Vorst. De gemeente heeft deze ontvangen op 5 mei 2020 en Leefmilieu Brussel heeft van de gemeente een verzoek om advies ontvangen op 29 mei 2020. De ontvankelijkheid van het verzoek wordt momenteel geanalyseerd, met name wat de perimeter betreft.
Ter herinnering: de procedure in artikel 10 van de geluidsordonnantie bepaalt dat een derde van de personen, die al dan niet eigenaar zijn, ten minste achttien jaar oud zijn, woonachtig zijn in de door hen bepaalde perimeter en in de aangrenzende huizenblokken, aan het college van burgemeester en schepenen of aan de Regering kunnen vragen de geluidshinder in hun wijk te onderzoeken. Na het advies van Leefmilieu Brussel te hebben ingewonnen, heeft de overheid drie maanden om een beslissing te nemen. Als ze het verzoek van de omwonenden inwilligt, wordt er een studie uitgevoerd door Leefmilieu Brussel. Die omvat ten minste:
- geluidsmetingen met het oog op een objectieve vaststelling van de waargenomen geluidshinder;
- voorstellen van acties die de geïdentificeerde geluidshinder kunnen verhelpen;
- een begrotingsraming voor deze voorstellen.
In dit geval zou de meetcampagne ten vroegste in september moeten worden uitgevoerd. Dit soort campagnes wordt over het algemeen immers uitgevoerd onder normale (traditionele) verkeersomstandigheden, die zich niet voordoen tijdens vakanties, waarin het verkeer sterk is afgenomen, inclusief het openbaar vervoer.
Zoals bepaald in de geluidsordonnantie, is het aan het einde van deze procedure en als het zwart punt wordt bewezen, d.w.z. als de referentiewaarden worden overschreden, aan de bevoegde overheid om de nodige preventieve of curatieve maatregelen te nemen.

5)

Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega-minister belast met Mobiliteit en de MIVB, mevrouw Elke Van den Brandt.

6)

Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega-minister belast met Mobiliteit en de MIVB, mevrouw Elke Van den Brandt.

7)

Wat Leefmilieu Brussel betreft, is dit punt, naast de behandeling van het bovengenoemde verzoek tot toepassing van artikel 10, besproken tijdens de jaarlijkse raad van bestuur van de milieuovereenkomst die op 2 juli 2020 heeft plaatsgevonden.
De MIVB is zich goed bewust van de situatie en heeft al verschillende stappen ondernomen om de vastgestelde problemen op te lossen. Enerzijds is er een slechte aansluiting tussen de rails en de eigen bedding op het kruispunt, anderzijds is er een slechte configuratie van de funderingen onder de sporen (doorlopende rails zonder ballasten). Deze situatie leidt met name tot abnormale golfslijtage die alleen kan worden verholpen door de sporen te slijpen via de passage van een speciaal voertuig (type Speno). Deze operatie, waarvoor een specifieke offerteaanvraag moet worden uitgeschreven, is gepland voor september. In afwachting heeft de MIVB snelheidsbeperkingen gepland tot eind augustus. Naast de vraag om de snelheid van de trams te beperken tot 20 km/u, heeft Leefmilieu Brussel ook gevraagd om de reeds door de MIVB opgestelde meetrapporten te kunnen raadplegen.
Indien uit het verslag dat in het kader van de ‘artikel 10’-procedure is opgesteld, blijkt dat de referentiewaarden zijn overschreden, is het aan de overheid om een beslissing te nemen. In dit stadium is er geen vernieuwing van de sporen gepland. Volgens de MIVB zal die in 2025 worden overwogen bij de verbouwing van het Albert-station.