Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de klimaatplannen van de openbare vastgoedmaatschappijen.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 215)

 
Datum ontvangst: 03/06/2020 Datum publicatie: 31/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 26/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 6 april heb ik u een vraag gesteld over de verschillende klimaatplannen van de openbare vastgoedmaatschappijen, en dit naar aanleiding van een uiteenzetting door de heer Lionel Godrie, directeur-generaal van de openbare vastgoedmaatschappij (hierna: OVM) “De Brusselse Woning”, voor de commissie Huisvesting in het parlement op 5 maart. Uit deze toelichting is gebleken dat De Brusselse Woning een eigen klimaatplan heeft uitgewerkt om zo 44% van het patrimonium te renoveren naar BEN-woningen (bijna energie-neutrale woningen). Het gehele klimaatplan vereist een budget van maar liefst 74 miljoen euro. Van dat bedrag wordt 37 miljoen euro bijgedragen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het resterend bedrag kan geleend worden tegen gunstige rentevoeten bij de ECB, dixit dhr. Godrie.

Uit uw antwoord en de bijlagen daarbij, blijkt dat de grote meerderheid van de woningen zich in een lagere categorie bevindt dan de (reeds slechte) gemiddelde energieprestatie van woningen in het gewest. Amper 1606 woningen bevinden zich in de goede (groene) A, B en C categorie.
De overgrote meerderheid van de woningen bevindt zich in de slechte tot zeer slechte (oranjerode) E, F en G categorie.

U stelt dat er geen sprake is van een overkoepelend klimaatplan aangezien de andere OVM’s geen specifieke klimaatplannen hebben ontwikkeld.
Enkel de Brusselse Woning heeft zo een plan, en die OVM heeft extra financiering van de stad Brussel gekregen voor de realisatie ervan.

Wat de verbetering van de energieprestatie van het sociale woningenbestand betreft, verwijst u naar het
vierjarenplan dat gericht is op de vermindering van het energieverbruik. Dit plan wordt momenteel uitgewerkt door de BGHM en er werd 50 miljoen euro voor uitgetrokken. Wat het totale budget voor de renovatie van het sociale woningenbestand betreft, voorzag het vierjarenplan 2018-2021 in 300 miljoen euro, waarvan de helft in terugvorderbare voorschotten en de andere helft in subsidies. Het globale budget voor het nieuwe vierjarenplan wordt op 292.875.403 euro geraamd, maar dit bedrag kan nog aanzienlijk toenemen, afhankelijk van de uitvoering en de omvang van de werken, met name in het kader van totaalrenovaties.

Wat tenslotte de uitvoering van het klimaatplan en de coördinatie ervan betreft, verwijst u naar de minister van Leefmilieu. Ik stel evenwel vast dat mijn vraag niet aan hem werd bezorgd, hetgeen nochtans de afgesproken handelswijze is.

***
Ik had u hieromtrent graag een aantal opvolgingsvragen gesteld.

1. Als het gewest 37 miljoen euro bijdraagt voor het
realiseren van het klimaatplan van de Brusselse Woning, hetgeen bijna 50% is van het hele budget, is het wat vreemd dat de andere OVM’s geen klimaatplannen hebben ontwikkeld of ontwikkelen. Heeft het gewest de OVM’s aangemoedigd om een klimaatplan op te maken? Hoe verklaart u dat slechts 1 OVM een plan heeft ingediend voor subsidiëring?;

2. Had het gewest een budget voorzien ter ondersteuning van de klimaatplannen van de OVM’s? Is het gehele budget dan toegekend aan de Brusselse Woning als enige indiener?;

3. Aangezien uit uw antwoord blijkt dat de grote meerderheid van de sociale woningen zich in een lagere categorie bevindt dan de (reeds slechte) gemiddelde energieprestatie van woningen in het gewest, en de overgrote meerderheid van de woningen zich zelfs in de slechte tot zeer slechte (oranjerode) E, F en G categorieën bevindt, is het m.i. niet overbodig om ook andere OVM’s aan te sporen om hun patrimonium op te waarderen op vlak van energieprestaties. Welke initiatieven zal de staatssecretaris hiertoe nemen?;

4. U verwijst naar het opstellen van een vierjarenplan dat gericht is op de vermindering van het energieverbruik. Wanneer zal de BGHM dit plan opleveren? Bovendien lijkt een budget van 50 miljoen euro louter voor het opstellen van een plan excessief, er rekening mee houdende dat er voor de renovatie van het sociale woningenbestand een totaal budget voorzien is van ongeveer 300 miljoen euro. Hoe verklaart u de hoge kost voor het opstellen van het plan?;
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat betreft de plannen voor subsidiëring van de OVM’s:

Het GBV bepaalt het volgende: “Aansluitend bij de doelstellingen van de strategie voor de renovatie van de bestaande gebouwen gaat de Regering een aanvullend vierjarenplan uitwerken om het energieverbruik en de lasten die de huurders van sociale woningen worden aangerekend te verminderen. ”. Door het financieren van de renovatieplannen van de OVM’s wil het Gewest een beleid voeren dat zowel het klimaat als de portefeuille van de huurders ten goede komt.

Wat betreft het geplande budget ter ondersteuning van de klimaatplannen van de OVM’s:

De enveloppe voor het toekomstige renovatieplan van de OVM’s zal besproken worden tijdens de budgettaire besprekingen in het tweede semester.


Hieronder vindt u de antwoorden van de BGHM op uw vragen 3 en 4:


Zoals reeds toegelicht in het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 175 worden er 6.283 woningen bestudeerd met het oog op specifieke energiewerken. Daarnaast worden er aan 1.985 energierenovaties uitgevoerd.



Alle overheidsinstanties (OVM's) zijn betrokken. Dit toont aan dat er initiatieven worden genomen en dat die ook geconcretiseerd worden.

De BGHM steunt de OVM’s ook zowel op het juridische als op het technische vlak om opdrachten voor haalbaarheidsstudies op te stellen in de vorm van een kaderovereenkomst met vaste en voorwaardelijke gedeelten om de renovatiewerken waaronder de werken ter verbetering van de energieprestaties te laten uitvoeren voor projecten die al een financiering hebben gekregen.

Voorts moedigt de BGHM de OVM’s aan om zo snel mogelijk de studies uit te voeren voor de energierenovatieprojecten voor gebouwen die nog niet werden ‘geüpgraded’, zodat ze kunnen worden voorgesteld voor gewestelijke financiering.


De BGHM heeft door haar rol als verstrekker van EPB-certificaten aan het hele patrimonium van de OVM’s, in de loop der jaren een steeds nauwkeuriger beeld gekregen van de energieprestaties van dit patrimonium, zoals ook blijkt in het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 175.

Op basis daarvan werd een KPI voor energieprestatie uitgewerkt. Door de follow-up van deze KPI kunnen de door de OVM’s uit te voeren projecten worden geselecteerd en verantwoord en de efficiëntie ervan achteraf worden gemonitord.

Wat betreft de opmaak van vierjarenplan:


De BGHM voorziet nu al in budgetten voor de opmaak van een toekomstig investeringsplan in samenwerking met de sector.


Er wordt rekening gehouden met de energiekwestie bij de voorbereiding van projecten die in dit plan kunnen worden opgenomen.

In elk geval moet elk project van volledige renovatie of van renovatie van de volledige gebouwschil voldoen aan de wetgeving EPB 2015.


Wat betreft het budget van 50 miljoen euro: dit budget is niet enkel bedoeld voor het opstellen van het toekomstige investeringsplan van 300 miljoen waarvan sprake in uw vraag. Het budget is ook bedoeld voor de financiering van de werken die in de nabije toekomst kunnen worden uitgevoerd, aangezien de studies reeds door de OVM’s zijn uitgevoerd.