Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gewestelijke begeleiding aan gemeenten inzake de dekolonialisering van de openbare ruimte.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 328)

 
Datum ontvangst: 29/06/2020 Datum publicatie: 11/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sedert enkele weken woedt er een grote maatschappelijke discussie in ons land over de standbeelden van Leopold II of andere personen gelinkt met de kolonisering van Congo. 

De Vlaamse regering heeft hierop bijvoorbeeld beslist om een handleiding op te maken in het kader van gecontesteerde beelden of straatnamen. Hiervoor maakt de Vlaamse regering middelen vrij om een ploeg specialisten bijeen te brengen om hierover advies te kunnen geven aan de lokale besturen. Hierin zitten o.m. antropologe Bambi Ceuppens, historicus Mathieu Zana Etambala, historica Sophie De Schaepdrijver, moraalfilosoof Patrick Loobuyck, en filosofe Alicja Gescinska.

Staatssecretaris Smet heeft reeds (misschien voorbarig) aangekondigd dat hij een werkgroep wil oprichten om de standbeelden van Leopold II te verwijderen.
Het is echter nuttiger dat de minister bevoegd voor Lokale Besturen de lead neemt om de gemeenten te helpen nadenken over een gepaste herdenking en mogelijke oplossingen aan te bieden.

Daarom de volgende vragen:

- Hebt u beslist om een soortgelijke werkgroep op te richten met experts waarop gemeenten kunnen steunen voor hun vragen rond deze problematiek? Zo ja, welke experts hebt u gevraagd om in deze werkgroep te zetelen? Hoe is deze selectie tot stand gekomen? Wat is hun doelstelling en werking?

- Hebt u gevraagd aan deze werkgroep om een soort handleiding te maken hoe gemeenten gepast kunnen reageren op vragen van burgers?

- Welke andere regeringsleden zijn hierbij ook betrokken? Zo ja, wat is hun rol en bijdrage in deze werkgroep?

- Welk budget maakt u hiervoor vrij?
 
 
Antwoord    Tijdens de ministerraad van 9 juli 2020 heeft de staatssecretaris belast met Stedenbouw en Erfgoed de Regering inderdaad op de hoogte gebracht van de oprichting van een werkgroep, met zijn steun, om hem te helpen bij het bepalen van de houding die moet worden aangenomen als hij aanvragen ontvangt voor stedenbouwkundige vergunningen voor het weghalen of verplaatsen van kunstwerken die in de openbare ruimte zijn geplaatst en betrekking hebben op het Belgische koloniale verleden.

Er zijn overigens gemeenten die op individuele basis het initiatief genomen hebben om een denkoefening op te starten over de kunstwerken en de straatnamen op hun grondgebied die naar de koloniale geschiedenis verwijzen.

Ik eerbiedig de gemeentelijke autonomie en ben bijgevolg nog niet overgegaan tot het voorstellen van een aanpak om deze initiatieven te coördineren, wetende dat het federaal parlement een commissie heeft opgericht om de maatstaven te bepalen voor zo’n denkoefening op nationaal niveau en dat het wenselijk zou zijn dat de plaatselijke initiatieven in de lijn van dit algemene kader liggen.

Het leek me dus weinig relevant om deze federale en lokale initiatieven te passeren.