Schriftelijke vraag betreffende de resultaten praktijktesten bij aanwerving in Brussel - stand van zaken.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 226)
| Datum ontvangst: 01/07/2020 | Datum publicatie: 11/08/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 27/07/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 03/07/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | De ordonnantie in het kader van de strijd tegen discriminatie op de arbeidsmarkt die de arbeidsinspectie praktijktesten en mystery calls toelaat bestaat echt sinds september 2019. Op 2 oktober 2019 liet de Minister voor Werk de volgende zaken optekenen: “We weten allemaal dat de bestrijding van discriminatie bij aanwerving een belangrijke uitdaging blijft in Brussel.” “Vijftien dossiers in Brussel lijkt weinig, maar dit is nog maar het eerste jaar. We zijn dus heel tevreden met de resultaten.[…] Ik zal binnenkort contact opnemen met staatssecretaris Ben Hamou. […] Mijn kabinet en dat van staatssecretaris Ben Hamou gaan samen een ruimere communicatiecampagne voeren om meer mensen aan te zetten tot het melden van discriminatie.” Tot slot lees ik nog het volgende: “We zijn ook van plan om nog andere tools uit te werken die discriminatie in het Brussels Gewest aan het licht moeten brengen.” Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel: - Hoeveel klachten omtrent kwamen er rond discriminatie bij aanwerving sedert de start van 2020? Uit welke sectoren waren de meeste klachten afkomstig? - Hoeveel dossiers zijn er onderzocht? Voor hoeveel dossiers voerde men praktijktesten/mystery calls door? - Hoeveel van die klachten werden doorgestuurd door respectievelijk Unia en de bevoegde Brusselse instantie? - In hoeveel gevallen kon discriminatie worden aangetoond en werd er naar de rechtbank gestapt of een waarschuwing gegeven? - Kunt u meedelen hoe u deze waarschuwingen opvolgt? - Worden de bovenstaande cijfers meegenomen in het bestuderen van toekomstige maatregelen? - Onderzoekt uw administratie of er een uitbreiding van de ordonnantie over de praktijktesten op discriminatie op de arbeidsmarkt nuttig is? Zo ja, welke (voorlopige) conclusies heeft het onderzoek opgeleverd? Is discriminatie op basis van homofobie een uitbreiding die onderzocht wordt? - Hoe verloopt de samenwerking en communicatie met de partners en relevante actoren in dit dossier? Welke feedback of eisen ontving u aangaande deze problematiek? - Hebt u beslist om een sensibiliseringscampagne te lanceren over het belang van het neerleggen van klacht? Welk tijdskader stelt u in deze voorop? - Hoever staat u met het uitwerken van andere tools die discriminatie op de arbeidsmarkt in kaart brengt en bestrijdt? |
| Antwoord | Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de heer Bernard Clerfayt, minister voor Werk en Beroepsopleiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |