Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende elektromagnetische verontreiniging (elektrosmog), elektrohypersensitiviteit (EHS) en gebouwen uitgerust met bescherming tegen elektromagnetische golven.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 387)

 
Datum ontvangst: 17/06/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 28 mei 2018 heb ik de vorige minister, Céline Fremault (cdH), belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, ondervraagd over de elektromagnetische verontreiniging (elektrosmog), de elektrohypersensitiviteit (EHS) en de woningen uitgerust met bescherming tegen de elektromagnetische golven.1

Op 17 juni 2020, d.w.z. twee jaar later, zou ik willen terugkomen op dit onderwerp en u de volgende vragen stellen:

1. Welke vooruitgang is geboekt om de elektromagnetische verontreiniging concreet in kaart te brengen en te meten en de risico’s ervan zo goed mogelijk te evalueren:

a. op het niveau van het grondgebied van het Brussels Gewest?
b. op het niveau van de woningen?
c. op het niveau van de openbare gebouwen (scholen, gemeentebesturen, ziekenhuizen, bibliotheken, metrostations, ...)?

2. Zijn er maatregelen genomen door het Gewest om de elektromagnetische verontreiniging (elektrosmog) te bestrijden? Zo ja, welke?

3. Zijn er maatregelen genomen door het Gewest om de bewoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te informeren en/of te sensibiliseren voor de ongewenste gevolgen en gevaren van de elektromagnetische verontreiniging? Zo ja, welke? Komt er in voorkomend geval een informatie- of sensibiliseringscampagne, of zelfs een elektrosmogplan? Zo ja, wanneer en wie zal daarvoor instaan?


1 http://weblex.brussels/data/crb/bqr/2017-18/00042/IMAGES.pdf#page=127, blz. 127, geraadpleegd op 17 juni 2020.
 
 
Antwoord    1

a) Kwantificering van de verontreiniging 
De ordonnantie van 1 maart 2007 (gewijzigd op 3 april 2014) betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen onderwerpt de zendantennes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan een immissienorm van 6 volt per meter. Met andere woorden, de Brusselse burgers mogen op geen enkele voor het publiek toegankelijke plaats worden blootgesteld aan meer dan 6 volt per meter. Het bijzondere van deze norm is dat hij algemeen is en daarom een nuttig instrument is om een groot deel van de elektrosmog te beoordelen. Om de correcte toepassing van deze norm te verzekeren, vereist een uitvoeringsbesluit van de ordonnantie dat de operatoren van bepaalde zendantennes een milieuvergunning verkrijgen vooraleer ze de antennes in werking stellen.
Deze norm houdt echter geen rekening met de particuliere emissiebronnen binnenshuis, die over het algemeen veel kleiner zijn (dect-telefonie, wifi, enz.).

b) Meting van de verontreiniging 
De inspecteurs van Leefmilieu Brussel voeren metingen uit in het kader van het Wetboek van Inspectie. In artikel 13, § 1, van het wetboek is bepaald dat deze verontreinigingsmetingen bedoeld zijn om de naleving van twee wetgevingsteksten inzake elektromagnetische verontreiniging te controleren:
- de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen;
- de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (rub. 148 - statische transformatoren met een nominaal vermogen van 250 kVA of meer) en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 september 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor statische transformatoren met een nominaal vermogen van 250 kVA tot 1.000 kVA.

Deze normen en de genomen maatregelen zijn van toepassing op alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Zowel buiten als binnen woningen of openbare gebouwen.

c) Beoordeling van de gevaarlijkheid
Gezien de onzekerheid over de gezondheidseffecten van de radiofrequenties heeft de Brusselse regering beslist het voorzorgsbeginsel toe te passen, dat door het Belgische Grondwettelijk Hof is gevalideerd, door een norm op te leggen die 50 keer strenger is dan de door de WHO aanbevolen waarden, namelijk 6 volt per meter.

Sinds 2015 wordt wetenschappelijk toezicht georganiseerd via de oprichting van een onafhankelijk comité van deskundigen op het gebied van niet-ioniserende straling. Dit laatste bestaat uit negen leden met gevarieerde ervaring, namelijk een medisch, wetenschappelijk, economisch of technisch relevante expertise in het licht van de ordonnantie van 1 maart 2007. Het comité heeft de taak om de uitvoering van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten te evalueren, met name ten aanzien van de evoluties van de technologie en de wetenschappelijke kennis, de economische vereisten en de volksgezondheidseisen.

De jaarverslagen van het comité van deskundigen kunnen worden geraadpleegd op de website van Leefmilieu Brussel.


2

a) Met betrekking tot de blootstelling aan hoogfrequente elektromagnetische straling

In de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen is een blootstellingsnorm vastgelegd die op ieder moment en in alle voor het publiek toegankelijke gebieden in Brussel van toepassing is. De blootstellingsnorm voor de straling van zendantennes bedraagt 6 volt per meter (bij de referentiefrequentie van 900 MHz), d.w.z. een blootstellingswaarde die 50 keer lager ligt dan de door de WHO aanbevolen grenswaarde (of 42 V/m).

Om deze ordonnantie toe te passen, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een reeks maatregelen genomen om de elektromagnetische verontreiniging te bestrijden, zoals:

Voorafgaand:
- de verplichting voor de mobiele-telefonieoperatoren om een milieuvergunning voor de uitbating van hun antennepark te verkrijgen. Het doel van de milieuvergunning is om de toepassing van de geldende norm te waarborgen, en dus om ervoor te zorgen dat een gezonde omgeving in termen van golven te allen tijde wordt gegarandeerd op voor het publiek toegankelijke plaatsen.
- de verplichting voor de mobiele-telefonieoperatoren om Leefmilieu Brussel, op diens verzoek, hun netwerkconfiguratie en het vermogen van hun antennes mee te delen.

In geval van vermoeden van overmatige blootstelling aan elektromagnetische straling:
- de Brusselse burger of een gemeente kan te allen tijde een verzoek tot meting indienen bij de inspectiedienst van Leefmilieu Brussel. Bij overschrijding van de norm van 6 volt per meter worden aan de operatoren sancties opgelegd overeenkomstig de geldende wetgeving (Wetboek van Inspectie of ordonnantie van 1 maart 2007).
- Leefmilieu Brussel kan ook op eigen initiatief controles uitvoeren om na te gaan of de in de vergunningen opgelegde exploitatievoorwaarden worden nageleefd of om na te gaan of antennes zonder vergunning inderdaad geen ingedeelde inrichtingen zijn (effectief EIRP-vermogen < 2W).

Doorlopend:
Een wetenschappelijk toezicht, uitgevoerd door een comité van multidisciplinaire deskundigen dat de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van elektromagnetisme en de adequaatheid van de Brusselse wetgeving op dit gebied waarborgt.

b) Met betrekking tot de blootstelling aan laagfrequente elektromagnetische straling

Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 september 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor statische transformatoren met een nominaal vermogen van 250 kVA tot 1.000 kVA stelt een grenswaarde voor magnetische inductie aan de buitenzijde van lokalen voor elektriciteitstransformatie vast op 100 µT.

Bovendien worden voor nieuwe statische transformatoren die aan een milieuvergunning onderworpen zijn, strengere waarden opgelegd voor alle lokalen in de buurt van de transformatoren waar kinderen onder de 15 jaar kunnen verblijven: ofwel 0,4 µT, ofwel de laagst mogelijke grenswaarde en nooit hoger dan 10 µT wanneer wordt vastgesteld dat naleving van de richtwaarde van 0,4 µT om technische en/of economische redenen onuitvoerbaar is (ministeriële omzendbrief van 29 maart 2013 betreffende magnetische velden verbonden aan de transformatorstations voor elektriciteit (statische transformatoren)).

Wat de magnetische velden verbonden aan hoogspanningskabels betreft, hebben de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en Elia in mei 2017 een verplicht protocol ondertekend voor de plaatsing van nieuwe hoogspanningskabels. Dit protocol beschrijft alle goede praktijken die moeten worden toegepast in het kader van de plaatsing van 150 kV-kabels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zodat ze ver van de gevels van woningen worden geplaatst.

c) Met betrekking tot particuliere toestellen, bronnen van elektrosmog

De apparaten van particulieren die elektromagnetische golven uitzenden, zijn onderworpen aan federale of Europese normen.
Elektronische communicatietoestellen zoals gsm’s of draadloze telefoons vallen bijvoorbeeld niet onder de Brusselse norm, maar moeten voldoen aan de eisen van een Europese richtlijn.
De wifisystemen moeten voldoen aan een federale wet op de privé-telecommunicatie.

Hetzelfde geldt voor elektrische apparaten die straling uitzenden, zoals babyfoons, microgolfovens, microfoons, draadloze luidsprekers, verbonden objecten, enz., die ook onderworpen zijn aan strenge federale normen voor het in de handel brengen ervan.

3

Binnen de grenzen van zijn bevoegdheden verstrekt Leefmilieu Brussel de Brusselse burger de meest volledige en duidelijke informatie over de bijzonder complexe kwestie van het elektromagnetisme.

Naast de reglementaire aspecten van de naleving van de norm van 6 volt per meter en de publicatie van milieuvergunningen, stelt Leefmilieu Brussel de resultaten van de simulaties die in het kader van een vergunningsaanvraag worden uitgevoerd ter beschikking via een 3D-viewer die toegankelijk is op de website van Leefmilieu Brussel. Het is dus voor iedereen mogelijk om de elektromagnetische vel