Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omzetting van Europese richtlijnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de visie op het cohesiebeleid.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 203)

 
Datum ontvangst: 16/06/2020 Datum publicatie: 07/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 31/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/07/2020 Ontvankelijk p.m.
31/08/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In de nota’s van de ministerraad werd recent een stand van zaken besproken betreffende de omzetting van Europese richtlijnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHR-PS-17.67811, situatie op 1 mei 2020).

In dezelfde ministerraad werd er een regeringsnota goedgekeurd m.b.t. de coördinatie en strategie van het Europees cohesiebeleid op Brussels grondgebied besproken (BHR-RV-69.67928).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Mag ik vernemen wat de stand van zaken is van de omzetting van Europese richtlijnen? Hoeveel richtlijnen moeten er nog omgezet worden? Wat is per richtlijn de voorziene timing?

- In welke dossiers is er een vertraging en voor welke richtlijnen heeft de Europese Commissie een procedure opgestart? Kan u toelichten waar mogelijke vertragingen of obstakels aan te wijten zijn? Kunt u meedelen hoe snel BHG gemiddeld de richtlijnen omzet?

- In hoeverre bestudeert u of de betrokken nota niet kan overgemaakt worden aan het parlement? In hoeverre overweegt de regering om maandelijks een stand van zaken op te sturen naar het parlement voor wat betreft de omzettingen en in welke procedures het parlement zal moeten optreden?

- Er was vorige legislatuur een probleem rond een omzetting van een richtlijn rond breedbandinternet: kunt u meedelen of het juridisch dispuut met de Europese Commissie en een bijbehorende boete is afgerond?

- Kunt u de visie en strategie op het Europees cohesiebeleid uiteenzetten? Wat zijn de krachtlijnen en pijlers voor de fondsen EFRO en ESF+ voor de programmering 2021-2027 nader toelichten? Wanneer stelt u deze strategie voor aan het parlement? Hoe is deze strategie tot stand gekomen? Met welke actoren en andere beleidsniveaus is deze besproken geweest?

- Hebt u beslist om een structurele gedachtewisseling te organiseren omtrent de voortgang en inbreng in het Belgische EU-beleid en belangrijke debatten in de Europese Unie, zoals MFK, Brexit, etc.?

- Mag ik vernemen welke standpunten BHG al heeft ingenomen in de Raden die ons Gewest in naam van ons koninkrijk opvolgt en hiervan de woordvoerder is?
 
 
Antwoord    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor de omzetting van de richtlijnen in de domeinen waarvoor het bevoegd is. In dat verband besteden de administraties en de Regering bijzondere aandacht aan de goedkeuring van de volledige omzettingsmaatregelen binnen een zo kort mogelijke termijn.

Ter informatie: op 1 juli 2020 was er voor 19 richtlijnen een omzettingsprocedure aan de gang in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zie bijlage 1). Daarnaast werden er nog eens vier richtlijnen onderzocht om te bepalen of ze al dan niet tot het gewestelijke bevoegdheidsdomein behoren.

Als een richtlijn omgezet moet worden op gewestelijk niveau, stelt (stellen) de bevoegde administratie(s) alles in het werk om de omzettingsmaatregelen goed te keuren en binnen de toegestane termijnen mee te delen. Voor elke richtlijn geldt een verschillende omzettingstermijn, die kan gaan van enkele weken tot meerdere jaren. Het is dan ook onmogelijk een gemiddelde omzettingstermijn te berekenen of hoeveel tijd het Gewest gemiddeld nodig heeft om alle vereiste omzettingsmaatregelen goed te keuren, aangezien de planning voor de goedkeuring van de maatregelen afhangt van de complexiteit van de goed te keuren maatregelen en de termijn die in de tekst van de richtlijn werd vastgesteld. Derhalve bevat het jaarverslag van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de omzetting en de uitvoering van het Europese recht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat elk jaar aan het Parlement wordt voorgelegd, de volledige lijst met alle richtlijnen waarvan de omzetting lopende is, evenals een overzicht van alle lopende procedures.

Ondanks dat het Gewest alles in het werk stelt om de omzettingsmaatregelen tijdig goed te keuren en aan de Europese Commissie mee te delen, zijn er nog steeds vertragingen, hoewel de duur ervan voortdurend afneemt. Op 1 juli 2020 waren er vier richtlijnen die niet tijdig werden omgezet (2018/1846, 2018/822, 2018/844 en 2018/645). De Europese Unie neemt echter steeds meer transversale richtlijnen aan, i.e. teksten die tot de bevoegdheid van meerdere politieke verantwoordelijken en afdelingen behoren. Zo is het mogelijk dat een richtlijn betrekking heeft op een materie die zowel tot de federale, de gewestelijke als de bevoegdheid van de gemeenschappen behoort of op een materie waarvoor verschillende Brusselse besturen en instellingen van openbaar nut bevoegd zijn. In dat geval is een intraregionale en vaak ook intra-Belgische coördinatie vereist om de richtlijn op een vlotte en homogene manier om te kunnen zetten, wat het omzettingsproces kan verlengen.

In geval van een laattijdige omzetting start de Europese Commissie een inbreukprocedure. Ze doet dat trouwens steeds vaker. Op dit moment lopen er veertig inbreukprocedures tegen België wegens het niet meedelen van omzettingsmaatregelen, waarvan er negen betrekking hebben op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het bijgevoegde document vindt u een gedetailleerd overzicht van deze procedures (bijlage 2). De Commissie opent een inbreukdossier zodra haar diensten een omzetting als onvolledig beschouwen. Als een enkele Belgische entiteit niet alle omzettingsmaatregelen meedeelt die tot haar bevoegdheden behoren of als de Commissie van mening is dat deze mededeling onvolledig is, wordt een dossier geopend tegen België. Bijgevolg gebeurt het dat er dossiers worden geopend voor maatregelen waarvoor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wel degelijk in orde is, maar een of meerdere andere entiteiten daarentegen de maatregelen die tot hun respectieve bevoegdheden behoren niet hebben aangenomen of meegedeeld. We benadrukken dan ook dat in zes van de negen geopende dossiers het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verklaard heeft de richtlijn in kwestie volledig te hebben omgezet.

Om de twee maanden ontvangt de Regering van de gewestelijke administratie een overzichtstabel met de voortgang van elk omzettingsdossier. Als het opportuun zou blijken, kan deze tabel ook maandelijks voorgelegd worden.

Wat
Broadband-dossier betreft, verwijs ik u voor meer informatie door naar de Minister-President, die dit dossier beheert.

Wat het Europese cohesiebeleid betreft, is het in de eerste plaats belangrijk op te merken dat de Europese Unie tot op heden noch het budgettaire, noch het reglementaire kader volledig heeft vastgesteld. Het Gewest heeft het werk echter al aangevat vertrekkende van de voorstellen die de Commissie geformuleerd heeft. Wat het EFRO betreft, verwijzen ik u voor meer informatie door naar de minister-president, maar ik kan u alvast meedelen dat met behulp van een strategische nota op 25 juni jongstleden de bakens van het werk al werden uitgezet. Daarbij heeft de Regering zich gebaseerd op de specifieke richtsnoeren inzake investeringen evenals op de gewestelijke prioriteiten die vastgelegd zijn in de gewestelijke algemene beleidsverklaring. Over deze nota moet nog overlegd worden met de partners van de Programmering, zodat het bestuur het eigenlijke Operationele Programma kan opstellen. Volgens de categorieën van actoren die op Europees niveau gedefinieerd werden, zullen de volgende actoren deel uitmaken van dit partnerschap:

a) stedelijke en andere overheden: Brulocalis (Vereniging van de Stad en de gemeenten) en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (ook stedelijke overheid), de gemeenschapsbesturen ;

b) economische en sociale partners: Economische en Sociale Raad van het BHG ;

c) de desbetreffende instanties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen: Confederatie Bouw (omwille van de ambitie van het OP in verband met energierenovatie), Raad voor het Wetenschapsbeleid,
de milieupartners: Raad voor het Leefmilieu van het BHG,
de instanties die tot taak hebben sociale insluiting, grondrechten, rechten van personen met een handicap, gendergelijkheid en non-discriminatie te bevorderen: Unia voor non-discriminatie en de rechten van personen met een handicap,
het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

Wat het ESF+ betreft, verzoek ik u zich tot de minister van Werk te richten.

Wat betreft de uitwisseling van strategische standpunten m.b.t. het Europese beleid, brengen Brussels International en de Delegatie van het BHG de adviseurs inzake Europese aangelegenheden van de BHR regelmatig op de hoogte, naargelang de actualiteit en de kerndossiers. Zo wordt de voltallige Regering op de hoogte gehouden van de Europese uitdagingen en de ermee samenhangende belangen voor het BHG. Het Brusselse Parlement beschikt over een Commissie die belast is met de Europese zaken, waarin deze gedachtewisseling zou kunnen plaatsvinden.

Wat betreft de standpunten die het BHG al heeft ingenomen in de raden, kan ik u tot slot meedelen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Belgisch woordvoerder was in de Raad Onderzoek van juli 2019 tot juni 2020. Sinds 1 juli 2020 is het Gewest Belgisch woordvoerder in de Raad Milieu. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mag geen eigen standpunt innemen in deze raden aangezien het België vertegenwoordigt en de interventies van de Brusselse ministers de vrucht zijn van overleg tussen de deelstaten en de federale overheid. Soms is het echter mogelijk bepaalde standpunten een duwtje in een of andere richting te geven. Zo heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er in de Raad Onderzoek op aangedrongen dat het man-vrouwevenwicht (Gender balance) in acht genomen werd, evenals duurzame en ecologische innovatie.