Schriftelijke vraag betreffende de strijd tegen huisjesmelkers op gewestelijk niveau.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 227)
| Datum ontvangst: 30/06/2020 | Datum publicatie: 31/08/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 31/08/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 07/07/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | De spanningen op de Brusselse huisvestingsmarkt zijn al sinds langer gekend. Die spanningen beslaan verschillende domeinen en aspecten van zowel het globale gewestelijke huisvestingsbeleid als van de verschillende gemeentelijke aanpakken hieromtrent. Een van deze aspecten bestaat erin om de strijd tegen huisjesmelkers aan te binden. Zij zorgen er immers middels woekerprijzen en onverzorgde panden voor dat de Brusselse huurmarkt onnatuurlijk opgeblazen blijft. Enkele maanden terug liet de gemeente Anderlecht daaromtrent reeds weten dat het een prioriteit zal maken van de strijd tegen huisjesmelkers. Zodra de gemeente een klacht krijgt over een huisjesmelker stuurt ze controleurs ter plaatse. Zij kunnen een proces-verbaal opstellen en overmaken aan het parket, dat op zijn beurt de huisjesmelker kan vervolgen. In de praktijk gebeurt dat enkel bij ernstige inbreuken, maar dan nog kan Anderlecht een administratieve boete opleggen. In de recentste beleidsnota omtrent Huisvesting wordt de strijd tegen huisjesmelkers eveneens aangehaald: “In de strijd tegen ongezonde woningen, huisjesmelkers en discriminatie op de huisvestingsmarkt, zal de Regering de middelen die ze ter beschikking stelt van de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) verdriedubbelen. Bedoeling is om de controles op te voeren en te garanderen dat de woningen voldoen aan de veiligheids-, gezondheids- en uitrustingseisen die zijn opgelegd in de Brusselse Huisvestingscode. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel: - Kan u toelichten welke concrete maatregelen of initiatieven u reeds ondernomen heeft in de strijd tegen huisjesmelkers sinds de start van deze legislatuur in het kader van uw bevoegdheden? Beschikt u over indicatoren die de grootte van deze problematiek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen inschatten? Hoeveel keer heeft de Huisvestingsinspectie een klacht ontvangen en effectief een controle uitgevoerd? In hoeveel gevallen werd de klacht daarbij terecht bevonden? Kan u de klachten onderverdelen per gemeente? - Op welke manier hebt u initiatieven ondernomen om deze problematiek met de gemeenten te bespreken en een gecoördineerd en gewestelijk beleid op poten te zetten? - Kan u uiteenzetten welke initiatieven u hebt ondernomen om de samenwerking tussen de DGHI en de dienst ongezonde woningen van de gemeentebesturen te versterken? Welke stappen zijn daarin nog te nemen? - Beschikt u over informatie per gemeente wat hun aanpak is inzake de strijd tegen huisjesmelkers? Kan u dit gedetailleerd toelichten per gemeente? - Heeft in het bijzonder de gemeente Anderlecht contact opgenomen met uw administratie omtrent hun nieuwe beleid ter zake? - Kan u een stand van zaken geven wat betreft het op te stellen gewestelijk plan voor huisvestingsinspectie? Wanneer hebt u voorgenomen u deze oefening te kunnen finaliseren en uitrollen? Welke actoren worden hierbij betrokken? Welke middelen trekt u hiervoor uit? - Kan u toelichten op welke manier de middelen en noden van de DGHI geanalyseerd worden? Welke parameters worden hierbij in rekening gebracht? Wat is hieruit voortgekomen? Indien nog niet, wanneer hebt u beslist dat deze oefening afgerond moet zijn? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Antwoord | Het begrip huisjesmelkers wordt gedefinieerd in de voorwaarden van artikel 433decies van het Strafwetboek. De DGHI werkt samen met het parket in een hoedanigheid van deskundige. De DGHI heeft deze rol 5 keer vervuld in 2019 en een keer in 2020. Voor 2020 is het belangrijk om te weten dat het controlewerk op het terrein niet gedurende het volledige tweede kwartaal kon worden uitgevoerd als gevolg van de coronacrisis. In 2019 registreerde de DGHI 526 klachten. In 2020 heeft de DGHI op 9 juli 234 klachten geregistreerd. Ook hier moet rekening worden gehouden met de COVID-19-crisis, die zeker invloed heeft gehad op het aantal klachten. In 2019 werd er meteen na het bezoek 1 woning conform verklaard. In 2020 waren dat er 2. De klachten zijn dus in meer dan 99% van de gevallen terecht. Hieronder vindt u de uitsplitsing van de klachten per gemeente op 9 juli 2020:
Op 4 februari 2019 organiseerde de DGHI een algemene informatiesessie voor gemeenten en OCMW's. Onze procedures werden opnieuw aan de belanghebbenden voorgesteld. Op 24 september 2019 werd een colloquium gehouden over de gevolgen van de Brusselse Huisvestingscode voor het huurwoningenbestand na 15 jaar bestaan. Dit colloquium bracht zowel de partners van de DGHI zoals de gemeente Schaarbeek, de vzw Convivence en het parket, als vertegenwoordigers van de sector zoals de BBRoW en het NEMS samen. Tijdens dit colloquium konden ervaringen worden uitgewisseld tussen het Vlaams en Waals Gewest en het vredegerecht. Er namen 283 mensen aan deel, onder wie heel wat gemeenteambtenaren. Voorts heeft de DGHI regelmatig gesprekken met de gemeenten: Elsene (augustus 2019), Molenbeek (september 2019), Evere en Jette (november 2019), Sint-Lambrechts-Woluwe (december 2019), Oudergem en Sint Gillis (januari 2020), Ganshoren (juli 2020). De vergaderingen met Anderlecht en Etterbeek, die werden afgelast als gevolg van de lockdown, zullen binnenkort opnieuw gepland worden. Het gewestelijke plan voor huisvestingsinspectie wordt momenteel opgesteld. De beleidslijnen ervan zullen met name afhangen van de keuzes die in het kader van het volgende begrotingsconclaaf gemaakt worden. De actoren die hierbij worden betrokken (gemeenten, verenigingssector, huurders- en verhuurdersverenigingen, enz.) hangen af van de te nemen maatregelen. Dit gewestelijke plan heeft als doel om de instrumenten te bepalen die de DGHI nodig heeft om haar opdrachten efficiënter te kunnen uitvoeren. Dit kan betekenen dat er wijzigingen in de wet- en regelgeving moeten worden aangebracht, dat er efficiëntere administratieve processen moeten worden opgezet of dat de samenwerking met de gemeenten moet worden versterkt. In sommige gevallen kunnen deze verbeterde procedures worden gerealiseerd met bestaande middelen, voor andere gevallen zullen er bij de komende begrotingswerkzaamheden bijkomende personele middelen of werkingskredieten worden gevraagd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||