Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vooruitgang met een Smart City-project in een van uw bevoegdheden.

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 208)

 
Datum ontvangst: 03/07/2020 Datum publicatie: 21/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 08/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 8 juni 2018 ondervroeg ik de hele Brusselse regering (m.u.v. de minister belast met Financiën, die volgens de diensten van het Brussels Parlement niet kan ondervraagd worden) over de vooruitgang die werd geboekt met de begeleidingsprocedure van het CIBG om elk ministerieel kabinet te helpen nadenken over een Smart City-project in een van zijn bevoegdheden.1 Met andere woorden, elke minister en staatsecretaris van de toenmalige Brusselse gewestregering moest nadenken over een Smart City-project in een van zijn bevoegdheden.

Zoals u weet, moet de aanpak voor een Smart City-beleid transversaal zijn, over alle beleidsterreinen heen en in overleg met de verschillende belanghebbenden.

Vandaag, vrijdag 3 juli 2020, twee jaar later, wil ik graag terugkomen op dit Smart City project en met u de balans opmaken:

1. Hoe staat het met het project dat onder de vorige zittingsperiode werd gestart? Werd de continuïteit van het project verzekerd na de gewestverkiezingen van 26 mei 2020 en de installatie van uw kabinet?
2. Werden na dit project systemen, diensten en applicaties uitgerold en zijn ze nu functioneel? Zo ja, welke, waar, waarvoor, door wie en voor wie? Welke samenwerkingsverbanden werden er aangegaan en met wie precies?
3. Werd ingevolge dit project een Open Data versie van de gegevens die door deze systemen, diensten of applicaties worden verwerkt, geïmplementeerd en beschikbaar gesteld aan een breed publiek? Zo ja, voor wie en wanneer?
4. Ten slotte, voldoet dit project (en de daaruit voortvloeiende applicaties en gegevens) aan de conformiteitseisen van de Europese GDPR?


1 nlhttp://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141285&base=1&taal=nl,
nlhttp://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141281&base=1&taal=nl,
http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141277&base=1&taal=nl,
nlhttp://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141273&base=1&taal=nl,
nlhttp://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141269&base=1&taal=nl,
nlhttp://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141264&base=1&taal=nl,
http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=141260&base=1&taal=nl, geraadpleegd op 3 juli 2020.
 
 
Antwoord    Een van de sleutelbegrippen van een Smart City ligt in de ‘gegevens’. De gegevens zijn de grondslagen van elke Smart City. Ze leiden immers naar intelligente oplossingen.

Die gegevens moeten betrouwbaar en kwaliteitsvol zijn. Ze moeten ook op een gestructureerde manier beschreven worden en zodanig vorm worden gegeven dat ze geanalyseerd en begrepen kunnen worden door informatiesystemen. Ze moeten ook gestandaardiseerd worden opdat de verschillende informatiesystemen elkaar kunnen begrijpen (principe van interoperabiliteit). Tot slot en bovenal moeten ze tijdens hun levenscyclus beveiligd worden.


Er werd al een grote hoeveelheid gegevens gegenereerd bij Urban.brussels dankzij de bestaande installaties (met name in de domeinen erfgoed via ‘Monument’ en stedenbouw via ‘Nota’). De staat van de informaticatools werd dus bestudeerd door de nieuwe IT-cel en er werden zowel een ontwikkelingsschema als een projectprogrammatie gerealiseerd. Urban heeft de demarches om een deel van zijn bestaande informaticatools te moderniseren dus al aangevat.

Behalve de vervanging van de huidige tools en hun functionaliteiten moet er ook worden overgegaan tot een paradigmaverschuiving door digitale diensten voor te stellen binnen Urban om de stromen te dematerialiseren en de informatieoverdracht te versnellen. Op technologisch vlak concretiseert zich dat via de implementatie van twee tools:
- De digitale mailindicator. Deze software is bedoeld om de in- en uitkomende en interne stromen van Urban te dematerialiseren. - De handtekenmappen worden dus vervangen door elektronische validatiecircuits en de documenten worden, indien nodig, enkel aan het eind van de keten afgedrukt.

- Het ‘low-dev’-platform, een technologiezuil die het mogelijk maakt om complexe workflows te ontwikkelen, evenals functionaliteiten van het type ‘dossierbeheer’. Het low-dev-platform zal ook toegang mogelijk moeten maken voor de verschillende partijen die bij het proces betrokken zijn, dus voor de aanvrager, bovenop de administratie. Momenteel worden de kandidaturen geanalyseerd en de toekenning van de opdracht zou voor eind 2020 plaats moeten vinden.

U zult begrepen hebben dat het belang van de gegevens binnen Urban absoluut wordt erkend. Er kan bijvoorbeeld ook worden verwezen naar het dematerialiseringsproces in het kader van het beheer van stedenbouwkundige vergunningen, de invoering van het ‘Open Data’-beleid en het ‘Only once’-principe.

Merk op dat onder de projecten van het smart city-concept ‘BruGIS’ het meest bekend en erkend is in het buitenland.
Dat project is bestemd voor iedereen - het grote publiek, de beroepswereld (stedenbouwkundigen, architecten, notarissen,...), de gemeentebesturen - en is een kostbare bron voor stedenbouwkundige informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Dankzij de nieuwe versie van de BruGIS-site, die onder impuls van Urban is ontstaan, is een betere dienst voor de gebruikers mogelijk, wordt voorop gelopen met de laatste technologieën in het GIS Open Source-domein, wordt een performantere navigatie op verschillende dragers aangeboden en kan de tool met nieuwe functionaliteiten worden verrijkt.

We werken altijd verder aan de verbetering van de terbeschikkinggestelde cartografische tools.

In die optiek voert Urban de projecten zo uit dat ze aan de door de regering vastgelegde voorschriften tegemoetkomen. In dat opzicht bekleedt Urban een sterke positie tussen de belangrijke actoren van ‘Brussels Smart City’, waarover u meer informatie kunt vinden op de volgende website: https://smartcity.brussels

Als besluit verduidelijk ik dat het geheel aan projecten altijd aan de conformiteitseisen van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming voldoen.

De door de DBDMH tijdens de vorige legislatuur gelanceerde projecten, met uitzondering van CitizenMap, werden verlengd en verbeterd.
Andere projecten werden uitgevoerd of worden momenteel afgerond, zoals de digitalisering van verzoeken voor preventie en de integratie met NOVA via de Brusselse data-integrator Fidus.

Er worden ook stappen ondernomen in de richting van Leefmilieu Brussel –milieuvergunning of URBAN.brussels om de digitalisering van de informatiestromen tussen onze instellingen te verzekeren.

Bij de projecten die tijdens de vorige legislatuur werden gelanceerd lag de nadruk intern op de verbetering van ons beheer en de verspreiding van informatie naar de personeelsleden van de DBDMH. Het doel van de nieuwe projecten is het verbeteren van de uitwisseling tussen instellingen zoals de stedenbouwkundige diensten via NOVA, Leefmilieu Brussel, URBAN. Brussels. Tegelijkertijd heeft de DBDHM het gebruik van het programma ambuweb – van het ministerie van Volksgezondheid – ingevoerd voor alle ziekenwagens, waardoor de implementatie van één enkel medisch dossier voor de burger gewaarborgd is.

Het principe van opendata wordt toegepast door middel van wijzigingen in Open Street Map (verandering van straatrichting, afgesloten straten), waardoor deze dan toegankelijk zijn voor de hele gemeenschap.

De DBDMH hecht veel belang aan de naleving van de AVG. De verschillende ontwikkelingen worden door onze DPO gevolgd, in het kader waar persoonlijke gegevens aanwezig zijn.
De uitwisseling tussen de instellingen gebeurt via de Brusselse data-integrator Fidus, die instaat voor de tracering van de gegevens.

De vergunning werd verleend door de CBPL – Brusselse Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer – die de aard van de uitwisselingen tussen de stedenbouwkundige diensten, URBAN en de preventiedienst van de DBDMH heeft gevalideerd, in overeenstemming met de geldende wetgeving.
BEW: Behalve de terbeschikkingstelling van gegevenssets op het Open Data-platform beschikt Brussel Economie en Werkgelegenheid niet over informatie inzake het gebruik ervan door het publiek.
Daarvoor moet de vraag worden gesteld aan de minister bevoegd voor informatica.
Hub.brussels heeft geen informatie over Smart City dat wordt beheerd door CIBG.