Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende werkgelegenheid en steun aan ondernemingen in het kader van de Covid-crisis - steun voor leningen.

Indiener(s)
Francis Dagrin
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 170)

 
Datum ontvangst: 10/07/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 10/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds enkele maanden neemt de regering met het oog op de huidige crisis noodmaatregelen op sociaal en economisch gebied. Veel werd aangekondigd, en we willen graag de balans opmaken.

Inzake de leningen van finance&invest.brussels voor horecagelegenheden van ten minste 10 VTE:

- hoeveel aanvragen werden ingediend voor hoeveel bedrijven?
- hoeveel van deze aanvragen werden geweigerd en om welke redenen?
- hoe worden de te lenen of geleende bedragen uitgesplitst?

Inzake de achtergestelde leningen met lage rente voor de belangrijke leveranciers in de Brusselse horecasector:

- hoeveel aanvragen werden ingediend voor hoeveel bedrijven?
- hoeveel van deze aanvragen zijn er afgewezen en om welke redenen?
- wat is de verdeling van de te lenen of geleende bedragen?

Inzake microkredieten (recover-leningen BRUSOC van max. 15.000 euro voor zko's):

- hoeveel aanvragen werden ingediend voor hoeveel bedrijven?
- hoeveel van deze aanvragen werden geweigerd en om welke redenen?
- hoe zijn de bedragen die worden of zijn uitgeleend, verdeeld?

Wat betreft de leningen van maximaal 25.000 euro aan ondernemers die lid zijn van een arbeidscoöperatie (Smart ISIS-DiES, Bruccop, Saticoop, Rcoop):

- hoeveel aanvragen werden ingediend voor hoeveel bedrijven?
- hoeveel van deze aanvragen werden geweigerd en om welke redenen?
- hoe worden de bedragen die worden of zijn uitgeleend, verdeeld?

Met betrekking tot de begin juni aangekondigde Proxi-lening:

- hoeveel aanvragen werden ingediend voor hoeveel bedrijven?
- hoeveel van deze aanvragen werden geweigerd en om welke redenen?
- hoe worden de te lenen of geleende bedragen uitgesplitst?
- wat is het totale bedrag van de geplande belastingkredieten?
- welk bedrag is voorzien om de investering van 30% terug te betalen indien de kredietnemers niet in staat zijn om terug te betalen?

Wat betreft de toekenning van overheidswaarborgen via het Brussels Waarborgfonds voor bankleningen:

- wat is de stand van zaken? Wat houdt dit tegen? Wanneer is deze dienst klaar?
 
 
Antwoord   

De situatie van de gedelegeerde opdrachten HORECA en HORECA-leveranciers die aan Finance&Invest werden toevertrouwd, ziet er als volgt uit:

 

 

Restaurant/Café

Hotel

Leverancier

Totaal #

Totaal k€

 

 

#

k€

#

k€

#

k€

 

Geweigerde aanvragen (op basis van de vereiste criteria)

17

0

4

0

7

0

28

0

Ingetrokken

0

0

0

0

1

50

1

50

Hangend

2

550

0

0

1

80

3

630

Lopend

7

2.100

1

450

2

250

10

2.800

Toegekende leningen

13

4.905

7

2.350

8

2.330

28

9.585

TOTAAL AANVRAGEN (aantal ondernemingen die zich hebben opgegeven)

 

 

 

 

 

 

70

13.065

Gemiddeld bedrag van de leningen

 

 

 

 

 

 

 

326

Toekenningspercentage op 20 augustus 2020 (uitgedrukt in aantal aanvragen)

 

 

 

 

 

 

 

40%

Percentage dossiers dat nog onderzocht wordt (uitgedrukt in aantal aanvragen)

 

 

 

 

 

 

 

14%

                         

 

De geweigerde aanvragen voor de hotelsector hebben vrijwel uitsluitend betrekking op de kandidaat ondernemingen die minder dan 10 VTE in dienst hebben. Dit is het enige vereiste criterium van het besluit tot gedelegeerde opdracht. Hetzelfde geldt voor de eventuele geweigerde restaurants ook al mag hier niet uit het oog verloren worden dat uit de analyse van de financiële situatie van verschillende dossiers is gebleken dat hun toestand reeds eind 2019 te verzwakt was. Voor de horecaleveranciers heeft hoofdzakelijk het gebrek aan bewijs van leveringen aan ten minste 30 Brusselse vestigingen geleid tot het niet verlenen van een krediet.

 

Met betrekking tot de nieuwe gedelegeerde opdracht voor de ondersteuning van de coöperaties, die ook aan Finance&Invest werd toegekend, werden 4 aanvragen ingediend en aanvaard. Dit stemt overeen met een totaalbedrag van 1.950 k€, dat als volgt verdeeld is:

 

Smart Coop – Verenigde Producties vzw

1700

Brucoop

50

Saticoop

125

Isis-Dies

75

 

Met betrekking tot de RECOVER-leningen die door Brusoc, een dochtermaatschappij van de GIMB, toegekend worden, is de toestand op 12 augustus als volgt (de eerstvolgende beslissingen worden pas medio september genomen):

 

# Ondernemingen die contact hebben opgenomen voor een RECOVER-lening

             1.454

 

TOEKENNING VAN DE LENINGEN:

 

# Ondernemingen (volledige aanvragen)

221

     

 

 

 

Wedersamenstelling van het bedrijfskapitaal

49%

# Aanvragen die worden behandeld

67

 

Handelsschulden en achterstallige huurgelden

39%

# Behandelde aanvragen

154

 

Aanvullen van de voorraad

12%

Aanvaarde aanvragen

99

     

Geweigerde aanvragen

55

     

 

 

     

Volume van de investeringen (€)

     1.318.200

 

HORECASECTOR:

 

Gemiddeld krediet (€)

           13.315

 

# HORECA:

38

 

 

 

% van de investering:

39%

 

De weigeringsgronden hebben over het algemeen betrekking op:

  • een gebrek aan terugbetalingscapaciteit,
  • het feit dat de onderneming niet daadwerkelijk getroffen wordt door de crisis,
  • het feit dat de onderneming onvoldoende haar financieringsbehoefte kan rechtvaardigen.

 

Met betrekking tot het Brussels Waarborgfonds, dat door Finance&Invest via haar dochtermaatschappij Brusoc voor rekening van het Gewest beheerd wordt, heeft de federale staat sinds april een staatswaarborg ingesteld. De eerste versie hiervan voorzag een maximale looptijd van 12 maanden voor het krediet. Deze termijn was echter dikwijls te kort om de ondernemingen voldoende financiële ademruimte te bieden. De werking van het Brussels Waarborgfonds werd bijgevolg herzien om in het belang van het gewest en de Brusselse ondernemingen ter aanvulling van de federale regeling een financiële dekking van het gewest uit te werken. De onderliggende logica was dat de federale waarborg de liquiditeitskredieten op korte termijn moest dekken, terwijl het Brussels Waarborgfonds de kredieten op langere termijn dekt.

 

De federale waarborg werd inmiddels eind juli aangepast, waarbij de looptijd werd opgetrokken tot maximum 36 maanden. De banken die sinds april een beroep hebben gedaan op de staatswaarborg zullen hier tijdens de komende weken/maanden nauwgezetter gebruik van moeten maken.

 

Tijdens hun veelvuldige contacten met het Brussels Waarborgfonds spitsen de banken zich vooral toe op de uitvoering van de federale waarborgregeling.

 

Het BWF wordt op dat vlak (volgens de stand van zaken op 18 augustus 2020) voor punctuele gevallen gecontacteerd, meer bepaald wanneer de bank na een diepgaande analyse van mening is dat een gewestwaarborg voor een langere termijn zou kunnen aangevraagd worden. De gewestwaarborg vult aldus de federale regeling aan maar het Fonds ziet erop toe dat beide regelingen elkaar niet overlappen.

 

De activiteiten van het Fonds zullen blijven opgevolgd worden en een aanpassing van de huidige interventies zou naargelang de resultaten kunnen overwogen worden.

 

De ondersteuning die door het Fonds aan de bedrijven die door de Coronacrisis getroffen worden, geboden wordt, wordt opgevolgd en ziet er samengevat als volgt uit: er werden, ten eerste, tot dusver 4 nieuwe dossiers ingediend: 2 daarvan werden geweigerd (voor een gemiddeld gewaarborgd bedrag van 140.000 EUR) en 2 werden aanvaard (voor een gemiddeld gewaarborgd bedrag van 237.250 EUR). Ten tweede werd voor 82 waarborgdossiers een moratorium ingesteld.

 

Het Fonds blijft ondertussen eveneens de bedrijven die opgericht, overgedragen of verder ontwikkeld worden, ondersteunen.

 

Het bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de Proxi-lening werd op 19 juni jongstleden in tweede lezing aangenomen. Het uitvoeringsbesluit, dat op 16 juli in eerste lezing werd goedgekeurd, werd aan de Raad van State overgemaakt. Een antwoord wordt verwacht tegen 7 september.  Deze regeling zou dus vanaf eind september-begin oktober van kracht moeten zijn. 

De geraamde jaarlijkse enveloppe van ongeveer 1.000.000 euro werd berekend op basis van de gelijkaardige regeling, de Winwin-lening, die in het Vlaams gewest van toepassing is. Dit is trouwens geen gesloten enveloppe.