Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het fonds van 60 miljoen voor de Brusselse gemeenten om de demografische groei op te vangen

Indiener(s)
Gaëtan Van Goidsenhoven
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 361)

 
Datum ontvangst: 10/07/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onlangs hebt u laten weten dat u een fonds van 60 miljoen euro voor de gemeenten hebt vrijgemaakt om de demografische groei in ons Gewest op te vangen. De Brusselse regering heeft een ontwerp van besluit in die zin aangenomen.

Om middelen uit het fonds te krijgen, moeten de gemeenten vóór 30 september eerstkomend reageren op een oproep tot het indienen van projecten. Uiterlijk 30 oktober 2020 moeten ze dan weten of de ingediende projecten geselecteerd zijn.

De projecten kunnen betrekking hebben op verschillende sectoren, waaronder de aanleg van speelpleinen, crèches of gemeentescholen, huisvesting en sport- of culturele infrastructuren.

Om mijn informatie aan te vullen, had ik u graag de volgende vragen gesteld:

1) Kunt u meer informatie verstrekken over de regels van de projectoproep?
2) Wat zijn de belangrijkste bakens om te bepalen welke type project in aanmerking komt voor financiële steun?
3) Is de projectoproep officieel meegedeeld aan de gemeentebesturen van de negentien gemeenten van ons Gewest?
4) Het bedrag van 60 miljoen zou a priori worden toegewezen volgens de verdeelsleutel die wordt gehanteerd voor de algemene dotatie aan de gemeenten. Bevestigt u dat?
5) Kan u toelichtingen verstrekken over de garanties voor een objectieve verdeling van de middelen uit het fonds onder de gemeenten?
6) Tot slot weten we dat bepaalde gemeenten over veel infrastructuren beschikken ten koste van de armere gemeenten. Zal daarmee rekening worden gehouden bij de verdeling van de middelen uit het fonds onder de gemeenten en zal aldus naar sociale rechtvaardigheid worden gestreefd?
 
 
Antwoord    De gemeenten moeten antwoorden op de projectoproep tegen 30 september 2020; een goedkeuring van het BGHGT over het in aanmerking komen van de projecten zal uiterlijk op 30 oktober 2020 worden doorgegeven.

De gemeenten kunnen na 30 september 2020 een project toevoegen tot 1 september 2022 (op een met redenen omkleed verzoek). In dat geval beschikt de BGHGT over 30 dagen om zich uit te spreken over het in aanmerking komen van een ingediend project/de ingediende projecten.

De ingediende projecten moeten aan 3 voorwaarden voldoen: een minimale afschrijvingsduur van 20 jaar hebben; tegemoetkomen aan een behoefte in verband met de bevolkingsgroei en de uitgave met betrekking tot deze investering moet worden vastgelegd in de begrotingen van de gemeenten in 2020, 2021 of 2022 (of de opdracht voor werken aangekondigd in 2020-2021-2022).

De gemeente kan tot 1 november 2022 een aanvraag tot tussenkomst indienen bij het BGHGT. Bij de aanvraag tot tussenkomst moet de beraadslaging tot gunning van de opdracht gevoegd worden (en de kennisgeving van de opdracht aan de begunstigde, indien de opdracht reeds werd aangekondigd) voor de projecten voor werken, alsook de beraadslaging van de Raad om vastgoed aan te kopen en de voorlopige verkoopovereenkomst voor aankoopprojecten. Vervolgens zal een ontwerp van leenovereenkomst worden opgesteld tussen de gemeente en de BGHGT die, wanneer alle partijen het hebben ondertekend, zal leiden tot het storten van de lening.

De gemeente die een lening van de BGHGT heeft genoten, zal jaarlijks een verslag moeten bezorgen over de stand van zaken van het project tot het volledig verwezenlijkt werd, en vervolgens de bewijsstukken van het gebruik van de toegekende lening overmaken.

De volledige projectoproep is beschikbaar op de portaalsite van de plaatselijke besturen: http://plaatselijke-besturen.brussels/nl/herfinancieringsfonds-projectoproep?set_language=nl.

Voor wat betreft de karakteristieken die het soort project bepalen dat het voorwerp kan uitmaken van de financiële steun, zal de BGHGT zich uitspreken op basis van drie voorwaarden bepaald door het besluit van 25 juni 2020 (artikel 1, §2 en artikel 3, §4 en 5):
- De projecten komen tegemoet aan een behoefte in verband met de bevolkingsgroei;
- De projecten bestaan uit investeringen met een minimale afschrijvingsduur van 20 jaar;
- De uitgaven met betrekking tot de investering zullen boekhoudkundig worden vastgelegd (of de opdrachten worden aangekondigd aan de begunstigde) in 2020, 2021 of 2022.
Op 26 juni 2020 werd een brief met de projectoproep verstuurd aan de Colleges van Burgemeester en Schepenen van de 19 Brusselse gemeenten. Tegelijkertijd werd deze brief per e-mail verzonden naar de contactpersonen in de gemeentelijke administraties.

Het bedrag van 60 miljoen wordt tussen de gemeenten verdeeld op basis van hun aandeel in de algemene dotatie aan de gemeenten zoals bepaald in artikel 2, §1 van het besluit van de RBHG van 25 juni 2020 (pro rata van het aandeel van de gemeente in de algemene dotatie aan de gemeenten.

Aangezien de algemene dotatie aan de gemeenten vastgesteld wordt op basis van objectieve criteria teneinde rekening te houden met de socio-economische context van iedere gemeente, met name op het vlak van de bevolking (bevolkingsgroei op 10 jaar), de bevolkingsdichtheid en armoede, kan men stellen dat de verdeling objectief is.

Tot slot werd er geen rekening gehouden met het huidige aanbod aan gemeentelijke infrastructuur in het kader van de verdeling van de 60 miljoen euro. De verdeling wordt gebaseerd op het aandeel van de gemeenten in de algemene dotatie aan de gemeenten. Het doel is de gemeenten financieel te ondersteunen bij hun investeringsprojecten om te beantwoorden hun behoeften als gevolg van de bevolkingsgroei. Deze behoeften kunnen betrekking hebben op verschillende sectoren, zoals huisvesting, kinderopvang, onderwijs, sport- en culturele voorzieningen, onthaal van de burger, etc.