Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de meetstations tijdens de lockdown

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 402)

 
Datum ontvangst: 10/07/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 31/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Wanneer men de internetsite van de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) raadpleegt, kan men bijvoorbeeld vaststellen dat de meetstations aan de Belliardstraat en het Europees Parlement defect waren van 24 maart tot 18 april 2020. Daardoor kunnen onder meer de gegevens over stikstofdioxide (NO2) niet worden geraadpleegd. Het feit dat die twee meetstations tegelijkertijd en tijdens de lockdown “defect” waren, doet vragen rijzen…

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Waarom verstrekken de meetstations aan het Europees Parlement en de Belliardstraat geen enkel gegeven voor de periode van 24 maart tot 18 april 2020?
o Gaat het om een panne? Zo ja, wat was het probleem en hoe werd het opgelost?
o Werden de meetstations buiten werking gesteld? Zo ja, waarom?
- Waren er andere meetstations "defect" tijdens de lockdown?
o Zo ja, welke? Wat was het probleem en hoe werd het opgelost?
- Kunt u een lijst bezorgen van de pannes van de meetstations sinds het begin van de zittingsperiode?
o Gelieve de naam van het meetstation, de datums van de pannes, de redenen en de geïmplementeerde oplossing te vermelden.
- Hoe werden de pannes geïntegreerd in de analyse die Leefmilieu Brussel op 22 mei 2020 heeft gepresenteerd?
o Werd het tekort aan gegevens aangevuld met gemiddelden of simulaties? Zo ja, kunt de berekeningsmethode toelichten?
o Werd het tekort aan gegevens vermeld in het rapport van Leefmilieu Brussel?
 
 
Antwoord    1)

De stations Parlement EU (41B006) en Belliard (41B008) worden niet beheerd door Leefmilieu Brussel.

Zij vallen onder de verantwoordelijkheid van het Europees Parlement in het kader van zijn uitbatingsvergunning.

Het technisch beheer van deze twee stations werd toevertrouwd aan de firma ETS in het kader van een onderaanneming.

De niet-gevalideerde gegevens worden in real time doorgestuurd naar Leefmilieu Brussel, die ze ter beschikking stelt van het publiek via de websites van IRCEL-CELINE en Leefmilieu Brussel, alsook via de smartphoneapplicaties Brussels Air en BELAIR.

De gevalideerde gegevens worden op een later tijdstip doorgestuurd om te worden geïntegreerd in de databanken van IRCEL-CELINE en Leefmilieu Brussel.

In de periode van 24 maart tot 18 april 2020 zijn geen gegevens verloren gegaan.

De gegevens waren normaal gesproken toegankelijk op de websites van IRCEL-CELINE (
https://www.irceline.be/fr/qualite-de-lair/mesures/dioxyde-dazote/last-14-days) en Leefmilieu Brussel.

Slechts één van de tools die op de website van IRCEL-CELINE beschikbaar worden gesteld, heeft een IT-probleem ondervonden (https://www.irceline.be/fr/qualite-de-lair/mesures/monitoring-stations), zonder dat er sprake is van enig probleem met de dataverwerving.


2)

Tijdens de lockdown-periode heeft geen enkel station een storing op middellange of lange termijn ondervonden.

Ondanks de Covid-maatregelen, bleef het "Luchtkwaliteitslaboratorium" van Leefmilieu Brussel het netwerk nauwlettend opvolgen om het gegevensverlies tot een minimum te beperken en de kwaliteit van de uitgevoerde metingen te garanderen.


3)

De telemetrische netwerkmeettoestellen zijn ultramoderne instrumenten die de luchtkwaliteit continu opvolgen en 24 uur per dag en 7 dagen per week werken.

Om deze goede werking te garanderen is regelmatig onderhoud van deze meetinstrumenten noodzakelijk.

Bovendien leidt hun ononderbroken werking onvermijdelijk tot storingen.

Richtlijn 2008/50/EG (aangevuld met de IPR) bepaalt dat voor een bepaald kalenderjaar 85% van de meetgegevens per uur voor elke verontreinigende stof (en dus per analysetoestel) beschikbaar moet zijn voor alle meetstations zodat de hieruit resulterende statistische indicatoren kunnen worden berekend.

De 15% gegevensverlies die in de richtlijn is toegestaan en voorzien, omvat het onderhoud en de kalibratie (5%) alsmede het oplossen van storingen in de analysetoestellen (max. 10%).

Onderstaande tabel geeft voor elke verontreinigende stof (elk analysetoestel) de uurrendementen voor 2019 weer voor alle meetstations die door Leefmilieu Brussel worden beheerd, alsook voor de meetstations van het Europees Parlement (41B006 en 41B008) de meetstations die door de private firma ETS worden beheerd.

De grijze vakken geven aan dat de verontreinigende stof niet in een bepaald station werd gemeten.

Voor de waarden in het rood, werd de 85% dataverwerving niet gerespecteerd.

Stations gérées par Bruxelles Environnement

Stations beheerd door Leefmilieu Brussel

Stations gérées par Parl. EU

Stations beheerd door het EU ParL

41B001

41B004

41B011

41MEU1

41N043

41R001

41R002

41R012

41WOL1

41B006

41B008

NO2

97

94

96

98

96

96

92

94

96

55

76

PM10

88

43

89

93

90

87

PM2.5

89

51

90

93

91

O3

98

97

71

95

98

97

96

SO2

98

94

87

98

99

96

CO

89

90

88

91

91

87

38

91



Uit deze tabel blijkt dat voor de meetstations die door Leefmilieu Brussel worden beheerd, alle rendementen meer bedragen dan 85%, behalve voor de meting van PM10/PM2.5 en voor de meting van de ozon in het Meudon-station (41MEU1):
- Wat de fijne stofdeeltjes betreft, is de oscillerende microbalans, d.w.z. het hart van de TEOM-FDMS, die PM10 en PM2,5 meet, gebroken en heeft de vervanging ervan door de fabrikant veel tijd gekost.
- Voor de ozonmeting was het verlies van gegevens het gevolg van een herhaaldelijk probleem met de kalibratie van het toestel dat niet door de fabrikant zelf kon worden verklaard en waarvan de oplossing dan ook veel tijd in beslag heeft genomen.


4)

Wat de analyseverslagen over de concentraties tijdens de lockdown betreft, bedroeg voor alle bestudeerde verontreinigende stoffen in de periode van 19 maart tot 3 mei 2020 het rendement meer dan 85%.

De statistieken konden dus worden opgesteld zonder dat er beroep moest worden gedaan op een procedure om ontbrekende gegevens te reconstrueren.