Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het telewerk in de overheidsdiensten van het Gewest

Indiener(s)
Latifa Aït Baala
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 483)

 
Datum ontvangst: 10/07/2020 Datum publicatie: 21/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Gelet op de huidige crisis, zal telewerk waarschijnlijk exponentieel toenemen. Deze manier van werken biedt veel voordelen: tijdswinst, productiviteit, tevreden medewerkers, positieve invloed op het milieu. Ongeacht de activiteitensector, is er altijd een basisbehoefte: interactieve menselijke aanwezigheid. Dus telewerken, ja, wanneer het nuttig is.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- De cijfers over het aantal medewerkers die telewerken, zijn al meegedeeld. Kunt u echter voor de jaren 2018 en 2019 een uitsplitsing volgens geslacht (aantal en percentage) geven van het aantal medewerkers die in uw ION’s aan telewerk doen, en daarbij voor elke groep preciseren of het om occasioneel of structureel telewerk gaat?
- Hoeveel dagen telewerk werden door uw kabinetsmedewerkers gepresteerd vóór maart en tijdens de lockdown, nog steeds rekening houdend met de genderdimensie?
 
 
Antwoord    Voor Brussel-Mobiliteit
De gegevens betreffen de gehele Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB).

In 2018 bedroeg het aantal telewerkers 1.369, als volgt verdeeld: 1013 structurele telewerkers, 247 occasionele en 109 mobiele.



De verdeling volgens geslacht voor structureel telewerk:
- Vrouwen: 676, d.w.z. 66,73% van het totale aantal structurele telewerkers en 49,38% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)
- Mannen: 337, d.w.z. 33,24% van het totale aantal structurele telewerkers en 24,62% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)




voor occasioneel telewerk:
- Vrouwen: 143, d.w.z. 57,89% van het totale aantal occasionele telewerkers en 10,45% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)
- Mannen: 104, d.w.z. 42,11% van het totale aantal occasionele telewerkers en 7,61% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)



In 2019 bedroeg het aantal telewerkers 1.369, als volgt verdeeld: 1185 structurele telewerkers, 177 occasionele en 55 mobiele.


De verdeling volgens geslacht voor structureel telewerk:
- Vrouwen: 763, d.w.z. 64,41% van het totale aantal structurele telewerkers en 52,38% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)
- Mannen: 422, d.w.z. 35,59% van het totale aantal structurele telewerkers en 29,47% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)




voor occasioneel telewerk:
- Vrouwen: 99, d.w.z. 55,93% van het totale aantal occasionele telewerkers en 6,91% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)
- Mannen: 78, d.w.z. 44,07% van het totale aantal occasionele telewerkers en 5,45% van het totale aantal telewerkers (alle categorieën samen)
Voor parking.brussels
Bij parking.brussels hebben in 2018 63 mensen op 164 getelewerkt, dat is 38,4% van het personeelsbestand. Het ging om 31 vrouwen en 32 mannen. 43% van hen koos structureel voor telewerk (daarvan 58% mannen en 42% vrouwen).
In 2019 hebben 76 mensen op 221 getelewerkt, dat is 34,4% van het personeelsbestand. Het ging om 38 vrouwen en 38 mannen. 46% van hen koos structureel voor telewerk (daarvan 60% mannen en 40% vrouwen).
Voor de MIVB
Bij de MIVB was er geen structureel georganiseerd thuiswerk in 2018 en 2019.

Alleen de (directie)kaderleden die geen prikklok gebruiken konden op uitzonderlijke basis van thuis uit werken.
Er bestaat dus geen register dat deze uitzonderlijke dagen van thuiswerk weergeeft.
Voor het kabinet
Voor de periode van de confinement werd er slechts sporadisch thuisgewerkt door onze medewerkers.
Tijdens de confinement werkten alle medewerkers van ons kabinet slechts 1 dag in de week op kantoor. Voor de rest van de dagen werkten onze medewerkers thuis. Hierin werd geen onderscheid gemaakt tussen de genders. Tussen maart 2020 en juli 2020 waren er 105 werkdagen, daarvan waren er dus ongeveer 1/5e dagen dat medewerkers op het kabinet fysiek aanwezig waren.