Schriftelijke vraag betreffende het telewerk in de overheidsdiensten van het Gewest
- Indiener(s)
- Latifa Aït Baala
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 213)
Datum ontvangst: 10/07/2020 | Datum publicatie: 16/09/2020 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 01/09/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
17/07/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Gelet op de huidige crisis, zal telewerk waarschijnlijk exponentieel toenemen. Deze manier van werken biedt veel voordelen: tijdswinst, productiviteit, tevreden medewerkers, positieve invloed op het milieu. Ongeacht de activiteitensector, is er altijd een basisbehoefte: interactieve menselijke aanwezigheid. Dus telewerken, ja, wanneer het nuttig is. In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld: - De cijfers over het aantal medewerkers die telewerken, zijn al meegedeeld. Kunt u echter voor de jaren 2018 en 2019 een uitsplitsing volgens geslacht (aantal en percentage) geven van het aantal medewerkers die in uw ION’s aan telewerk doen, en daarbij voor elke groep preciseren of het om occasioneel of structureel telewerk gaat? - Hoeveel dagen telewerk werden door uw kabinetsmedewerkers gepresteerd vóór maart en tijdens de lockdown, nog steeds rekening houdend met de genderdimensie? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord | Wat urban.brussels betreft :
Wat DBDMH betreft :
Sommige functies die door administratief personeel worden uitgevoerd, staan geen telewerk toe (onthaalpersoneel, schoonmaakpersoneel, keukenpersoneel...) Wat hub.brussels betreft : Binnen hub.brussels is telewerk in april 2018 ingevoerd als proefproject. De werknemers die structureel telewerkten, werden opgevolgd. De andere medewerkers werden de facto opgevolgd in het systeem van occasioneel telewerk. In 2019 werd een systeem op poten gezet om meer bepaald de telewerkers op te volgen die gebruikmaakten van occasioneel telewerk. De doelstellingen voor 2018 en 2019 waren de volgende:
158 van de 249 werknemers in Brussel deden voor 13 maart 2020 aan telewerk, structureel of occasioneel, voor een totaal aan 988,5 dagen:
Vanaf 13 maart was voltijds telewerk de regel binnen het Agentschap. Enkel de functies die zich niet leenden voor telewerk, konden op het kantoor worden voortgezet: de raadgevers van 1819 en de versterkingen, de logistieke assistenten en de field collaborators. Vanaf 15 juin was een vrijwillige terugkeer mogelijk. De medewerkers moesten zich in een van de twee voorgestelde bubbels inschrijven: o GROEP A: aanwezig op maandag en donderdag o GROEP B: aanwezig op dinsdag en vrijdag 82 medewerkers hebben zich in de bubbels ingeschreven, met de volgende verdeling:
Wat het kabinet betreft : Voor 13 maart konden kabinetsmedewerkers niet telewerken. Enkel in specifieke gevallen werd telewerk uitzonderlijk toegelaten. Vanaf 13 maart was telewerk mogelijk mits fysieke permanentie en continuïteit van de kabinetswerking gegarandeerd was. Vanaf 16 maart was telewerk de norm voor iedereen. Elke collega kon 1 vaste dag per week naar kabinet komen. Vanaf 18 maart was telewerk verplicht. Vanaf 1 juni tot op heden blijft veralgemeend telewerk de norm. Maar elke cel kan opnieuw 1 vaste dag per week op kabinet komen werken. |