Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de belasting op automatische ontspanningstoestellen

Indiener(s)
Emmanuel De Bock
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 146)

 
Datum ontvangst: 16/07/2020 Datum publicatie: 08/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 19/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gestijfd met ontvangsten uit de belasting op automatische ontspanningstoestellen.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

1. Welke bedrag aan fiscale ontvangsten uit de belasting op automatische ontspanningstoestellen heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de laatste twee begrotingsjaren (2018 en 2019) geïnd?
2. Hoeveel automatische ontspanningstoestellen zijn in 2018 en 2019 geregistreerd en onderworpen aan deze gewestbelasting? Hoeveel belastingplichtigen hebben de belasting op automatische ontspanningstoestellen moeten betalen in 2018 en 2019?
3. Hoeveel nieuwe verschuldigden van de belasting op automatische ontspanningstoestellen werden tijdens de aanslagjaren 2018 en 2019 ingekohierd? Hoeveel belastingplichtigen werden daarentegen tijdens de laatste twee aanslagjaren van de rol geschrapt?
4. Hoeveel automatische ontspanningstoestellen waren op 1 januari 2020 in het Brussels Gewest geregistreerd?
5. Er zij tot slot op gewezen dat de FOD Financiën de belasting op automatische ontspanningstoestellen nog steeds gratis int voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Heeft de gewestregering de mogelijkheid onderzocht om de dienst voor de belasting op automatische ontspanningstoestellen over te nemen tijdens deze zittingsperiode? Zo ja, heeft de Brusselse regering besprekingen met de federale regering aangevat om de overname door Brussel Fiscaliteit voor te bereiden? Hebt u al een tijdschema voor de overname vastgesteld? Zo ja, vanaf wanneer zou de gewestelijke belastingadministratie in staat moeten zijn om de belasting op automatische ontspanningstoestellen zelf te innen?
 
 
Antwoord    In antwoord op deze schriftelijke vraag, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende meedelen.

In 2018 heeft de FOD Financiën in het kader van de belasting op automatische ontspanningstoestellen een bedrag van 10.021.539,98 EUR aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestort. In 2019 ging het om 10.336.230,28 EUR.

Voor wat betreft de overige vragen, meldt de FOD Financiën dat de belastingplichtigen niet het aantal toestellen aangegeven, maar per categorie de fiscale kentekens bestellen die op de toestellen moeten worden aangebracht. Het precies aantal toestellen is dus niet gekend, maar de FOD Financiën zal zo snel mogelijk het aantal fiscale kentekens meedelen dat in 2018 en 2019 werd afgeleverd (gelet op de bijzondere omstandigheden waarmee de diensten geconfronteerd worden, zijn nog niet alle statistieken beschikbaar).



Wat ten slotte de overname van de dienst van deze belasting betreft, voorziet de huidige planning eerst de overname van de dienst van de successie- en registratierechten. Dienaangaande verwijs ik naar mijn antwoord op uw mondelinge vraag die werd behandeld in de Commissie Financiën en Algemene Zaken van 20 januari jl.