Schriftelijke vraag betreffende de erkenningen en subsidies toegekend aan de VIH’s.
- Indiener(s)
- Bertin Mampaka Mankamba
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 244)
| Datum ontvangst: 03/07/2020 | Datum publicatie: 19/10/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 28/08/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 23/07/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In 2012 publiceerde het Rekenhof een vernietigend verslag over het wettelijk kader van de verenigingen die zich inzetten voor integratie via de huisvesting (VIH’s) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het kwam tot de conclusie dat de Brusselse VIH's waren opgericht op basis van een begrotingswet, die slechts één jaar geldig was. Als gevolg daarvan hadden zij geen rechtsgrondslag meer voor hun activiteiten. Het sociale doel van deze verenigingen was ook niet voldoende gedefinieerd. Het verslag vermeldde ook dat de termijn van drie maanden voor de kennisgeving door de regering over de erkenningsaanvraag niet in acht werd genomen. "Geen enkele erkenningsaanvraag voor de periode 2009-2011 werd beantwoord binnen de opgelegde termijn.”. Tijdens de vorige zittingsperiode was de Brusselse regering van plan om deze situatie te verhelpen met een nieuw erkennings- en subsidiebesluit met het oog op: - Het definiëren van de rechtsgrondslag die het optreden van de VIH's mogelijk maakt. Voortaan definiëren 8 opdrachten en 5 specifieke opdrachten een concreet wettelijk kader voor de VIH's; - Het versterken van de erkenningsvoorwaarden in een logica van "goed bestuur". Voortaan moeten de verenigingen die een erkenningsaanvraag indienen voldoen aan enkele aanvullende voorwaarden, met name met betrekking tot hun sociaal doel en de situatie van hun bestuurders. Deze laatste mogen bijvoorbeeld niet uit hun politieke rechten zijn ontzet. Hetzelfde geldt voor alle personen die de vereniging kunnen verbinden: - Het bepalen van een duidelijke beslissingstermijn: er wordt duidelijk bepaald dat de minister binnen drie maanden na ontvangst van het dossier een beslissing moet nemen over de erkenningsaanvraag; - Het toekennen van een basissubsidie aan de VIH's, die afhankelijk is van het aantal en de aard van de basisopdrachten die zij nastreven, de resultaten die in de vorige subsidieperiode werden behaald en het aantal en de omvang van de projecten waaraan zij deelnemen. De basissubsidie is vastgesteld op minimaal 15.000 euro. Tenzij de vereniging op proef is erkend; - Het bieden van een beroepsmogelijkheid aan de VIH’s van wie de erkenning geweigerd werd of die van mening zijn dat de regering de procedures voor het toekennen van erkenning en subsidies niet heeft nageleefd: het nieuwe besluit bevat een lijst met de redenen voor intrekking, opschorting of niet-verlenging van de erkenning. De betrokken VIH kan tegen deze beslissingen in beroep gaan bij de Brusselse regering; - Het oprichten van een begeleidingscomité dat de ontwikkeling van de VIH's opvolgt. Dit comité kan ook advies uitbrengen aan de minister. Het zal bestaan uit vertegenwoordigers van de minister, de Directie Huisvesting van Brussel Stedelijke Ontwikkeling en de VIH’s zelf. 4 jaar na de inwerkingtreding van dit nieuwe besluit, zou ik het graag het volgende weten: - Werd de termijn voor de kennisgeving van de regering aan de VIH's in acht genomen, zowel voor de toekenning of verlenging van de erkenning als voor de toekenning of verlenging van de subsidies? - Zijn alle subsidies voor het jaar 2019 vereffend? Namelijk de twee voorziene schijven, waarvan de eerste 80% en de laatste 20% bedraagt? - Zo niet, wat zijn de redenen die de vereffening van die subsidies hebben verhinderd? - Hebben de VIH’s, voor de toegekende subsidies, alle vereiste documenten voor de vereffening van de subsidies, met name de jaarrekeningen, in de vereiste vorm bezorgd? - Zijn er tot op heden door de VIH’s beroepen ingesteld tegen de besluiten van de regering wegens intrekking, opschorting of niet-verlenging van de erkenning? - Indien alle erkenningen op dit moment zijn opgeschort, kunt u mij dan vertellen in welk wettelijk kader deze opschorting plaatsvindt? |
| Antwoord | Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag: De VIH-wetgeving bepaalt dat de bevoegde minister de aanvrager in kennis moet stellen van zijn beslissing binnen de drie maanden na ontvangst van de aanvraag of de aanvulling ervan door de administratie. Bij ontstentenis wordt de erkenning geacht verworpen te zijn. De VIH's die bezig zijn met de verlenging van hun erkenning kregen in de kennisgeving van de subsidie echter de mededeling dat zij in 2020 niet zouden worden erkend. Alle tweede schijven met betrekking tot de in 2019 aan de VIH's toegekende subsidies zijn nog niet betaald. Hoewel in de desbetreffende subsidiebesluiten is bepaald dat de schuldvorderingen met betrekking tot de tweede schijf van 20% in de eerste helft van 2020 moesten worden ingediend, werd met het oog op de Covid-19-gezondheidscrisis uitstel verleend aan de verschillende verenigingen. Over het algemeen heeft Brussel Huisvesting alle documenten die nodig zijn voor de uitbetaling van de subsidies aan de VIH-sector goed ontvangen. Tot op heden heeft de administratie nog geen enkel formeel beroep van de VIH's moeten behandelen tegen de beslissingen van de regering op grond van intrekking, opschorting of niet-verlenging van de erkenning. Met uitzondering van de drie verenigingen Communa, Habitat et Participation en Loyers Négociés is de erkenning van de verschillende VIH's op 31 december 2019 verlopen. De beslissing om deze erkenningen in 2020 niet te verlengen werd gemotiveerd door de noodzaak om over te gaan tot een evaluatie van de sector en het VIH-systeem. Om geen enkele vereniging in deze evaluatieperiode te bestraffen, werd een facultatieve subsidie van hetzelfde bedrag als de in 2019 ontvangen subsidie toegekend aan alle verenigingen die hun erkenning willen verlengen. |