Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitwerking van het actieplan buitenlandse handel en de economische missies van HUB.

Indiener(s)
Marie Lecocq
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 217)

 
Datum ontvangst: 22/07/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 25/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het afgelopen jaar heb ik u meerdere malen ondervraagd over de internationale economische missies die HUB.brussels heeft georganiseerd. In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 15 november jongstleden schreef u met name dat de bestemmingen van de missies afhankelijk zijn van de economische mogelijkheden in de wereld. Ik zou nog steeds graag meer willen weten over de stappen die leiden tot de vaststelling van de activiteiten van HUB ter bevordering van de buitenlandse handel, de vaststelling van de bestemmingen en de organisatie van de economische missies.

- Hoe wordt de raadpleging van sectoren en clusters over hun internationale mogelijkheden en hun behoefte aan ondersteuning bij de marktprospectie georganiseerd? Hoe verzoent HUB vervolgens de door de sectoren geuite behoeften voor de vaststelling van zijn internationale actieprogramma in het algemeen en de economische missies in het bijzonder? Wordt bij de keuze van de bestemmingen meer rekening gehouden met bepaalde sectoren of clusters? Welke?

- Op welk moment komt u tussen bij de uitwerking van het internationale programma van HUB en bij de keuze van de bestemmingen voor de economische missies? Is dat enkel wanneer het jaarlijkse internationale actieplan ter goedkeuring aan u wordt voorgelegd? Geeft u algemene goedkeuring aan het programma van de missies of specifiek aan elk ervan? Op welke criteria baseert u uw goedkeuring?

- Welke rol speelt de adviesraad voor buitenlandse handel bij de uitwerking van de internationale ontwikkelingsactiviteiten van HUB? Wie is lid van die raad? Bij welke gelegenheden geeft hij adviezen? Doet hij dit op verzoek van de administratie, uw kabinet of op eigen initiatief? Geeft hij specifieke adviezen over de door HUB georganiseerde missies? Over welke dimensies (economisch, politiek, ethisch) geeft hij zijn mening?
 
 
Antwoord    Elk jaar werkt hub.brussels een actieplan uit voor het daaropvolgende jaar. Tot vandaag is dat plan gebaseerd op acties die door de economische en handelsattachés (EHA) werden voorgesteld en nadien werden geselecteerd of geweigerd in functie van de noden van de ondernemingen die door de daarvoor uitgenodigde professionele federaties aan hub.brussels werden doorgegeven.

Vanaf het internationale actieplan 2021, dat momenteel wordt voorbereid, wordt die logica omgedraaid: de acties zullen worden voorgesteld op basis van de vooraf uitgedrukte interesse door de professionele federaties en de Brusselse exporteurs.
Concreet zal een driejaarlijkse internationale handelsstrategie wordt uitgewerkt. Die strategie zal wereldwijd voor elke geografische zone de sleutelsectoren bepalen en zal ook vastleggen waarvoor de acties - zowel inzake promotie van de Brusselse export als de aantrekking van buitenlandse investeerders - worden georganiseerd.
De jaarlijkse actieplannen zullen passen in die strategie, die de inspanningen van hub.brussels voor de internationalisering van de Brusselse economie doeltreffender zal maken.
Voor de uitwerking van die strategie werd in juni een vragenlijst verstuurd naar de 6 clusters van hub.brussels, 24 professionele federaties en bijna 4000 exporteurs opgenomen in de lijst van de GMC van hub.brussels. De antwoorden op die vragenlijst geven aan wat de huidige uitvoermarkten zijn en welke de buitenlandse markten van belang zijn en waarom. Dat geldt met name voor de prioritaire sectoren van het gewest.
Tijdens de huidige zomer heeft elke EHA een analyse gemaakt van de samenhang tussen enerzijds de markten van belang voor de federaties en exporteurs op basis van de vragenlijst en anderzijds de opportuniteiten, investeringen en tendensen in het betreffende geografische gebied.
De overlegworkshops tussen de EHA en area managers moeten nog plaatsvinden om per geografisch gebied te bepalen op welke sectoren de focus ligt, welk actietype zal worden georganiseerd en welke ondersteuningsmiddelen ontwikkeld moeten worden.
Dat zal de inhoud van de driejarenstrategie bepalen, waarvan de relevantie halfweg tijdens de workshops met de federaties zal worden geëvalueerd.
Om schaalvoordelen te vinden en samenhang te verkrijgen met de plannen van andere institutionele partners zal dat ontwerp van internationaal actieplan worden besproken met Brussels International, visit.brussels, BECI en de Vlaamse en Waalse agentschappen ter bevordering van de export, namelijk FIT en AWEX.


Als staatssecretaris voor Buitenlandse Handel wordt het ontwerp van internationaal actieplan van hub.brussels me aan het eind van dat proces voorgelegd en nog voordat het naar de strategische commissie en nadien naar de raad van bestuur van hub.brussels gaat voor definitieve goedkeuring.
Van zodra ik het ontvang (september-oktober), evalueer ik het actieplan in zijn geheel, namelijk het evenwicht tussen de verschillende geografische gebieden en tussen de beoogde economische sectoren, evenals de samenhang ervan met de doelstellingen van de gewestelijke beleidsverklaring. Ik evalueer ook elke actie afzonderlijk, naar behoren geargumenteerd in het actieplan. Voordat ik mijn toestemming geef over het actieplan in zijn geheel, kan het dus nog wijzigingen ondergaan.


Het Adviescomité voor Buitenlandse Handel - opgericht binnen de Economische en Sociale Raad van het Brussels Gewest in de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - werd opgeheven in artikel 30 van de ordonnantie van 18 mei 2017 houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven (hub.brussels).
Artikel 16 van diezelfde ordonnantie stelt namelijk een ‘
Strategische commissie voor begeleiding en advies aan ondernemingen op, belast met het inlichten van de raad van bestuur van het Agentschap over de vooruitzichten en het eventueel te voeren beleid evenals het verzekeren dat de diensten die door het Agentschap worden aangeboden, beantwoorden aan de bezorgdheden van de begunstigden, met name de Brusselse handelszaken en ondernemingen evenals de buitenlandse ondernemingen die zich in Brussel zouden kunnen vestigen. Zij brengt strategische adviezen uit, met name op het ogenblik van de uitwerking van de actieplannen van het Agentschap vooraleer deze aan de raad van bestuur worden voorgelegd, en ook op het ogenblik van de opvolging van de doelstellingen van het Agentschap.
Deze commissie bestaat uit zes vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werkgevers en zes vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werknemers die deel uitmaken van de Economische en Sociale Raad. Een vertegenwoordiger van de Minister-President, een vertegenwoordiger van de Minister belast met Economie en een vertegenwoordiger van de Minister belast met Buitenlandse Handel worden als waarnemers op alle vergaderingen van de commissie uitgenodigd.’

Concreet wordt de Strategische Commissie systematisch geraadpleegd over onderwerpen zoals de vijfjarige beheersovereenkomst, de vijfjarige oriëntatienota, de jaarlijkse beleidsbrief en het daarbij horende samenvattende verslag, het jaarlijkse actieplan en de vertaling ervan in begrotingstermen en de resultaten van onderzoeken over de kwaliteit van de diensten. 
Ze kan op eigen initiatief een advies uitbrengen over alle andere thema’s die te maken hebben met de opdrachten van het agentschap.
Het gaat om een adviserende rol.