Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de huidige situatie en de evolutie van populaties van grote dieren in het Zoniënwoud.

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 417)

 
Datum ontvangst: 03/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Helaas heb ik niet zo vaak als ik zou willen de gelegenheid om in het Zoniënwoud te wandelen.

Ik zie daar regelmatig reeën.

Daarentegen, hoewel ik weet dat er een aantal zijn, heb ik nog nooit everzwijnen gezien.

En ik heb ook nog nooit hertachtigen gezien die, voor zover ik weet, al heel lang niet meer in dit bos zijn geteld.

- Graag wil ik u vragen wat de laatste cijfers zijn van onze boswachters voor deze drie soorten?

- Hoe analyseert uw administratie de evolutie van deze populaties in de tijd?
 
 
Antwoord    Ree:
Elk jaar wordt een telling uitgevoerd in de drie gewesten in samenwerking met de vzw Wildlife and Man. Het doel is om een kilometerindex (Kilometric Abundance Index of KIA, d.w.z. het aantal geobserveerde reeën per kilometer) te berekenen op 25 voorgedefinieerde routes door het Zoniënwoud. De verzamelde gegevens worden vervolgens verwerkt en jaarlijks gerapporteerd.
Het verslag voor de periode 2008-2019 is al opgesteld. Desalniettemin is coördinatie tussen de drie gewesten gepland vóór de publicatie ervan.
Ik kan u al zeggen dat uit de vorige verslagen blijkt dat de reeënpopulatie in 2014, 2015 en 2016 sterk is gedaald. Sinds 2016 heeft de populatie echter de neiging zich te stabiliseren.
Er zijn twee belangrijke factoren die deze achteruitgang kunnen verklaren:
· een daling van de detecteerbaarheid / zichtbaarheid in het bos, veroorzaakt door verschillende factoren zoals:
- het gebrek aan waarnemers in bepaalde jaren
- slechte weersomstandigheden (regen, mist, enz.)
- eenmalige gebeurtenissen (brand, stormschade, enz.)
· een toename van de sterfte en/of emigratie en een daling van de voortplantingsgraad, met als mogelijke oorzaken:
- ziekten
- predatie door vossen (voornamelijk reekalfjes) en/of zwerfhonden
- verkeersaanrijdingen
- recreatieve druk

Desalniettemin moeten er aanvullende gegevens worden verzameld om deze hypothesen al dan niet te bevestigen (bv. vossenmonitoring, verzameling van informatie over dode dieren, enz.).

Everzwijn:
In 2008 werd de everzwijnenpopulatie geschat op ongeveer 20 individuen. De populatie is gedaald na een reeks verkeersaanrijdingen.
Hoewel rechtstreekse waarnemingen vrij zeldzaam blijven (gemiddeld twee per jaar), bestaan er wel degelijk sporen van aanwezigheid.
De monitoring van deze everzwijnenpopulatie gebeurt volgens 3 methoden:
- de systematische registratie van rechtstreekse en onrechtstreekse waarnemingen door het bospersoneel;
- de fotografische telling op de voederplekken (wildcamera);
- het verzamelen van observatiegegevens van bosgebruikers via de website www.observations.be.

Tussen november 2006 en december 2015 waren er 89 waarnemingen.
Deze waarnemingen worden nog steeds uitgevoerd en worden door onze diensten systematisch geclassificeerd en geïnventariseerd.

Onze collega's van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) hebben een platform opgezet dat schietgegevens verzamelt voor elke soort groot wild waarop gejaagd wordt. Dit platform kan een goed beeld geven van de aanwezige wildpopulaties rond Brussel.
https://grofwildjacht.inbo.be/

Hert:
Sinds zijn verdwijning uit het Zoniënwoud aan het begin van de 20e eeuw is het hert er niet meer opgedoken.
Het door het Zoniënwoud aangeboden bosgebied is waarschijnlijk niet groot genoeg voor deze soort (het leefgebied wordt volgens de documentatie geschat op 1.000 tot 5.000 ha). Bovendien is het bosmassief waarschijnlijk te versnipperd. Het gebrek aan rust in het bos is wellicht een andere verklarende factor.