Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de situatie van het wagenpark van Leefmilieu Brussel.

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 421)

 
Datum ontvangst: 05/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het lijkt natuurlijk paradoxaal om de minister van Leefmilieu te ondervragen over het wagenpark dat door de administratie van leefmilieu wordt gebruikt.

Toch kan het beheer van een dergelijke afdeling, die gericht is op de natuur, niet effectief worden uitgevoerd zonder gebruik te maken van bepaalde moderne middelen.

Meer dan bij elke andere afdeling moeten deze worden geselecteerd met inachtneming van een aantal milieucriteria.

Daarom wil ik u het volgende vragen:

- Welke soorten voertuigen maken momenteel deel uit van het wagenpark van Leefmilieu Brussel en wat zijn de jaren van eerste inschrijving?

- Kunt u mij de uitsplitsing geven tussen elektrische voertuigen, hybride voertuigen en voertuigen die op conventionele brandstof rijden? Voor die laatste, hoe worden zij uitgesplitst volgens het soort brandstof dat wordt gebruikt?

- Wat is tevens voor elk van hen hun milieunorm en hun aandrijving?

- Wat zijn de behoeften met betrekking tot voertuigen voor de komende jaren?

- Hebt u sinds uw aantreden wijzigingen aangebracht in de bestekken voor toekomstige aankopen, om beter rekening te houden met de milieuvereisten die u, zoals ik weet, bijzonder na aan het hart liggen?
 
 
Antwoord    1)
Het wagenpark van Leefmilieu Brussel bestaat uit 135 voertuigen, 27 wagens, 24 bestelwagens, 42 polyvalente voertuigen, 19 4x4's, 6 vrachtwagens, 13 tractoren en 4 kleine elektrische bedrijfsvoertuigen. De volledige lijst van deze voertuigen (bijgewerkt op 10/08/2020) is beschikbaar in de bijlage bij deze vraag.

2)
Van de 135 voertuigen zijn er 19 elektrische en 2 hybride voertuigen, 1 voertuig rijdt op LPG en 113 voertuigen rijden op conventionele brandstof (59 diesel en 54 benzine).

3)
U vindt de gevraagde informatie in de tabel terug die bij deze vraag werd gevoegd.

4)
Op basis van de audit van het wagenpark van Leefmilieu Brussel die in 2018 werd uitgevoerd, werd eind 2019 een vijfjarenplan voor de vernieuwing van het park goedgekeurd door de Directieraad van de administratie. Rekening houdend met de nieuwe bevoegdheden en de nieuwe parken die onder de bevoegdheid van LB vallen, streeft met ernaar de toename van het aantal voertuigen te beperken ten gunste van een alternatieve, duurzamere en zachtere mobiliteit.
Functies die het gebruik van fietsen toelaten, zullen dus worden aangemoedigd. Dit geldt ook voor de locatie van de werkposten die zullen verplaatst worden om telewerken toe te laten en het autogebruik zoveel mogelijk te beperken.

Voor functies en taken waarvoor voertuigen onontbeerlijk zijn, zijn de uitdagingen voor de komende vijf jaar de volgende:

- De laatste voertuigen die op LPG rijden volledig wegwerken: door het gebrek aan tankstations in het Brussels Gewest, was deze fossiele brandstof geen (veilige) optie meer in de ondergrondse parkeergarages van LB.
- Beperking van het aantal thermische voertuigen en geleidelijke vervanging door elektrische voertuigen: men streeft ernaar om het aantal elektrische voertuigen te verhogen van 15% (huidige situatie) tot meer dan 40% tegen 2025.

Er zij op gewezen dat de elektrificatie van de vloot afhangt van de beschikbare budgettaire middelen en de uitrol van elektrische laadstations op het Brussels grondgebied. Om aan de behoeften van het terrein (met name bossen en groene ruimten) te voldoen, zullen bovendien bepaalde soorten bedrijfsvoertuigen, met een bepaalde trek- en/of laadkracht, op middellange termijn - in ieder geval gedeeltelijk - op thermische energie blijven rijden omdat de autonomie van hun elektrische motor onvoldoende is (of bij gebrek aan een geloofwaardige oplossing).

5)
Voor Leefmilieu Brussel is deze vraag, net als voor alle andere administraties van het gewest, onderworpen aan het Besluit van 15 mei 2014 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer en ter wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 april 2011 betreffende de bedrijfsvervoerplannen. Dit besluit bepaalt de criteria die in acht moeten worden genomen om een snelle evolutie van het wagenpark van de Brusselse overheid naar minder vervuilende voertuigen te garanderen.

Leefmilieu Brussel respecteert uiteraard dit besluit en houdt rekening met deze criteria bij het opstellen van zijn overheidsopdrachten. Leefmilieu Brussel doet, waar mogelijk en passend, trouwens nog meer door in zijn overheidsopdrachten andere milieuaspecten te evalueren, zoals de prestaties van de banden (weerstand en geluid) of de recyclage van gebruikte batterijen.

We wensen ook uw aandacht te vestigen op het feit dat in 2020 een vierjarige kaderovereenkomst is gesloten met het oog op de aankoop in de komende jaren van elektrische stadsvoertuigen, namelijk de ADDAX (waarvan 7 reeds zijn besteld) en de ALKE (waarvan 2 reeds zijn besteld). Deze zullen vooral worden gebruikt voor het onderhoud van de parken. Zij kunnen, indien nodig, ook worden gebruikt om "conventionele" verbrandingsmotoren te vervangen in het kader van de LEZ. Daarnaast is in 2020 ook een voertuig uit dezelfde categorie (GOUPIL) aangekocht voor de vuilnisophaaldienst. Dit voertuig werd uitgerust met een perscontainer en zal binnenkort worden geleverd. Over het geheel genomen ziet de administratie er nauwlettend op toe dat de overheidsopdrachten sterk de nadruk leggen op duurzaamheid. Dit geldt zowel voor de aankoop van de voertuigen, hun onderhoud als op andere gebieden zoals de bekleding van de voertuigen of de keuze voor retail of leasing in plaats van de aankoop van voertuigen.