Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende processen-verbaal tegen personen die zich verplaatsen met voertuigen van Brussel Mobiliteit en de Regie der Wegen.

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 503)

 
Datum ontvangst: 04/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In uw antwoord van 10 januari 2020 op een schriftelijke vraag van 13 november 2019 van onze geachte collega Marc Loewenstein hebt u laten weten dat Brussel Mobiliteit een wagenpark van 55 voertuigen heeft en dat de Regie der Wegen eigenaar is van 33 voertuigen.

Het beheer van een dergelijk wagenpark is zeer complex en zorgt dagelijks voor heel wat problemen.

Daarbij gaat het natuurlijk ook om verkeersovertredingen.

Zelfs de voorzichtigste en aandachtigste bestuurders kunnen een verkeersovertreding begaan. Het kan gaan om een lichte snelheidsovertreding, het overschrijden van een witte lijn of van een oranje licht, een parkeerovertreding, ...

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Wat gebeurt er met de bekeuringen van de voertuigen van Brussel Mobiliteit en de Regie der Wegen, wanneer het parket een schikking voorstelt of wanneer een gemeente een administratieve boete oplegt?

- Moeten de bestuurders de boetes uit eigen zak betalen of betaalt het bestuur?

- Hoeveel betalingen heeft het bestuur gedaan sinds uw aantreden in juli 2019? Voor welk totaalbedrag?

- Kan het zijn dat een bestuurder in de zwaarste gevallen voor de rechtbank moet komen?

- Was dat al het geval? Zo ja, wie betaalt de kosten van de verdediging en hoe gaat men om met eventuele veroordelingen?
 
 
Antwoord   
1.Bij verkeersboetes, parkeerboetes en parkeerretributies wordt artikel 10.2 van de omzendbrief dienstvoertuigen van 8 juli 2016 toegepast. Dit artikel luidt als volgt:
“Iedere chauffeur wordt geacht de algemene verkeersregels in acht te nemen bij het besturen van een dienstvoertuig evenals de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften (veiligheidsgordel …).


De gebeurlijke boetes voor verkeersovertredingen vallen volledig ten laste van de bestuurder.

De betaling van de verkeersboetes wordt rechtstreeks door de directie Facilities (van de GOB) aan de bestuurder meegedeeld. Als de bestuurder de boete niet betaalt, is het de taak van de verantwoordelijke van de directie om de pleger van de overtreding tot betaling aan te manen.”


2. Zie antwoord op vraag 1: de boetes vallen ten laste van de bestuurder van het voertuig.



3. Zie antwoord op vraag 1: niet van toepassing want deze boetes vallen ten laste van de bestuurder van het voertuig.


4. Dat is plausibel. De administratie, vertegenwoordigd door het BHG, komt evenwel niet tegemoet ingeval het personeelslid door een derde gedagvaard wordt, aangezien ze uit hoofde van artikel 10.2 van bovengenoemde omzendbrief niet verondersteld wordt de geldboete te betalen.

5. Dat is niet mogelijk aangezien de administratie niet tegemoetkomt in de betaling krachtens artikel 10.2 van bovengenoemde omzendbrief.
De administratie komt dus niet tegemoet in de kosten voor de verdediging en een eventuele rechterlijke veroordeling van de bestuurder zal geheel te zijnen laste zijn aangezien de administratie het bedrag van de initiële boete niet ten laste neemt.