Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het "Tivoli"-model van de regering om de huisvestingscrisis in Brussel op te lossen.

Indiener(s)
Françoise De Smedt
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 305)

 
Datum ontvangst: 13/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Naar aanleiding van onze actualiteitsvraag in de plenaire vergadering over uw model voor de bouw van woningen, "naar het voorbeeld van Tivoli". Ter herinnering, dit is een project waarbij de bewoners zich totaal gedupeerd voelen door de methodes die CityDev, de gewestelijke openbare vastgoedbeheerder, heeft gebruikt bij de realisatie van deze wijk. De inwoners ontdekken het bestaan van een "derde investeerder”-constructie. De zonnepanelen die zij dachten te hebben gekocht behoren niet tot hen, maar zijn verkocht aan een investeringsfonds waarvan de naam nog niet eerder was genoemd: WattMatters. Ook het voorlopige budget voor de gemeenschappelijke kosten is verrassend: het bevat uitgaven voor zaken die nooit in het verkoopovereenkomst zijn vermeld, zoals een "digitaal platform".

Naar aanleiding hiervan kon u geen antwoord geven op het vlak van de financiering in verband met de extra kosten die worden doorgerekend aan de bewoners. Hoe komt het dat er niet meer controle is over projecten die groen licht krijgen van een overheidsinstantie?

Graag een antwoord op de volgende vragen:

- Wat de zonnepanelen betreft, bedragen de geschatte extra kosten voor de mede-eigenaars van Tivoli GreenCity meer dan 200.000 euro, bevestigt u deze gegevens van IEB?

- Wat zijn de kosten voor het digitale platform? Wie gaat dat bedrag betalen?

- Wat is het totale bedrag van de extra kosten ten opzichte van het project dat aan de toekomstige kopers werd gepresenteerd? Wie gaat dat bedrag betalen?
 
 
Antwoord    Zoals ik ook aan uw collega, de heer Handichi, schriftelijk heb medegedeeld, kan ik u bij deze de volgende elementen van antwoord verstrekken:

Het door IEB opgegeven cijfer klopt niet.

In werkelijkheid heeft het partnerschap met een derde-investeerder de bewoners de mogelijkheid geboden om de volgende voordelen te genieten:

· Een korting van 5% op de aankoopprijs van brandstof voor stadsverwarming;
· Geen onderhouds- en reparatiekosten gedurende de tien jaar dat de derde-investeerder aanwezig is, zowel voor stadsverwarming als voor fotovoltaïsche installaties;
· Fotovoltaïsche elektriciteit die tegen dezelfde aankoopprijs op het net wordt gezet;
· Een gewaarborgde warmtelevering met een zware boete bij onderbrekingen van meer dan 4 uur;
· Een gewaarborgde optimale service die het mogelijk maakt de verbruikskosten aanzienlijk en blijvend te verlagen;

· De mogelijkheid, indien ze dat wensen, om via het digitale platform hun gewoonten te analyseren en te verbeteren en op die manier hun verbruik nog verder te verminderen.

Daarbij dient eraan herinnerd te worden dat deze voordelen bovendien kaderen in het stelsel van geconventioneerde woningen, dat toelaat om de aankoopprijs van een woning met ongeveer een derde van de kostprijs te verlagen. Het derde-investeerderssysteem biedt kopers dus de kans een woning te verkrijgen aan een geconventioneerde prijs en gebruik te maken van installaties voor de productie van energie die ze niet meteen moeten aankopen en waarbij ze niet voor het beheer en het onderhoud hoeven in te staan.

Deze voordelen overstijgen ruimschoots de jaarlijkse kosten van 2570€/jaar. De kopers varen er dus wel bij. Bovendien blijven zij na afloop van de periode eigenaar van de panelen.

Zo bedraagt de totale kostprijs van de fotovoltaïsche installatie 140.000 euro, maar wordt deze niet doorgerekend in de aankooprijs van de woningen. De investeerder wordt immers hoofdzakelijk vergoed via het systeem van de groenestroomcertificaten en hij ontvangt een jaarlijkse bijdrage voor de levering van het systeem aan de kopers. Hierdoor is het mogelijk om de kopers het pakket aan bovengenoemde voordelen aan te bieden.

Alle kosten verbonden aan het digitale platform werden ten laste genomen door de ontwikkelaar, zoals de kosten voor de verbruikssensoren (stadswater, regenwater, huishoudelijk afvalwater, calorieën voor warm water bestemd voor verwarming en sanitair gebruik, stadselektriciteit, elektriciteit opgewekt door fotovoltaïsche panelen en eventueel afval). Deze informatie kan ter beschikking worden gesteld van de kopers om hen te helpen hun verbruik op te volgen, er inzicht in te verwerven en logischerwijs te verminderen.

Zij die dat wensen zullen van het platform gebruik kunnen maken en dat tegen de reële onderhouds- en werkingskosten, die zelf ook een stuk lager liggen dan de mogelijke winst die een wijziging van de verbruiksgewoonten kan opleveren.

Om de kopers de kans te bieden het digitale platform te leren kennen, wordt het trouwens gratis ter beschikking gesteld van alle kopers gedurende ten minste de eerste zes maanden. Nadien worden de reële onderhouds- en beheerskosten van het platform aangerekend aan de bewoners die er verder gebruik van wensen te maken. Er bestaat dus geen enkele verplichting om op deze dienst in te tekenen. Bovendien bedragen de maandelijkse kosten die aan dit platform verbonden zijn vier euro per maand.