Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de hoogbouwprojecten in de Europese wijk.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 313)

 
Datum ontvangst: 16/07/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Recent verscheen in de media dat de Europese Commissie een overeenkomst tot vruchtgebruik voor het kantoorgebouw The One aan de Wetstraat heeft gesloten. The One is een woon- en kantoortoren waarbij woon- en kantoorgedeelte afgescheiden zijn van mekaar. Het kantoorgedeelte beslaat 30.000 vierkante meter, het woongedeelte biedt plaats aan 97 gezinnen. In 2019 kende het Gewest voor de tweede keer een vergunning toe aan de torengebouwen The One en Realex, nadat de oorspronkelijke vergunning van 2014 door het gewest werd ingetrokken ten gevolge van de vernietiging van de gezoneerde gewestelijke stedelijke verordening (GGSV) door de Raad van State. Het eerste is ondertussen dus gebouwd, het tweede is nog steeds een plan voor de site naast The One. Realex zou 114 meter hoog worden, dus nog 20 meter hoger dan The One.

Op het eerste gezicht een mooi voorbeeld van stadsvernieuwing, maar er is ook kritiek. Het bewonerscomité van de Leopoldwijk, dat de evolutie van de Europese wijk al decennia volgt, vindt het niet kunnen dat het gewest zijn regelgeving aanpast op maat van hoogbouw, zoals The One. Het 94 meter hoge gebouw paste immers niet binnen de toenmalige bouwnormen. Volgens het wijkcomité - en ik citeer - is de toren aldus een emblematisch voorbeeld van de manier waarop het Gewest de rechtsstaat omzeilt ten voordele van de grote immobiliënspelers. Verschillende organisaties tekenden dan ook beroep aan tegen deze vergunningen. De klagers wijzen er onder meer op dat, door de hoogte van de torens, de nieuwe gezoneerde gewestelijke stedelijke verordening wordt overtreden. De procedure is hangende.

Er worden door omwonenden wel meer vragen gesteld bij het RPA “Wet” (het richtplan van aanleg voor de Europese wijk), dat het ruimtelijke kader en de regels van een stedelijke strategie vastlegt voor de Europese wijk. Een veelgehoorde kritiek is dat deze RPA op maat geschreven is van de projectontwikkelaars, en meer bepaald voor de bouw van torens. De bedoeling van het gewest is, naar eigen zeggen, om de wijk die nu overgeleverd is aan de auto comfortabeler te maken voor de gebruikers door meer woningen, openbare- en groene ruimte te creëren. Op een eerdere vraag hierover, heeft u op 10 april geantwoord dat de uitwerking van de RPA’s systematisch gebeurt op basis van een nauwkeurige wijkdiagnose. Daarbij wordt getracht een antwoord te bieden op de vastgestelde grootstedelijke en lokale uitdagingen.

U verklaarde tevens dat er geen algemeen referentiekader bestaat over de hoogte van gebouwen, maar de hoogte van een gebouw moet beoordeeld worden in het licht van zijn context, omgeving en van de wijk waarin het zich bevindt. Bij de ontwerp-RPA’s was er sprake van potentieel 48 gebouwen van meer dan 50m hoog.

Onze fractie is niet voor of tegen hoogbouw, maar vraagt om verdichting in ons gewest op een juridisch gedegen en sociaal-technisch kwalitatieve wijze te realiseren, waarbij rekening wordt gehouden met de architecturale kwaliteit, energiebehoeften, de omgeving, de sociale mix, lichtinval, etc. Ik wijs er toch op dat de PS al sinds 1989 onafgebroken het gewest bestuurt en dus deelnam aan alle beslissingen over architectuur en verdichting. Ecolo maakte eveneens van 2004 tot 2014 deel uit van de gewestelijke meerderheid en besliste dus ook mee over hoogbouwprojecten, zoals de torens in de Europese wijk.

***
Graag had ik hieromtrent de volgende vragen gesteld.

1. Kan u de 48 potentiële torens die omvat zijn in de ontwerp-RPA’s en die u (Vervoort) vermeld heeft in uw antwoord van 10 april uitsplitsen per gemeente/wijk?;

2. Zijn de (ontwerp) RPA’s publiek beschikbaar (bv. op de website van perspective.brussels), want ik vind deze niet direct terug? Zo neen, kan u de RPA Wet bezorgen?;

3. Werden de omwonenden (wijkcomités) terdege betrokken bij de opmaak van de RPA’s? In welke mate werd er al dan niet rekening gehouden met hun commentaar?;

4. Wat de hangende procedure bij de Raad van State betreft, met welk advocatenbureau wordt samengewerkt en is er al een datum van uitspraak vastgelegd?;

5. Ik stel vast dat bepaalde regeringsleden zich al uitgelaten hebben over de esthetische kwaliteit van torens zoals UP-site en The One. Beide torens werden opgericht door projectontwikkelaar Atenor en ook het project Realex en andere bouwprojecten zoals Citydox, Victor, CCN Joint-Venture en Beaulieu zullen uitgevoerd worden door dezelfde ontwikkelaar. Hoe werd deze ontwikkelaar in deze gevallen geselecteerd en wat is de verklaring dat deze zo veel projecten in de wacht sleept?
 
 
Antwoord    Staat u mij eerst en vooral even toe het gebruik van het woord “toren” om te verwijzen naar gebouwen van 50 meter hoog in vraag te stellen. Bouwhoogte en dichtheid zijn overigens nooit doelen op zich, maar vormen volgens stedenbouwkundigen zinvolle instrumenten om een antwoord te bieden op welbepaalde vastgestelde uitdagingen. Ten gronde legt het ontwerp van RPA Wet een kader vast dat toelaat om 14 gebouwen van 100 tot 120 meter neer te zetten. De gebouwen van 55 meter die oorspronkelijk in de GGSV gepland waren, zijn in het ontwerp van RPA vervangen door gebouwen van 40 meter, waarbij voorzien is in de mogelijkheid om die eventueel nog met twee extra verdiepingen te verhogen tot ongeveer 47 meter. Op ieder huizenblok waarop het ontwerp van RPA betrekking heeft, kunnen dergelijke gebouwen worden opgetrokken.

Ik wil eraan herinneren dat de strategie die het ontwerp van RPA voor de Europese Wijk vooropstelt, een antwoord biedt op een vaststelling die zeer weinigen in twijfel trekken, namelijk dat de Wetstraat een monofunctionele omgeving vormt die aandoet als een canyon vol auto’s. Het nog verder te bespreken ontwerp van RPA stelt voor om openbare ruimte te recupereren en kwaliteitsvoller te maken en de mix van stedelijke functies te versterken.

De ontwerpen van RPA voor de andere perimeters, die dus maximalistische kaders uittekenen, reiken de volgende mogelijkheden aan:

Verdeling van de overschrijdingen van 50 meter of meer per ontwerp van RPA per gemeente

Stad Brussel

Wet: 14

Heizel: 3

Oudergem

Herrmann-Debroux: 2

Molenbeek

Ninoofse Poort: 3

Weststation: 1

Schaarbeek

Mediapark: 9

Evere

Josaphat: 1

Sint-Gillis

Zuid: 3

Anderlecht

Zuid: 8

Totaal

44 overschrijdingen



Alle ontwerpen van RPA zijn in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse regering en kunnen dus gedownload worden op de website van perspective.brussels

De buurtcomités werden meermaals geraadpleegd over het RPA Wet. Zo organiseerde perspective.brussels op 8 en 11 juni 2018 twee openbare bijeenkomsten over de diagnose en de uitdagingen en op 15 oktober 2019 één over het ontwerp. De Association du Quartier Léopold, Inter-Environnement Bruxelles, de Brusselse Raad voor het Leefmilieu en ARAU werden tijdens de uitwerking van de GGSV in 2013 driemaal betrokken bij specifieke workshops.

Al die fases in de uitwerking van het Stadsproject Wet boden de gelegenheid om het ontwerp op grond van de opmerkingen van de verenigingen bij te sturen. De verwerking van de geformuleerde opmerkingen resulteerde kort samengevat in een beperking van het mogelijke aantal torens (van 20 naar 14), een lagere hoogte van de torens (maximaal 120 in plaats van 220 meter), een verminderde breedte van de torens (van onbepaald naar maximaal 35 meter), een verhoging van de grondoppervlakte die nodig is voor de bouw van een toren (van 2.000 m² naar 5.000 m²) en een aanzienlijke uitbreiding van de functionele mix (de GGSV bevatte als verordening geen reglementaire bepalingen over de bestemmingen, maar het ontwerp van RPA legt een percentage woningen op dat varieert van 15% tot 50% en verplicht ook om te voorzien in winkels en openbare voorzieningen).

Over het algemeen werden over elk ontwerp van RPA, afgezien van het eigenlijke openbaar onderzoek, op verschillende momenten van iedere procedure (informatie en participatie vooraf, openbaar onderzoek, ...) minstens twee openbare bijeenkomsten gehouden.

De invulling van de ontwerpen van RPA is mede bepaald door de expertise van de omwonenden en verenigingen. Vermits de beoordeling van de uitkomst van veel openbare onderzoeken nog bezig is, is het te vroeg om nu al te zeggen op welke manier de ontwerpen op grond van die raadplegingsprocessen zullen worden aangepast.
Het RPA voor de Kazernes, dat in tweede lezing is goedgekeurd, houdt rekening met bepaalde opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek werden geformuleerd, bijvoorbeeld over de groendaken en het parkeerbeleid.

Mijn kabinet heeft een beroep gedaan op de diensten van het kantoor Coenraets et associés om zich in die procedure te laten vertegenwoordigen. De Raad van State besliste op 25 september 2019 uiteindelijk om de GGSV te vernietigen. De Raad vond die vernietiging gerechtvaardigd, omdat de GGSV beschouwd had moeten worden als een plan of een programma waarvoor een milieueffectenrapport nodig is (zo’n rapport was vooraf niet opgemaakt). In juli 2017 zijn we van start gegaan met de uitwerking van een ontwerp van RPA, dat wel degelijk een plan is en dus bestond er geen enkele twijfel over de noodzaak om een MER op te maken, wat ook gebeurd is.

Tot slot ligt de beslissing over welke ontwikkelaar op een privégrond een project mag ontwikkelen, niet bij de regering. Onze taak bestaat erin om in het kader van het stedenbouwkundig beleid te waken over de kwaliteit van de projecten. U kunt daarover een vraag stellen aan mijn collega Pascal Smet.