Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende toekomst van de Zuidwijk en de projecten op de sites van de NMBS.

Indiener(s)
Elisa Groppi
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 320)

 
Datum ontvangst: 26/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de Zuidwijk staan nieuwe stedenbouwkundige omwentelingen op stapel, gelet op het bestaan van een gewestelijk richtschema en vervolgens van een richtplan van aanleg (RPA). In de Zuidwijk hekelen de verenigingen allang dat de overheid het recht op de stad voor alle inwoners opoffert ten gunste van de particuliere projectontwikkelaars. In de jaren 1990-2000 werden honderden gezinnen (op twijfelachtige wijze...) onteigend om plaats te maken voor 300.000 m² extra kantooroppervlakte1.

In februari 2020 hebben we in de kranten gelezen
2 dat de NMBS (die eigenaar is van een groot deel van de gronden in het gebied) de bouw van haar nieuwe postsorteercentrum heeft gegund aan een consortium dat bestaat uit BPI, Besix en Immobel. In ruil daarvoor heeft de NMBS hun 4 andere sites in de wijk verkocht: het huizenblok Frankrijkstraat-Barastraat, Atrium Ruslandstraat‑Merodestraat, Zennewater-Delta, Frankrijkstraat-Veeartsenstraat en een deel van de Fonsny-site. Er komen dus overheidsgronden in handen van de privésector met nog minder democratische controle opdat de toekomstige projecten kunnen voldoen aan de werkelijke behoeften van de bewoners in plaats van aan winstbejag, met name op het gebied van (echte sociale) huisvesting en voorzieningen. De kranten vermelden dat "om het project goed uit te voeren, de NMBS samenwerkt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Sint-Gillis: een aanpak die vrij zeldzaam - of zelfs onbestaand sinds de laatste 15 jaar - en dan ook opmerkelijk is. De bouwmeester, Perspective, URBAN en de gemeente hebben ook zitting in de adviescommissies die het winnende project hebben geselecteerd.".

- Welke contacten werden met de gemeente Sint-Gillis gelegd? Kunt u de notulen van de werkvergaderingen bezorgen?

- Zelfs Perspective (het gewestelijk planningsbureau) is het ermee eens dat er in principe op een openbare grond vervolgens 100% woningen/openbare voorzieningen tot stand gebracht moeten worden
3. Over welke hefbomen beschikt het Gewest om te beslissen over de toekomst van de sites in kwestie (stedenbouwkundige vergunningen, stedenbouwkundige lasten, overlegcommissie, enz.)? Wat wordt er beslist over de stedenbouwkundige lasten en vergunningen? Wie zal de leiding nemen, het Gewest of de gemeente Sint-Gillis? Wat zijn uw doelstellingen en wat is uw strategie om ze te halen? Hoeveel en welke types woningen mogen we verwachten? Wat doet de BGHM in het dossier?


1 https://www.lalibre.be/regions/bruxelles/le-midi-plus-jamais-ca-51b8ac95e4b0de6db9b73d0d
2 https://www.lecho.be/entreprises/immobilier/besix-bpc-bpi-et-immobel-construiront-le-nouveau-siege-de-la-sncb/10209893.html
3 pagina 28 van de Diagnose Zuidwijk https://perspective.brussels/sites/default/files/poles/diagnose_wijkzuid_oktober2018.pdf
 
 
Antwoord    De NMBS vervult, zoals u zelf opmerkt, een cruciale rol voor de toekomst van de Zuidwijk. Niet alleen beheert zij het grootste treinstation van het land, maar zij is met haar kantoren ook historisch verankerd in deze wijk. Zo komt het dat zij rond het station heel wat grond bezit.

Ik heb de bevoegde commissie al meermaals op de hoogte gebracht van de gesprekken over dit dossier met de NMBS zijn gevoerd. In 2017 schreef de NMBS een overheidsopdracht uit, die zowel betrekking had op het ontwerp en de bouw van de nieuwe hoofdzetel als op de verkoop van de andere sites waarnaar u verwijst. Hoewel het Gewest niet betrokken was bij de keuze van de procedure, heb ik erop aangedrongen dat de NMBS op een degelijke manier zou samenwerken met het Gewest om het project verder voor te bereiden. Want ook al is het door de beslissing van de NMBS niet meer mogelijk om bepaalde terreinen, die voor het Gewest van strategisch belang zouden kunnen zijn, aan te kopen, toch denk ik dat het huidige project van de NMBS echt een vruchtbare dynamiek in de wijk op gang kan brengen. Daarbij is uiteraard een cruciale rol weggelegd voor het RPA, dat het kader voor de stedelijke ontwikkelingen vastlegt, en dan heb ik het zowel over het project van de NMBS als over de toekomstige projecten die de privésector zal ontwikkelen.

Het project van de NMBS maakt het niet enkel mogelijk om het opmerkelijke gebouw van het postsorteercentrum aan de Fonsnylaan, dat al meer dan 20 jaar een stadskanker is, te renoveren, maar ook om de andere terreinen van de NMBS een nieuwe invulling te geven. Door alle kantoren van de NMBS en Infrabel te vestigen op gronden vlak naast de sporen, komen de andere terreinen vrij voor de inrichting van residentiële huizenblokken, wat past in de ambitie om te zorgen voor een “woonvriendelijke stationsomgeving».

De regering wil het RPA dit najaar in eerste lezing goedkeuren. De gemeenten Anderlecht en Sint-Gillis werden rechtstreeks betrokken bij de volledige uitwerking van het RPA. Samen met de bevoegde gewestelijke besturen en beleidsverantwoordelijken maakten zij deel uit van het stuurcomité dat sinds de start van de uitwerking van het RPA tien keer is samengekomen. Daarnaast heeft perspective.brussels tal van thematische werkgroepen georganiseerd, waaraan de gemeenten ook hebben deelgenomen. Sint-Gillis zat tevens in het comité dat een advies moest uitbrengen over de plannen voor de hoofdzetel van de NMBS.

Het voorontwerp van RPA bepaalt het volgende over de terreinen die door de NMBS zijn verkocht:

Het grootste terrein bevindt zich tussen de Frankrijkstraat en de Barastraat en wordt momenteel ingenomen door iets minder dan 50.000 m² kantoren. Het RPA zal toelating geven voor maximaal 40.000 m² woningen, naast 11.500 m² voorzieningen, 7.000 m² kantoren, winkels en de aanleg van een nieuwe uitgestrekte openbare ruimte.

In de plaats van het driehoekige Atriumgebouw aan de Kleine Ring, dat niet past in de woonwijk in de benedenstad van Sint-Gillis, zal een gemengd project kunnen komen met 20.000 m² woningen, waarbij maximaal 7.000 m² behouden blijft voor kantoren. Het is de bedoeling om de dichtheid van dat huizenblok, die vandaag 35.400 m² bedraagt, te verminderen met 5.000 m².

De twee terreinen aan weerszijden van de sporen, de huizenblokken Frankrijk-Veeartsen en Fonsny, zijn door hun ligging en de aanwezige hinder minder geschikt voor de bouw van veel woningen. Desalniettemin hebben de stedenbouwkundige onderzoeken en de milieubeoordeling uitgewezen dat het mogelijk is om die huizenblokken op een bepaalde manier een gemengde bestemming te geven: 10.000 m² woningen naast 20.000 m² kantoren op het huizenblok Frankrijk-Veeartsen en 9.000 m² op het huizenblok Fonsny in de vorm van een specifiek residentieel programma met woonformules van korte duur: hotel of studentenkoten.

De vrijgemaakte kantoorterreinen van de NMBS moeten plaats bieden voor in totaal 78.000 m² woningen, met 16.500 m² voorzieningen van algemeen belang. De ontwikkelingen zullen uiteraard gespreid worden in de tijd, naarmate de terreinen vrijkomen.

Het soort woningen dat er komt, zal afhangen van de projecten die ontwikkeld worden, waarbij het belangrijk zal zijn om de wijk goed te integreren in de omgevingscontext. Het is de bedoeling om de wijken via de openbare ruimten fysiek met elkaar te verbinden. Daarenboven is het nodig om te ijveren voor een wijk met een gemengde bevolking. Met het oog daarop werkt de regering momenteel aan instrumenten om de bouw van sociale woningen op privégronden te bevorderen. Zoals u weet, heeft een private projectontwikkelaar op een ander terrein in de wijk er al voor gekozen om openbare woningen, en dan meer bepaald middenklassewoningen, te ontwikkelen door mee te doen aan een projectoproep van citydev.brussels. In overleg met het wetenschappelijk comité en instanties zoals de BGHM worden momenteel gelijkaardige instrumenten voor sociale woningbouw uitgewerkt. De stedenbouwkundige lasten kunnen overigens al bestemd worden voor sociale woningen en dat zal in de toekomst nog meer het geval zijn.

U hebt gelijk wanneer u stelt dat het RPA een belangrijk instrument is, maar dat het niet volstaat om de stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit van de projecten te garanderen. De eigenaars zullen uiteraard de bestaande procedures moeten volgen om de nodige vergunningen te verkrijgen en zich moeten houden aan het RPA. Zoals u weet, bepaalt de omvang van het project welke overheid de vergunningen uitreikt, nadat overleg tussen de gemeente en het Gewest heeft plaatsgevonden. De onderhandelingen over de stedenbouwkundige lasten worden dan in dat kader gevoerd.