Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beleid inzake de aanleg van verkeersdrempels op de gewestwegen.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 518)

 
Datum ontvangst: 28/08/2020 Datum publicatie: 21/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Kunt u mij vertellen hoeveel snelheidsremmers (verkeersdrempels) er sinds uw aantreden op de gewestwegen zijn aangebracht?

Kunt u mij de voornaamste criteria uitleggen die gelden bij de keuze van de locaties?
 
 
Antwoord    Pouvez-vous me dire depuis votre prise de fonction quel est le nombre de ralentisseurs (casses vitesse) qui ont été installés sur les voiries régionales ?

Het Gewest installeert geen verkeersdrempels, maar wel de categorieën waarin de wet voorziet: verkeersplateaus met vlakke of sinusoïdale op- en afritten, rijbaankussens endwarse voetpaden.
Sinds het begin van de nieuwe regeerperiode heeft Brussel-Mobiliteit de volgende inrichtingen geïnstalleerd:
- Elf vertragingsinrichtingen op de kleine ring,
- Drie rijbaankussens (Bracops), in het kader van microprojecten, op de Bergense Steenweg,
- Zes toegangshellingen in de Paleizenstraat,
- Een plateau op de Bergense Steenweg (oversteekplaats van de groene wandeling dicht tegen de gewestgrens),
- Een dwars voetpad langs de Ruisbroeksesteenweg. 

Pouvez-vous m’expliquer les principaux critères qui prévalent sur le choix des lieux ?
Brussel Mobiliteit heeft diverse elementen in aanmerking genomen bij de keuze van vertragingsinrichtingen:
Allereerst is er het veiligheidsargument, om het gedrag van autobestuurders te regelen en de actieve vervoerswijzen veiliger te maken.
Vervolgens zijn er de elementen die verband houden met de volgende kwesties:
- Lawaai,
- Het type verkeer (busplateaus zijn minder doeltreffend),
- Het belang om andere soorten controle op te zetten (camera),
- Rekening houden met de verschillende types netwerken (in de zin van Good Move - minder plateaus op comfort- en plus-netwerken voor openbaar vervoer en vrachtwagens),
- De geometrische onmogelijkheden om de wetgeving na te leven,
- De moeilijkheden en snelheid van de uitvoering (weg meerdere weken afgesloten),
- De moeilijkheden die dit type voorziening met zich meebrengt voor fietsers,
- De kostprijs van de voorziening.

Wat de keuze van de vertragingsinrichtingen betreft, installeert Brussel Mobiliteit plateaus in het kader van de prioritering van een specifieke ruimte (schoolomgeving, begin van een gedeelde zone, plein) of om de aansluiting op een begin van een zone 30 af te grenzen.
Wat de rijbaankussens betreft, die worden over het algemeen geplaatst in de buurt van een precieze begrensde zone (schoolomgeving) in een lang recht weggedeelte, aangezien die geschikt zijn om te versnellen als het rechte weggedeelte langer is dan 100 m.
Wat de uitvoering betreft, installeert Brussel Mobiliteit liefst rijbaankussens in hard materiaal: Brussel Mobiliteit heeft immers meerdere keren prefabkussens uitgeprobeerd, maar de ervaring bleek vaak op een mislukking uit te monden (bv. op de Waverse Steenweg, in de Louizalaan of nog op de Industrielaan). Deze prefabvoorzieningen zijn enkel interessant voor tests die beperkt zijn in de tijd.

Op de Bergense Steenweg is een plateau geïnstalleerd aan de gewestgrens, op de kruising met de groene wandeling. Achter deze keuze zitten meerdere redenen:
- De noodzaak om een oversteekplaats voor voetgangers en fietsers te organiseren op niveau, terwijl het oversteken vroeger via hoge trottoirbanden van +/- 15 cm verliep,
- De wens om de snelheid te minderen op een as die rechtstreeks in verbinding staat met de ring, waar de neiging tot overdreven snelheid sterk aanwezig is,
- De wens om het stedelijke karakter van de weg te versterken en te benadrukken dat je het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnenkomt (poorteffect omschreven in het GBP),
- Een antwoord bieden op de vraag van Leefmilieu Brussel om een ecoduct te verwezenlijken om zo, onder de weg door, de twee delen van het natuurgebied te verbinden. De aanwezigheid van grote verzoekers (water-, gas- en rioolleidingen) vereiste een verhoging van het wegniveau.

Voor het herinrichtingsproject voor de Ruisbroeksesteenweg:
- Er is een plateau geïnstalleerd aan het kruispunt Ruisbroek/Kabouters om het autoverkeer te vertragen op de steenweg en de oversteekplaats voor fietsers en voetgangers van een groene wandeling te beveiligen;
- Een dwars voetpad is geïnstalleerd op het kruispunt Ruisbroek/Paul Gilson. Het doel bestaat erin het autoverkeer komend uit een plaatselijke straat (Ruisbroek) te vertragen en de voetgangersoversteekplaats te beveiligen.

Tot slot legt Bruxelles Mobiliteit momenteel de laatste hand aan een bestek over hoge vertragingsinrichtingen (opdracht die de directie Mobiliteit en Verkeersveiligheid toevertrouwt aan het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw - OCW), dat hoofdzakelijk bedoeld is voor projectauteurs en wegbeheerders.
Het OCW heeft als hoofddoel steun te verschaffen bij de beslissing, op basis van meerdere criteria:
a. De keuze van de voorziening (kussen, plateau, vertragingsinrichting), te gebruiken naargelang:
- de plaatselijke context - hiërarchie van het netwerk (link met Good Move),
- de aanwezigheid van parkeergelegenheid,
- het soort weggebruiker,
- de verkeersbelasting,
- de aanwezigheid van openbaarvervoerlijnen,
- de wegbreedte,
- DBDMH-routes,
- enz. 
b. De vestigingscriteria, rekening houdend met alle getroffen (fietsers, motorrijders) of betrokken weggebruikers (naderen van voetgangersoversteekplaatsen, enz.);
c. De goede praktijken voor de uitvoering van elke voorziening, om de overlast te beperken (lawaai, trillingen, enz.);
d. De aanbevelingen in verband met de duurzaamheid en het onderhoud van deze voorzieningen.