Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende spookmetrostations in Brussel.

Indiener(s)
Geoffroy Coomans de Brachène
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 520)

 
Datum ontvangst: 28/08/2020 Datum publicatie: 21/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De Brusselse metro heeft een netwerk van 59 stations waarin in 2019 bijna 165 miljoen ritten hebben plaatsgevonden. Maar er zijn een aantal die dit jaar niet één keer zijn gebruikt. Ik heb het over de spookstations.

Er is er één onder het Saincteletteplein, maar dat is niet de enige infrastructuur die niet wordt gebruikt door de MIVB. Vele tunnels, sporen en andere verdiepingen die niet meer of nog nooit zijn gebruikt doorkruisen immers onze hoofdstad.

Rekening houdend met deze elementen, heb ik de volgende vragen:

- Hebt u een lijst met de ongebruikte tunnels, spookstations of andere aan de MIVB verbonden infrastructuur die niet meer of nooit gebruikt wordt? Zo ja, kunnen we daarover beschikken?

- Staan er voor de MIVB projecten voor de herbestemming van ongebruikte infrastructuur op de agenda?

- Wat is uw mening over het mogelijke gebruik van die infrastructuren? Zouden zij een meevaller kunnen zijn voor de MIVB in het kader van toekomstige uitbreidingen?
 
 
Antwoord    Hieronder een inventaris van de niet-gebruikte ruimtes, ondergrondse bouwwerken van het netwerk en (pre)metrostations:
Zuid-Fonsny: 2500 m²
Tussen Zwarte Vijvers en Osseghem: 480 m²
Louiza: 3200 m²
Sint-Guido: 286 m²
Koning Boudewijn: 420 m²
Herrmann-Debroux: 1840 m²
Hallepoort: 970 m²
Tussen Kraainem en Stokkel: 700 m²
Sainctelette: 4898 m²
Petillon: 780 m²
Boileau: 950 m²
IJzer: 1000 m²

Over het algemeen werd deze infrastructuur gebouwd met het oog op de toekomstige ontwikkeling van het net en ze worden telkens als mogelijk gebruikt in de projecten van Brussel Mobiliteit en de MIVB. 

Bij de ontwikkeling van projecten, wordt op maat gewerkt, naargelang de mogelijkheden.

Bepaalde ondergrondse ruimten worden al gebruikt voor openbaar vervoerprojecten, bijvoorbeeld voor de eindhalte van tram 9 aan het station Simonis (al klaar), of de omvorming van het station Albert.

De niet-gebruikte ruimtes wachten op coherente projecten op het vlak van mobiliteit en stedenbouw en er moet met deze ruimtes rekening worden gehouden vanuit het oogpunt van een duurzame ontwikkeling van het Gewest.

Elk van deze ruimtes heeft haar eigen karakter en een eventuele herbestemming moet passen binnen de specifieke configuratie van het corresponderende volume en binnen zijn omgeving.