Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de parken van Leefmilieu Brussel tijdens de gezondheidscrisis.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 453)

 
Datum ontvangst: 28/08/2020 Datum publicatie: 21/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Naar aanleiding van de gezondheidscrisis die we nu meemaken, werd het park van de Kruidtuin tijdelijk gesloten.

Staat u mij toe u de volgende vragen te stellen:

- Hoeveel parken die door Leefmilieu Brussel worden beheerd, moesten tijdens de gezondheidscrisis worden gesloten?

o Welke?
o En om welke redenen moesten ze worden gesloten?

- Worden er controles uitgevoerd op de naleving van de afstandsregels in de parken die door Leefmilieu Brussel worden beheerd?

- Zijn er problemen ondervonden in de parken die door Leefmilieu Brussel worden beheerd?

o Zo ja, in welke parken en wat voor problemen?
o Wat is er gedaan om die eventuele problemen te verhelpen?
 
 
Antwoord    1)

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de inperkingsperiode en de periode met een versoepeling van de maatregelen, omdat de redenen voor de sluitingen in beide gevallen niet dezelfde zijn.

Voor de inperkingsperiode moet ook een onderscheid worden gemaakt tussen langdurige sluitingen (duur van de inperking) en tijdelijke sluitingen (maximaal enkele uren).

De sluitingen tijdens de duur van de inperkingsperiode hadden betrekking op de volgende 13 parken:
o Tournay-Solvaypark, Dauwpark, Zennepark, Eerwaarde Froidurepark, Kleine Zavelpark, park van het Paleis der Academiën, Fontainashof, Liedekerkepark, Frickpark, Daillypark, 21 juli-square, park van het Chinees Paviljoen en Nestor Martinpark.
o Deze sluitingen waren enerzijds gemotiveerd door het feit dat de genoemde ruimten, door hun configuratie en/of functie, niet toelieten de sanitaire regels, zoals opgelegd tijdens de inperkingsperiode, na te leven. De belangrijkste vereiste was immers om doorgangsplaatsen te bieden met een formeel verbod om halt te houden (met inbegrip van de zitbanken en de grasperken) of om een activiteit te beoefenen. Anderzijds waren er voor sommige van deze sites geen personeelsleden die er permanent konden worden aangesteld om de instructies te doen naleven (Tournay-Solvay bijvoorbeeld). Het personeel van deze sites is daarom als versterking ingezet in andere groene ruimten die in deze periode bijzonder drukbezocht werden, om er de naleving van de sanitaire maatregelen te waarborgen.

Deze parken zijn geleidelijk heropend vanaf mei tot half juni.

Tijdens de inperkingsperiode moest ook worden beslist tot occasionele sluitingen (maximaal enkele uren tijdens de dag). Deze sluitingen hadden betrekking op de volgende drie parken:
o Georges Henripark, Tenboschpark en Hallepoortpark;
o Ze werden gemotiveerd door een bijzonder grote toestroom van publiek op bepaalde uren, met een risico op moeilijkheden om de sociale afstand te bewaren, of zelfs een risico op spanning tussen de gebruikers.

Nadat de afbouw van de maatregelen was begonnen, moesten er voor twee parken sluitingen worden gepland:
o Het Dauwpark en de Kruidtuin.
o Deze sluitingen waren het gevolg van een tijdelijke onbeschikbaarheid van sommige personeelsleden wegens ziekte en quarantaine.


2)

Het publiek herinneren aan de noodzaak om de sanitaire maatregelen na te leven, met inbegrip van afstand houden, maakt deel uit van de preventieopdracht die aan de parkwachters is toevertrouwd. Hoewel de medewerkers op het terrein deze maatregel vaak in herinnering brengen, zijn ze niet gemachtigd om processen-verbaal op te stellen.


3)

Tijdens en na de inperkingsperiode zijn verschillende moeilijkheden opgedoken.

o De volgende moeilijkheden hebben betrekking op alle parken:
- Moeilijkheden bij de naleving van de sanitaire voorschriften, zowel tijdens als na de inperkingsperiode, hetzij door een gebrek aan begrip bij het publiek, hetzij door de configuratie van bepaalde ruimten die het moeilijk maken om de afstand te bewaren;
- Bijgevolg - en in het bijzonder tijdens de inperkingsperiode, bepaalde spanningen tussen de verschillende soorten gebruikers, die de groene ruimten gebruiken voor verschillende behoeften en met verschillende ritmes, wat de andere gebruikers kan storen: gezinnen met of zonder kinderen, sporters, wandelaars met of zonder hond, personen met beperkte mobiliteit, frequente en meer occasionele bezoekers. Er waren aanzienlijke conflicten tussen wandelaars en fietsers op de Groene Wandeling;
- Gebrek aan respect van sommige gebruikers voor de parkwachters wanneer die hen opriepen om de gezondheidsinstructies te respecteren, zelfs tot agressie toe, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van de speelpleinen toen die gesloten waren tijdens de inperkingsperiode;
- Een toename van de hoeveelheid achtergelaten afval en leeg te maken vuilnisbakken door een grote toestroom van het publiek en - tijdens de inperkingsperiode - door de sluiting van horecagelegenheden, waarbij de groene ruimten werden gebruikt voor de consumptie van drank en voedsel dat in de winkels werd gekocht en take away;
- Een regelmatige verwijdering van bepaalde afbakeningslinten, met name rond sportinfrastructuur, agora's en speelpleinen die tijdens de inperkingsperiode gesloten waren;
- Ondanks het toegangsverbod tijdens de inperkingsperiode, een aanwezigheid en gebruik door sommige personen van deze sportinfrastructuur, agora's en speelpleinen;
- Bijzondere moeilijkheden in de dichtbevolkte en kansarme wijken (met name het park bij de Ninoofse Poort, het Gaucheretpark, het L28-park): sterke aanwezigheid van gebruikers die te krap gehuisvest zijn.

o Uitgevoerde oplossingen:
- Alle te beheren moeilijkheden (beheer van de publieksstromen, herhaling van de gezondheidsinstructies, afvalinzameling, vervanging van het afbakeningslint) vereisten een grotere aanwezigheid van het personeel op het terrein, terwijl Leefmilieu Brussel niet over extra personeelsleden beschikte. Sommige wachters hebben overuren gepresteerd (langere dagen of extra weekends). Aangezien de inperkingsperiode ongeveer 15 dagen vóór de periode waarin Leefmilieu Brussel seizoenarbeiders voor een periode van zes maanden kon aanwerven (indiensttreding gepland op 1 april), is begonnen, is aan degenen die dat wensten voorgesteld om eerder in dienst te treden: 13 van hen hebben aanvaard (11 wachters en 2 netheidswerkers) en zijn op 23 maart in dienst getreden. 9 andere zijn begonnen op 26 maart, 3 op 16 april en de laatste is begonnen op 16 mei. Sommige kandidaten hebben de functie geweigerd vanwege de nabijheid van het publiek.
- Tijdens de inperkingsperiode zijn sommige parken gesloten, om de personeelsbezetting in de parken die dat nodig hadden, te verhogen.
- Sommige parken (Georges Henri-, Tenbosch- en Hallepoortpark) zijn soms tijdelijk gesloten om de publieksstromen beter te beheren en opstoppingen op de paden te vermijden.
- Om het publiek te herinneren aan de geldende gezondheidsregels: in alle parken zijn regelmatig affiches aangeplakt en bijgewerkt met de nieuwe instructies naarmate ze werden gecommuniceerd. Ook de preventieve en informatieve rol van de wachters is via deze affiches in herinnering gebracht.
- De wachters zijn op passende wijze gecoacht om hen te begeleiden bij deze nieuwe taak om het publiek te informeren over de sanitaire regels en om hun eigen veiligheid te versterken;
- Om tijdens de inperkingsperiode de conflicten tussen fietsers en wandelaars op de Groene Wandeling, vanwege de moeilijkheid om de afstand te respecteren, te beheren, zijn de loopbruggen tussen de Tervurenlaan en de Invalidenlaan gesloten, om deze route ontoegankelijk te maken voor fietsers;
- De properheid van de parken is verzekerd door frequentere rondes van het schoonmaakteam en de wachters, om een regelmatige ophaling van het afval te verzekeren.