Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal ongevallen met MIVB-voertuigen in 2019.

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 529)

 
Datum ontvangst: 01/09/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    - Hoeveel ongevallen met bussen, trams en metro’s van de MIVB zijn er geteld in 2019?

- Wat zijn de voornaamste oorzaken van die ongevallen?

- In het geval van trams en bussen, in hoeveel gevallen werd de bestuurder aansprakelijk gesteld?

- Hoeveel bedragen de kosten (verzekering, reparaties, enz.) van dit aantal ongevallen? Worden de voertuigen intern gerepareerd of besteedt u die taak uit?

- Kan er een trend worden waargenomen ten opzichte van het aantal ongevallen in de voorgaande jaren? Zo ja, welke en kunnen de redenen voor deze trend worden vastgesteld?

- Hebt u maatregelen genomen om de bestuurders bewust te maken van mogelijke ongevallen en hen verantwoordelijkheid te laten nemen?
 
 
Antwoord    Wat betreft het aantal verkeersongevallen waarbij enkel voertuigen van de MIVB betrokken waren in 2019 verwijs ik u naar het antwoord op de schriftelijke vraag nummer 498 van Mme De Lobkowicz.


Belangrijkste oorzaken ongevallen :

- Wat betreft de bussen :

De ongevallen tussen een bus en een derde (auto, vrachtwagen, …) vormen de grote meerderheid van de gevallen (+70%). Ze zijn te wijten aan wild parkeren of dubbel parkeren, nog vaker, waardoor bussen manoeuvres moeten maken. Vervolgens hebben we de voertuigen die keren op de eigen beddingen en de verminderde aandacht van het rijdend personeel of andere bestuurders die de hoofdoorzaken van verkeersongevallen zijn.

- Wat betreft de trams:

Ongevallen tussen trams en voertuigen van derden zijn ook de meest voorkomende ongevallen. Ze zijn in de meeste gevallen te wijten aan het niet respecteren van de voorrang van de tram op kruispunten of op eigen beddingen, of aan voertuigen die manoeuvreren (voertuigen die op de berijdbare eigen beddingen komen om zich te keren) en, in kleinere mate aan onwettig parkeren van voertuigen naast de sporen.


Wat betreft de
verantwoordelijkheid van het rijdend personeel verwijs ik u door naar het antwoord gegeven op de schriftelijke vraag nummer 498 van Mevr De Lobkowicz.


Wat betreft de
verzekeringskost moet u weten dat de MIVB haar eigen verzekeraar is voor Burgerlijke Aansprakelijkheid.

De geraamde kost van herstellingen na ongevallen van bussen en trams in 2019 liep op tot ongeveer 4.000.000 euro.

Voor trams worden alle herstellingen intern gedaan.

Voor bussen worden de meeste herstellingen na ongevallen intern uitgevoerd, behalve wanneer er enorme schade is. Die wordt dan via een onderaannemer hersteld.


- Tendensen en uitleg:

Het aantal ongevallen waarbij een bus betrokken was steeg licht in 2019 t.o.v. 2018 (2.783 in 2018 tegenover 2.902 in 2019, dat is +4,3%), na een continue daling sinds 2015. Dit cijfer blijft echter veel lager (-9,2%) dan het aantal ongevallen dat in 2015 werd opgetekend (3.195 gevallen).

In 2018 en 2019 steeg het aantal afgelegde km door bussen en trams van de MIVB (+3% bij de bus en +4% bij de tram).

Onafhankelijk van de stijging van het aantal afgelegde km is de evolutie van het aantal busongevallen hoofdzakelijk te wijten aan 4 belangrijke factoren:
- De anciënniteit en de ervaring van chauffeurs speelt een belangrijke rol in het aantal ongevallen: medewerkers die nog maar 1 of 2 jaar ervaring hebben, zijn vaker betrokken bij een verkeersongeval
- Een belangrijke aanpassing van het net en van buslijnen (aanpassingen van bestaande lijnen en aanleg van nieuwe buslijnen)
- Een stijging van het aantal gelede bussen in de busvloot (indienstneming van 100 extra gelede bussen: 75 hybride en 25 elektrische bussen). Gelede bussen hebben een hogere kans op ongevallen door hun afmetingen.
- Nieuwe technologieën: hybride en elektrische bussen kwamen de busvloot versterken. Deze bussen gedragen zich anders dan de bussen op diesel wat betreft versnellingen, remmen en het nemen van bochten. Nieuwe gewoontes moeten dus progressief aangeleerd worden bij het besturen van deze voertuigen.

De combinatie van deze 4 factoren die zich gelijktijdig aandienden, hebben voor een lichte stijging gezorgd in het aantal busongevallen.


Daarentegen is het aantal ongevallen waarbij een
tram betrokken raakte in 2019 sterk gedaald ten opzichte van 2018 (1.592 in 2018 tegenover 1.448 in 2019, ofwel -9%). Het gaat om het laagste ongevallencijfer sinds 2013 (1.492 gevallen).


Het aantal maar ook de ernst van de ongevallen bij de tram blijft dalen, ondanks de verhoogde frequenties bij de tram en het stijgende aantal afgelegde kilometers. De daling van de ongevallen is het resultaat van verschillende factoren: opleidingen van het personeel, sensibiliseringscampagnes met name campagnes voor andere weggebruikers, een systematische analyse na elk ongeval, hoe klein ook, en een verbeterde beveiliging van de infrastructuur.

In 2019 trad een individuele opvolging door het management in voege voor elke medewerker. Wanneer een medewerker een verhoogd ongevallencijfer had, werd die opgeroepen voor een sensibilisering. Er werd een persoonlijke opvolging gegeven. Ook wordt van medewerkers met een laag ongevallencijfer gevraagd om andere medewerkers te ondersteunen.


-
Sensibiliseringsmaatregelen voor het rijdend personeel bij tram en bus:

Tijdens elke basisopleiding (theorie en praktijk) – verlengd tot 47 dagen voor de bus en 33 dagen voor de tram in 2018- wordt het accent gelegd op respecteren van de wegcode en regels die moeten nageleefd worden op het net, maar ook op het belang een professionele bestuurder of chauffeur te zijn. Dat wil zeggen een bestuurder/chauffeur die alle regels respecteert, andere weggebruikers respecteert en die fouten van andere weggebruikers op voorhand kan inschatten om ongevallen zoveel mogelijk te kunnen vermijden (defensief rijgedrag).

Naast deze basisopleiding worden bestuurders/chauffeurs regelmatig uitgenodigd voor voortgezette opleidingen (minstens 1x per jaar), voor opleidingen om voor nieuwe voertuigen die in dienst genomen worden, om specifieke MIVB-procedures en -regels bij te houden (vernieuwen van REB/RET), zijn er sensibiliseringscampagnes over het verbod van gsm tijdens het rijden (Focus), over reizigers met specifieke noden (Accessibus/tram…). Bij elke gelegenheid herinnert de MIVB haar medewerkers aan de verantwoordelijkheden van een beroepsbestuurder/chauffeur.

Bovendien worden bestuurders/chauffeurs die in een ongeval betrokken raken uitgenodigd in het Opleidingscentrum voor een remediëring op maat en aangepast aan het ondervonden probleem en het type ongeval. Ze gaan daarna enkele dagen op het net met een opleider (zonder klanten) om de vastgestelde problemen op te lossen en vertrouwen te herwinnen.