Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitvoering van de geplande investeringen bij de plaatselijke besturen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 413)

 
Datum ontvangst: 01/09/2020 Datum publicatie: 09/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 05/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op dinsdag 25 augustus laatstleden maakte Vlaams minister voor Binnenlands Bestuur Bart Somers bekend dat de lokale besturen in Vlaanderen tussen 2014 en 2019 in totaal 98 procent van hun geplande investeringen ook effectief hebben uitgevoerd. Vooral inzake mobiliteit werden forse investeringen doorgevoerd, maar ook zorg, opvang, cultuur en vrije tijd kaapten grote delen van de budgetten weg.

Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moedigt de plaatselijke overheden aan om openbare werken en investeringen te realiseren door ze driejaarlijkse subsidies toe te kennen. Deze subsidies (beheerd en gecontroleerd door Brussel Plaatselijke Besturen – Directie van Investeringen) dragen bij tot verbetering van de levenskwaliteit van de Brusselaars.

De Directie subsidieert de projecten die passen in het raam van dit driejaarlijkse programma (dat momenteel loopt voor de periode 2019-2021), via:
· een driejaarlijkse investeringsdotatie (DID);
· een driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie (DOD).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Heeft uw administratie een analyse gemaakt over de vorige periode (2016-2018) en welk aandeel daarvan effectief uitgegeven werd (zowel qua DID als qua DOD)? Wat komt hieruit voort als beleidsconclusies of aanbevelingen?

- Voor wat betreft de lopende periode : kan u de investeringsprogramma’s opsplitsen per gemeente naargelang de categorie waartoe deze investeringen behoorden (mobiliteit, zorg en opvang, cultuur en vrije tijd etc.) en het jaar waarin deze investeringen worden gepland? Kan u wat betreft de investeringen voor gemeenschapsvoorzieningen eveneens telkens de onderverdeling tussen de Nederlandstalige en Franstalige voorzieningen duiden?

- Kan u tevens aanduiden welke projecten per gemeente in de lopende periode afgerond, lopende of nog op te starten zijn?

- Welke verschillen te merken tussen de gemeenten onderling? Hoe evalueert u deze graad van investeringen?

- In hoeverre wordt er door de administratie een regelmatig overleg gepleegd met de gemeenten overlegd omtrent de vorderingen inzake het huidige driejaarlijkse programma? Wanneer starten gesprekken over de nieuwe periode en het nieuwe thema voor een verhoogd tegemoetkomingspercentage?
 
 
Antwoord    Voor het triënnium 2016-2018 werd 16.896.000 euro van de driejaarlijkse investeringsdotatie (DID) toegekend van de vastgelegde 17.500.000 euro; hetzij ongeveer 97%.

Bijna 85% van de projecten heeft betrekking op werken in de openbare ruimte, meer bepaald wegwerkzaamheden om de veiligheid van voetgangers en fietsers te verbeteren of zelfs werken voor de aanleg van groene ruimten.

De overige 15% betreft de werkzaamheden voor de renovatie of isolatie van gebouwen die eigendom zijn van gemeenten.


Wat betreft de driejaarlijkse
ontwikkelingsdotatie (DOD), koos de regering rationeel energiegebruik (REG) als thema voor het triënnium 2016-2018.

Een bedrag van bijna 11.000.000 euro werd vastgelegd en toegekend aan de gemeenten die reageerden op een projectoproep.

Zowel gebouwen van de gemeenten als van het OCMW kwamen aldus in aanmerking voor subsidies, waaronder Franstalige en Nederlandstalige scholen en rust- en verzorgingstehuizen.

Brussel Plaatselijke Besturen legt momenteel de laatste hand aan een volledig overzicht van de investeringen van openbaar nut in de zin van de ordonnantie van 16 juli 1998. Dit overzicht “20 jaar subsidies aan de plaatselijke besturen – financieel rapport 1998-2018” zal nadien beschikbaar zijn op de website van Bruxelles Plaatselijke Besturen.


Voor de
huidige periode is het momenteel niet mogelijk om de gevraagde informatie te verstrekken omdat alle gemeenten hun driejarig investeringsprogramma (DIP) voor de periode 2019-2021 nog niet hebben ingediend en omdat de subsidieaanvragen, op enkele uitzonderingen na, de gewestelijke administratie nog niet hebben bereikt.

De gemeenten hebben hiervoor de tijd tot de laatste dag van het triënnium, namelijk 31 december 2021.

Zoals voorzien in de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, komt een begeleidingscommissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van gewestelijke en gemeentelijke besturen, minstens één keer per jaar samen om de voortuitgang van de lopende dossiers op te volgen en om aan het begin van elk triënnium toekomstige gemeentelijke projecten te bespreken. Aan het einde van deze vergaderingen worden systematisch notulen opgemaakt en naar de gemeenten gestuurd om de gemeenteraad te helpen bij de opstelling van het GDIP en naar de regering om het goed te keuren.