Schriftelijke vraag betreffende het register van de stedenbouwkundige lasten.
- Indiener(s)
- Youssef Handichi
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 330)
| Datum ontvangst: 02/09/2020 | Datum publicatie: 21/10/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 14/10/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 02/09/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | In 2013 nam de Brusselse regering een besluit aan teneinde de privésector te laten bijdragen aan de productie van betaalbare woningen. Het is dus de bedoeling dat het Gewest of de gemeenten die stedenbouwkundige vergunningen afgeven voor kantoorprojecten, maar ook voor woningprojecten van meer dan 1.000 m², een stedenbouwkundige last kunnen opleggen aan elke bouwer. Het idee van de stedenbouwkundige lasten, die sinds 2003 bestaan, is om de persoon die een stedenbouwkundige vergunning krijgt een bijdrage te laten betalen aan de behoeften van de gemeenschap die door het vastgoedproject wordt getroffen: aanleg van openbare wegen, groene ruimten, bouw van kinderdagverblijven of scholen, enz. Nieuw in het besluit van 26 september 2013 is dat deze heffing specifiek betrekking heeft op huisvesting. Twee jaar na de inwerkingtreding werd de doeltreffendheid van deze regeling, voorgesteld in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) als voornaamste hefboom voor de productie van “betaalbare woningen”, al in vraag gesteld. Volgens Jean-Michel Bleus, coauteur van een onderzoek van het ARAU (Action urbaine) is het systeem een mislukking en kan het geen sociale woningen tot stand brengen, maar op zijn best middelgrote woningen1. Na zeven jaar toepassing is een balans nodig inzake de doeltreffendheid van dit besluit, dat tot doel heeft de privésector te laten bijdragen tot de productie van betaalbare woningen, en dit via het register van de stedenbouwkundige lasten dat in het BWRO is voorzien. Er heerst nog steeds een gevoel van gebrek aan transparantie, dat nog wordt versterkt door het ontbreken van een register van stedenbouwkundige lasten. Graag een antwoord op volgende vragen: - Voorziet het BWRO in de invoering van een register van de stedenbouwkundige lasten, werd dat voornemen ten uitvoer gelegd? Hoe kunnen wij toegang ertoe krijgen? Welke gegevens bevat dit register? - Rekening houdend met de door het Gewest en de gemeenten afgegeven vergunningen, hoeveel vergunningen werden afgegeven met stedenbouwkundige lasten in natura? Welke soorten lasten in natura werden toegepast? - Hoeveel vergunningen werden uitgegeven met stedenbouwkundige lasten in contanten (in "geld")? 1 https://www.alterechos.be/charges-durbanisme-a-bruxelles-un-dispositif-bancal/ |
| Antwoord | Bij deze kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken op uw vraag: Deze aangelegenheid valt onder de bevoegdheid van Brussels staatssecretaris, de heer Pascal Smet, die belast is met stedenbouw en erfgoed, Europese en internationale betrekkingen, buitenlandse handel en brandbestrijding en dringende medische hulp. |