Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende betalingsachterstand in het openbaar ambt.

Indiener(s)
Christophe De Beukelaer
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 178)

 
Datum ontvangst: 07/09/2020 Datum publicatie: 29/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik had u graag de volgende vragen gesteld:

1) Wat is het totale aantal laattijdige betalingen door de GOB en de gewestelijke instellingen van 1
e en 2e categorie aan derden en binnen het openbaar ambt?

2) Wat is voor de laatste twee jaar het bedrag aan vergoedende interesten voor te laat betaalde facturen?

3) Wat is voor de GOB en de voornoemde gewestelijke instellingen de gemiddelde termijn die verstrijkt tussen de registratie van een factuur en de betaling ervan tijdens de voorbije tien jaar? Kan er enige verbetering worden vastgesteld sinds het Brusselse plan voor administratieve vereenvoudiging van Easy.brussels?
 
 
Antwoord    1/

Het is helaas niet mogelijk informatie te geven waarmee een onderscheid kan worden gemaakt tussen derden en derden binnen het openbaar ambt. De GOB heeft handelsrelaties met meer dan 30.000 leveranciers. Laatstgenoemden worden in de gegevensbank niet als derden uit de privé- of overheidssector gelabeld. Zonder aanzienlijke menselijke middelen is het dus niet mogelijk deze derden van elkaar te onderscheiden. Dat is trouwens ook niet het doel van het betaalproces.

- Voor de GOB:
In 2016 bedroeg het percentage laattijdig betaalde facturen 38,34%.
In 2017 bedroeg het percentage laattijdig betaalde facturen 20,53%.
In 2018 bedroeg het percentage laattijdig betaalde facturen 16,02%.
In 2019 bedroeg het percentage laattijdig betaalde facturen 15,48%.

De lonen van de ambtenaren werden daarentegen altijd tijdig uitbetaald.


2/

- Voor de GOB:
In 2018 bedroeg de compenserende rente 14,60 euro.
In 2019 was dat 140.340,58 euro.

Opgelet, voor bepaalde facturen wordt de rente standaard in de prijs meegerekend en niet apart vermeld, waardoor deze rente niet in deze bedragen is opgenomen.

Enkel de facturen die uitsluitend betrekking hebben op de compenserende rente worden in deze bedragen opgenomen. Deze bedragen zijn bijgevolg zeker onderschat.

Op boekhoudkundig vlak worden deze “bijkomende” (rente)kosten op dezelfde rekening als de “hoofdkosten” geboekt (bijvoorbeeld: aankoop van goederen), wanneer deze bijkomende kosten op zekere wijze kunnen worden gekoppeld aan de aankoop in kwestie. In dat geval verhogen deze kosten de op de factuur vermelde aankoopkosten. Daarom kunnen die kosten niet worden geïdentificeerd.

Men voorziet een procedure in te voeren waarmee deze kosten kunnen worden geïsoleerd.


3/

- Termijn tussen invoer en betaling

De gevraagde informatie is pas beschikbaar vanaf 2016. Om die reden hebben we ons beperkt tot het bezorgen van informatie voor de afgelopen vier jaar.

In 2016 bedroeg de gemiddelde duur tussen de invoer van een factuur en haar betaling bij de GOB 36,02 dagen.
In 2017 bedroeg de gemiddelde duur tussen de invoer van een factuur en haar betaling bij de GOB 27,72 dagen.
In 2018 bedroeg de gemiddelde duur tussen de invoer van een factuur en haar betaling bij de GOB 31,67 dagen.
In 2019 bedroeg de gemiddelde duur tussen de invoer van een factuur en haar betaling bij de GOB 27,62 dagen.

Informatie vóór deze datums bestaat, maar werd niet berekend. Deze keuze werd om de volgende redenen gemaakt:
-
Informatie die ouder is dan drie jaar wordt als achterhaald beschouwd, en heeft geen invloed op de huidige beslissingen (hoofdreden);
- Deze informatie opvragen, vraagt om de nodige menselijke middelen. Er moeten ongeveer 210.000 facturen worden geanalyseerd (zes jaar aan facturen);
- Het indicatorenproject is vier jaar geleden gestart.

Met het oog op de geringe meerwaarde die deze informatie met zich zou meebrengen, werden deze waarden niet berekend.

Alle sinds 2016 berekende informatie zal in de toekomst echter beschikbaar blijven. In de loop der jaren zullen er dus trendlijnen over langere periodes kunnen worden opgesteld (bijvoorbeeld: over een periode van tien jaar in 2026).

-
Administratieve vereenvoudiging

De administratieve vereenvoudiging heeft leveranciers onder meer de mogelijkheid geboden hun facturen in pdf- of elektronisch formaat (XML) op te sturen.

Ter herinnering: er is een aanzienlijk verschil tussen de facturen die via e-mail in pdf-formaat worden opgestuurd en de elektronische facturen in XML-formaat die, naast de digitalisering, voor een grotere automatisering van hun verwerking zorgen.

In 2019 konden de ontvangen facturen (ongeveer 35.000) in de volgende formaten worden opgesplitst:
- 55,23% in digitaal formaat (pdf);
- 0,20% in elektronisch formaat (XML);
- 44,57% op papier.

Sinds 2017 kan de boekhouding van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel elektronische facturen ontvangen. Ontvangen digitale facturen (in pdf-formaat) worden al sinds een aantal jaar verwerkt.

De leveranciers kunnen kiezen in welk formaat ze hun facturen het liefst opsturen.

Er was voor de ontvangen facturen in pdf- of elektronisch formaat in 2019 geen aanzienlijke impact op de verwerkingstermijnen “invoerdatum tot betaaldatum”.

Voor deze ontvangen facturen was er in 2019 echter wel een positieve impact op de verwerkingstermijnen “factuurdatum tot betaaldatum” van ongeveer 12 dagen.