Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende rijk gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 470)

 
Datum ontvangst: 05/09/2020 Datum publicatie: 26/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 21/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Vanaf 1 september 2020 wordt in de 19 Brusselse gemeenten gestart met de vervanging van arm gas door rijk gas. Om de overgang mogelijk te maken, heeft Sibelga haar infrastructuur moeten aanpassen aan de nieuwe situatie.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Welke investeringen door Sibelga zijn nodig geweest om de bevoorradingszekerheid tijdens de overgangsperiode te garanderen?

o Hoeveel bedragen ze?
o Hebben deze investeringen invloed op de dienstverlening van Sibelga?
o Hebben deze investeringen invloed op de toekomstige investeringsprojecten van Sibelga?

- De omschakeling van arm gas naar rijk gas zal geen invloed hebben op de energiefactuur van de Brusselaars, omdat het bedrag van de factuur wordt berekend op basis van het aantal verbruikte kilowattuur en niet op het geleverde gasvolume. Dus als we ons verbruik op geen enkele manier veranderen, zal de overstap van arm gas naar rijk gas het bedrag van de energierekening niet verhogen. Heeft de Brusselse regering garanties gekregen ter zake?

- Wat zijn de leveringsrisico's bij de omschakeling van arm naar rijk gas?

- Wat zijn de veiligheidsrisico's van de omschakeling van arm gas naar rijk gas?

o Werden specifieke maatregelen genomen om de veiligheid van de Brusselaars te garanderen?
 
 
Antwoord    1/

Om de omschakeling naar rijk gas te maken, moest Sibelga de nodige investeringen doen:
- Zuidverbinding: nieuw ontvangststation (Fluxys) geïnstalleerd in Overijse, 12 km aangelegd in Brussel voor de bevoorrading van de nieuwe reduceerstations “Zoom” en “Renbaan” (Sibelga);
- Chalets: vernieuwing van een reduceerstation op de eerste omgevormde gasbel.
- Aanpassingen/vervangingen van drukregelaars die niet zijn aangepast aan een instelling van 21 mbar (nodig om in LD te bevoorraden met rijk gas) in netcabines, klantencabines en bij klanten die thuis over begrenzers/regelaars beschikken.
- Netwerklussen en scheidingskleppen in antwoord op de simulaties die de aanwezigheid van lage punten tijdens de omschakeling naar rijk gas en het eilandbedrijf van het net aantonen.

De kosten zijn als volgt:
- Zuidverbinding: 28.258.088€
- Chalets : 739.518€.
- Regeling en netten: 626.269€.
Hetzij een totaalbedrag van 29.623.876€.

Het doel van deze investeringen is tegemoet te komen aan de externe beperkingen die de omschakeling met zich meebrengt en Sibelga in staat te stellen de goede werking van het net en een kwaliteitsvolle dienstverlening aan de consument te waarborgen.

Deze investeringen hebben geen invloed op de toekomstige investeringsprojecten van Sibelga.


2/

De energieprijs is inderdaad afhankelijk van het vermogen (en dus van de energie die daadwerkelijk wordt geproduceerd wanneer het gas wordt verbrand) en niet van het gasvolume.

Voor de berekening van het aantal kWh geleverd in gas wordt het geleverde volume (uitgedrukt in m³) vermenigvuldigd met de calorische waarde van het gas (uitgedrukt in kWh/Nm³).

Deze calorische waarde komt overeen met de hoeveelheid warmte die vrijkomt wanneer 1m³ gas volledig wordt verbrand bij een standaard atmosferische druk van 1,01325 bar.

Deze calorische waarde wordt gemeten en de maandelijkse waarden worden gepubliceerd op de website van Sibelga.

Het is deze meting die garandeert dat de juiste coëfficiënt wordt toegepast.


3/

Ter herinnering, is de continuïteit van de energievoorziening een federale bevoegdheid.

Ik nodig u daarom uit uw vraag te richten tot mijn collega, de federale minister van Energie, mevrouw Tinne Van der Straeten.

De omschakeling van delen van het nationale net dat met arm gas wordt bevoorraad naar rijk gas, is echter juist bedoeld om een bevoorradingsprobleem op te lossen dat had kunnen ontstaan als gevolg van de eenzijdige beslissing van Nederland om de uitvoer van arm gas geleidelijk af te bouwen en in 2030 te beëindigen.

Arm gas is immers schaars en oplossingen om rijk gas te verarmen zijn complex en duur.


Het was dan ook rationeler om te kiezen voor de omschakeling van het hele nationale net naar rijk gas.


4/

Uit de aan Sibelga toevertrouwde risicoanalyse is gebleken dat CO-vergiftiging door de niet-conformiteit van de installaties en hoofdzakelijk een gebrekkige ventilatie het belangrijkste risico is.

Het bijkomend risico op CO-vergiftiging ten opzichte van de huidige situatie dat wordt veroorzaakt door de omschakeling - die dus verband houdt met het apparaat (en niet met de ventilatie) - is marginaal.

Een kosten-batenanalyse van de modaliteiten van de aan Sibelga toevertrouwde omschakeling heeft aangetoond dat het wenselijk is een evenwicht te vinden tussen het zoeken naar het hoogst mogelijke veiligheidsniveau en de beheersing van de totale kosten in het licht van het zeer laag bijkomend risico.

In dit verband heeft het BHG gekozen voor het volgende actiekader:
- Het BHG heeft de federale overheid geïnterpelleerd over de noodzaak om een Algemeen Reglement voor Gasinstallaties (ARGI) in te voeren dat - net als het federaal Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (AREI) - voorziet in de controle van gasinstallaties bij de verkoop van een onroerend goed op regelmatige tijdstippen (bijvoorbeeld om de 25 jaar). Momenteel wordt een gasinstallatie in ontvangst genomen bij indienststelling en wordt deze hierna nooit meer gecontroleerd. De huidige afwezigheid van een ARGI is een erkennde tekortkoming in de federale regelgeving inzake gasveiligheid. In 2019 heeft de FOD Economie de resultaten voorgesteld van een eerste studie die tot doel had de mogelijke invoering van een ARGI te objectiveren: op basis van deze studie zal de FOD Economie de nieuwe federale regering informeren;
- Het BHG heeft zijn bevoegdheid inzake gasdistributie gemobiliseerd om de beheerder van het gasdistributienetwerk, Sibelga, te belasten met de coördinatie en planning van de omschakeling, de uitvoering van studies (zie hierboven), een communicatieopdracht en een financieringsopdracht ten voordele van kwetsbare klanten;
- Het BHG heeft zijn bevoegdheid inzake energie gemobiliseerd om binnen de regelgeving verwarming EPB bepalingen te voorzien in verband met de omschakeling en de conclusies van de voornoemde risicoanalyse. Sinds 1 januari 2019, is een periodieke controle om de twee jaar verplicht om de geplande omschakelingsdata van het Brusselse net te respecteren. Deze controle wordt uitgevoerd op ketels en boilers en omvat een CO-meting in het lokaal (actie inzake het bestaande risico). Een aanpassing van de toestellen voor de omschakeling naar rijk gas werd ook toegevoegd aan de controle, zonder extra kosten. Het attest inzake de periodieke controle voorziet ook in duidelijke aanbevelingen met betrekking tot de eventuele noodzaak om het toestel na de omschakeling aan te passen;
- Tot slot heeft het BHG sinds diezelfde datum ook een periodieke controlepremie, de zogenaamde "C8"-premie, in het leven geroepen voor kwestbare gezinnen. Deze premie wordt gefinancierd door Sibelga en beheerd door Leefmilieu Brussel. Zij bedraagt 100€/toestel en is beperkt tot 90% van de periodieke controlekosten. Zij kan 1x/toestel worden toegekend voor twee toestellen gedurende de omschakelingsperiode. Als een toestel moet worden vervangen, kan de eigenaar uiteraard een energiepremie genieten voor de vervanging van zijn oud verwarmingstoestel (C1-premie).