Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal gevallen van dodelijk partnergeweld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 338)

 
Datum ontvangst: 04/09/2020 Datum publicatie: 22/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 22/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Partnergeweld vormt geen marginaal probleem, maar komt voor in alle lagen van de bevolking, in alle leeftijdsgroepen en culturen. In één op de zeven relaties is er sprake van geweld. Zowel vrouwen (1 op de 7) als mannen (1 op de 10) hebben er ooit mee te maken in hun leven.

Partnergeweld heeft verregaande gevolgen. Zo waren er vorig jaar in ons land 150 gerapporteerde gevallen van (potentieel) dodelijk partnergeweld, waarbij minstens 20 mensen daadwerkelijk het leven lieten. Bovendien bestaat er een veel grotere groep van slachtoffers die geen klacht durven in te dienen (het zogeheten ‘dark number’).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Beschikt u per politiezone over de cijfers wat betreft het aantal gevallen van potentieel dodelijk partnergeweld voor het jaar 2019 in Brussel? Beschikt u reeds over de cijfers voor het eerst deel van 2020?

- Hoeveel mensen zijn effectief wegens partnergeweld omgekomen tijdens deze periodes? Hoeveel ‘pogingen’ waren er in totaal? Wat is de verdeling naargelang geslacht bij de slachtoffers?

- Wat is de gemiddelde leeftijd van de slachtoffers?

- Hoeveel oproepen werden er bij de politiediensten geregistreerd?

- Welke evolutie kan u duiden wat betreft deze verschillende gegevens ten opzichte van de voorgaande jaren?

- Beschikt u over een vergelijking met andere Belgische en internationale steden? Zo ja, welke verschillen zijn daarin merkbaar?

- Welke invloed hebben de coronacrisis en de lockdownperiode gehad op deze problematiek in 2020?

- Hoe volgen de Brusselse politiezones koppels op die eerdere problemen hebben gehad (en waarbij klacht werd ingediend bij de politie) hieromtrent? Heeft de preventieve actie van de politiezone Brussel-Noord effect gehad op deze problematiek?

- Welk specifiek beleid voert u om deze problematiek aan te pakken? Zijn er sensibiliseringscampagnes geweest of gepland? Welk budget wordt daartoe voorzien?

- Is er een wetgevend initiatief gepland om deze problematiek in te dijken?

- Met welke betrokken verenigingen of organisaties wordt er overlegd en samengewerkt omtrent deze problematiek? Kan u een lijst opstellen van alle betrokken verenigingen of organisaties en daarbij hun specifieke werking en het budget waarover zij beschikken toelichten?

- Welke rol speelt Brussel Preventie en Veiligheid in de aanpak van deze problematiek?

- In welke mate bestaat er overleg en samenwerking met het federale niveau en justitie met betrekking tot deze problematiek?

- Kan u een stand van zaken geven wat betreft het Brusselse actieplan partnergeweld?
 
 
Antwoord    Welke invloed hebben de coronacrisis en de lockdownperiode gehad op deze problematiek in 2020?

Zowel in de nationale als in de internationale pers zijn berichten verschenen over intrafamiliaal geweld tijdens de lockdown. Naar aanleiding daarvan werden in België verschillende taskforces opgericht om de situatie te beoordelen en na te denken over concrete oplossingen voor de slachtoffers (IMC vrouwenrechten, Franstalige taskforce, intra-Brusselse taskforce).


Zo voerde het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid op vraag van de intra-Brusselse taskforce een onderzoek uit op basis van de beschikbare gegevens over intrafamiliaal geweld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens de coronaperiode (van 16 maart 2020 tot heden).

Uit dat onderzoek blijkt dat:

- de meeste verzamelde informatie betrekking heeft op echtelijk geweld (tussen partners), dat verschilt van een “conflict” in die zin dat dit soort geweld kadert in een dynamiek waarbij de ene partner er in een structureel ongelijke relatie systematisch naar streeft de andere partner te domineren en in zijn of haar macht te hebben.
- De situaties waarin zich echtelijk geweld voordoet, bestaan al van vóór de lockdown. Het is momenteel moeilijk in te schatten in hoeverre de lockdown het aantal (daadwerkelijke) geweldplegingen heeft beïnvloed, maar het staat wel vast dat zij een grote impact heeft gehad op het nijpende karakter van dergelijke situaties en op de manier waarop slachtoffers én daders die aangevoeld en beleefd hebben.
- Uit de politiestatistieken blijkt dat het aantal geregistreerde feiten (waarbij dus een klacht werd ingediend) inzake slagen en verwondingen aan een partner in de periode van 1 maart tot 14 april 11,6% lager lag dan het gemiddelde voor 2018-2019. De slachtoffers leggen echter niet altijd onmiddellijk klacht neer, zeker niet wanneer ze thuis met een gewelddadige partner zijn afgezonderd. Vandaar dat er mogelijk sprake is van een onderschatting. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de tijd die de politiediensten nodig hebben om een PV op te stellen en in het systeem in te voeren. De door de politie geregistreerde cijfers moeten dus ook na de opheffing van de inperkingsmaatregelen verder worden opgevolgd.
- Er wordt vaak verwezen naar het toenemende aantal oproepen naar de hulplijnen: we stellen inderdaad vast dat zowel de Franstalige hulplijn voor partnergeweld Ecoute Violences Conjugales (EVC) (van 20 naar 60 oproepen per dag) als de Nederlandstalige hulplijn op het nummer 1712 (van 54 naar 149 contacteringen per week) tussen het begin van de lockdown en half april 2020 drie keer meer oproepen hebben gekregen. Houd er evenwel rekening mee dat de cijfers voor EVC betrekking hebben op de hele Franse Gemeenschap en die van het nummer 1712 op de hele Vlaamse Gemeenschap. Omdat de oproepen anoniem gebeuren, is het niet mogelijk om uit te maken hoeveel mensen het nummer 1712 gebeld hebben vanuit het Brussels gewest. In 2019 gebeurde 20% van de oproepen naar EVC vanuit het Brussels gewest: we zouden er dus van kunnen uitgaan dat er in de week van 14 april 2020 vanuit het Brussels gewest ongeveer 17 keer per dag gebeld werd naar de hulplijn EVC. Dat is een hypothetische schatting.
- Bij beide hulplijnen, die door de onderzoekers zijn gecontacteerd, wordt er echter op gewezen dat het gestegen aantal oproepen niet noodzakelijk gelijkstaat met meer geweldplegingen. Een deel van de oproepen die zij ontvangen, hebben namelijk veeleer te maken met conflictsituaties (en niet met systematisch partnergeweld) - “ik verdraag mijn partner niet meer” - of zijn afkomstig van ouders, omdat zij overhoop liggen met hun tienerkinderen die de lockdown beu zijn. Dat soort conflicten heeft de neiging om tijdens een lockdown op te flakkeren. Aan Franstalige kant is het stijgende aantal oproepen ook voor een groot deel afkomstig van familieleden en naasten van slachtoffers en van privépersonen en professionals die hun hulp willen aanbieden.
- Uit de kwantitatieve gegevens valt op het eerste gezicht dus geen toename van het aantal gevallen van partnergeweld af te leiden, maar de stress en de angst bij de slachtoffers van partnergeweld, die voortdurend met hun gewelddadige partner zijn afgezonderd, zijn daarentegen wél duidelijk toegenomen. De oproepen naar de luisterlijnen worden gekenmerkt door een noodkarakter en grotere paniek bij de slachtoffers: de oproepen zijn korter en vinden plaats in precairdere omstandigheden (bijvoorbeeld vanuit de badkamer of achter een tuinhuis). Aan de andere kant wordt dan weer verondersteld dat de daders door de lockdown mogelijk rustiger zijn en dat hun drang om te controleren getemperd is, doordat hun slachtoffer afgesneden is van elke vorm van contact met de mensen uit hun sociaal, professioneel of familiaal netwerk, die zich op hun beurt tijdens de lockdown wel meer zorgen maken over de slachtoffers en daarom naar een hulplijn bellen.
- Voorlopig kunnen we besluiten dat, hoewel het familiaal geweld niet ingrijpend blijkt te zijn toegenomen, de slachtoffers het wel moeilijker hebben – objectief gezien als gevolg van de lockdown (moeilijk om even apart te gaan zitten om te bellen, om een klacht in te dienen, …) en subjectief gezien als gevolg van de druk die zij ervaren door met hun gewelddadige partner te zijn afgezonderd. Daarom bleek het nodig initiatieven te nemen om te vermijden dat de slachtoffers totaal geïsoleerd zouden raken, wat overigens ook in hun nadeel zou spelen zodra de inperkingsmaatregelen worden opgeheven. In dat verband werd tevens opnieuw contact opgenomen met de slachtoffers die gekend zijn door de politiediensten. Bij alle stappen die ondernomen werden, moest er uiteraard steevast op gelet worden het slachtoffer niet in gevaar te brengen.



Welk specifiek beleid voert u om deze problematiek aan te pakken? Zijn er sensibiliseringscampagnes geweest of gepland? Welk budget wordt daartoe voorzien?

Onder leiding van het kabinet van mevrouw Ben Hamou werd een intra-Brusselse taskforce rond “intrafamiliaal en partnergeweld” opgericht om de aanpak van het Brussels gewest te coördineren en zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de specifieke vragen die in Brussel op het terrein rijzen. Zo nodig moet zij die dan doorspelen aan de andere twee instanties. Het is de bedoeling om in die intra-Brusselse taskforce zowel de instellingen als de eerstelijnsactoren en de mensen die actief zijn op het terrein, samen te brengen.


Is er een wetgevend initiatief gepland om deze problematiek in te dijken?

Er werd een voorstel van resolutie teneinde in samenwerking met de apotheken een specifiek meldingssysteem op te zetten voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld ingediend.


Met welke betrokken verenigingen of organisaties wordt er overlegd en samengewerkt omtrent deze problematiek? Kan u een lijst opstellen van alle betrokken verenigingen of organisaties en daarbij hun specifieke werking en het budget waarover zij beschikken toelichten?

Naast mijn kabinet, het kabinet van mevrouw Ben Hamou, het kabinet van de minister-voorzitter van de COCOF, Barbara Trachte, de VGC, de Federatie van de Brusselse OCMW’s, de Brusselse besturen Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) en equal.brussels en de dienst slachtofferhulp Tam Bruxelles, zijn ook de volgende actoren van op het terrein vertegenwoordigd: het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk), de vzw Praxis, het Centre de prévention des violences conjugales et familiale en AMA (de Franstalige federatie van opvangtehuizen en diensten voor daklozen). Die overkoepelende samenstelling moet het mogelijk maken om de problemen die zich op het terrein voordoen rechtstreeks door te spelen aan de juiste instanties en om in de huidige gezondheidscrisis op basis van onderling overleg oplossingen tot stand te brengen.


Welke rol speelt Brussel Preventie en Veiligheid in de aanpak van deze problematiek?

BPV fungeert door zijn deelname aan de intra-Brusselse taskforce als schakel tussen de taskforce en de gemeenten, de politie en het parket, waarmee het vergadert in de Gewestelijke Veiligheidsraad. Het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid kreeg op zijn beurt de opdracht om de evolutie van intrafamiliaal geweld in het Brussels gewest te onderzoeken.


In welke mate bestaat er overleg en samenwerking met het federale niveau en justitie met betrekking tot deze problematiek?

Minister Ben Hamou neemt deel aan de IMC “Vrouwenrechten”.

Daarnaast nemen de federale politie en het parket deel aan de vergaderingen van de Gewestelijke Veiligheidsraad. Zij worden dus op de hoogte gehouden van de acties die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderneemt en kunnen die informatie dus doorspelen.


Kan u een stand van zaken geven wat betreft het Brusselse actieplan partnergeweld?

Op dit ogenblik wordt gewerkt aan het Globaal Veiligheids- en Preventieplan voor de periode 2021-2024. De problematiek van intrafamiliaal geweld, ook tegen kinderen, zal daarin naar verwachting opnieuw een centrale plaats krijgen in het hoofdstuk “fysieke en psychische integriteit van personen”. Het plan zal allicht begin 2021 worden goedgekeurd.