Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de milieubelasting van vrouwen.

Indiener(s)
Viviane Teitelbaum
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 475)

 
Datum ontvangst: 14/09/2020 Datum publicatie: 29/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 21/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onze samenleving is zich geleidelijk aan bewust geworden van de noodzaak om in actie te schieten om ons milieu te beschermen. Talrijke bewustmakingscampagnes, persartikelen, Facebook-groepen en boeken in de boekhandel moedigen ons aan om verschillende praktijken op te geven en milieuvriendelijker te handelen om onze ecologische voetafdruk te verkleinen. We denken aan zero waste, circulaire economie, korte ketens zoals de lokale en seizoensgebonden keuken, verpakkingsvrij winkelen, slow life... "Kleine gebaren" die in principe voor iedereen eenvoudig toe te passen zijn. Dit besef van het feit dat iedereen op zijn of haar eigen niveau kan handelen om ons milieu te beschermen is essentieel. In feite nemen milieukwesties een centrale plaats in ons leven in.

Volgens talrijke studies en getuigenissen is er echter een neveneffect van dit paradigma, dat in tegenspraak kan zijn met een even belangrijke of zelfs nog belangrijkere zaak: de gelijkheid tussen vrouwen en mannen.

Al deze gebaren, maar vooral de tijd die nodig is om een verandering in het ecologische model op gezinsniveau te organiseren, komen uiteindelijk immers altijd op dezelfde schouders terecht. De schouders van de vrouwen. Want milieubewust zijn in huis is vóór alles een verandering in de huishoudelijke taken en binnen de gezinnen zijn het nog altijd vrouwen die het grootste deel daarvan op zich nemen.

In België besteden vrouwen gemiddeld 11 uur meer per week aan huishoudelijk werk dan mannen. Bovendien zijn het meestal ook vrouwen die milieubewuste veranderingen binnen hun gezin in gang zetten. Het resultaat is dat zij nog meer tijd besteden aan de huishoudelijke taken, dat wil zeggen aan het "onzichtbaar en onbetaald werk", waarbij ze soms de zondag in de keuken doorbrengen om alle maaltijden - biologisch en lokaal - van de week te bereiden.

Met andere woorden, zoals de Conseil des femmes francophones de Belgique het samenvat: “de lokale ecologie zou dus gezien worden als een 'vrouwenzaak', terwijl de gevolgen van de klimaatverandering zeker een zaak van iedereen zijn. Het resultaat? Individuele ecologische handelingen zijn de nieuwe mentale last van vrouwen geworden.”.

Op de Instagram-pagina “troisième journée” staan veel getuigenissen die deze nieuwe dagelijkse last uitleggen. Bijgevolg delegeren vrouwen steeds minder en verhogen ze zo de uren van onzichtbaar werk - een fenomeen dat nochtans enigszins begon af te nemen. Evenzo nemen volgens deze getuigenissen alleen vrouwen deel aan vormingen en andere workshops die op dit gebied worden georganiseerd - mannen nemen bijvoorbeeld een marginale plaats in de "zero waste"-workshops in. De vrouwen die zich hiervoor inzetten ervaren dus niet-gemengde ruimtes, waarvoor ze niet gekozen hebben.

De vraag die rijst is de volgende: hoe verzoenen we de milieukwestie zonder een terugval te maken in de vooruitgang van de vrouwenrechten, bijvoorbeeld op het gebied van huishoudelijke taken? Terwijl "de veranderingen van praktijken die nodig zijn om de omvang van milieurampen te verminderen, wanneer ze binnen de huiselijke sfeer vallen, meestal door vrouwen worden opgevangen.
Gelijkheid moet centraal staan in het concept zelf van de ecologische transitie, anders gaat het ene ten koste van het andere, wat onaanvaardbaar is.

Of het nu gaat om duurzame voedselproductie of om een duurzame en veerkrachtige economie, zij mogen zich alleen maar ontwikkelen door tegelijkertijd de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen te verminderen.

Anders betekent het regressie: “Het betekent tijd besteden aan de samenleving van morgen, maar minder tijd voor zichzelf. Het betekent dat we vrouwen opnieuw vragen hun persoonlijk belang op te geven ten gunste van het collectieve belang, d.w.z. de huidige en toekomstige generaties en het welzijn van de planeet”.

Het gaat hier om het delen van de tijd en energie die aan deze dagelijkse handelingen wordt besteed, waarbij het denkwerk en de planning die nodig zijn voor de uitvoering ervan tijdrovend zijn.

We moeten dus een feministische benadering kiezen voor de uitdagingen van de ecologische transitie, want het is essentieel om deze twee met elkaar te verzoenen voor de maatschappij van morgen. Mannen moeten meer worden betrokken bij de huishoudelijke taken - ook die in verband met de ecologische transitie - zodat de mentale en morele lasten en de tijd die deze nieuwe organisatie nodig heeft, beter worden verdeeld.

Niet dat ecologie en feminisme fundamenteel onverenigbaar zijn. Maar als we de last van de “care” aan vrouwen blijven overlaten terwijl we ze blijven uitsluiten van de politieke en economische instellingen, zullen we niet slagen.

Kunt u mij bijgevolg vertellen of deze kwestie centraal staat in het denkwerk van de regering wanneer het gaat over ecologische transitie en duurzame ontwikkeling? Is deze dimensie opgenomen in de uitvoering van het gendermainstreamingbeleid?

Zijn er in dat verband bewustmakingscampagnes gepland?

Wat doet de overheid bijvoorbeeld om ruimte te creëren voor ontmoetingen en solidaire actie op gemeentelijk niveau, waardoor de mentale en fysieke lasten die gepaard gaan met deze gedragsveranderingen eerlijker kunnen worden verdeeld?

Tot slot, welke acties gaat u als minister van Leefmilieu en Klimaattransitie en staatssecretaris van Gelijke Kansen ondernemen om ervoor te zorgen dat deze samenleving, die - terecht - groener wil zijn, ook "ecologisch gelijker" wordt?
 
 
Antwoord    1/

Ja, deze vraag staat centraal in onze reflectie. De implementatie van gendermainstreaming vindt geleidelijk plaats binnen Leefmilieu Brussel en deze kwestie zal de komende jaren worden aangepakt.


2/

Gender is een transversaal thema in de ontwikkeling van bewustmakingscampagnes door Leefmilieu Brussel. Er werd echter nog niet nagedacht over een specifieke aanpak met betrekking tot de impact van het leefmilieu op vrouwen.


3/

Bij Leefmilieu Brussel zelf wordt op dit moment niets ondernomen op dit gebied.


4/

Leefmilieu Brussel heeft inclusie op een transversale manier opgenomen in haar werking. Aan elke divisie, afdeling of dienst wordt gevraagd om zijn projecten te ontwerpen, rekening houdend met de gelijkheid van alle burgers. Leefmilieu Brussel past tegelijkertijd zowel gendermainstreaming als genderbudgettering toe.

Deze instrumenten zullen ons in staat stellen om de beleidslijnen te identificeren die gender bias of -ongelijkheden bevatten.

Meer in het algemeen hou ik voor het milieu- en klimaatbeleid dat ik voer steeds rekening met de genderkwestie. Daarbij ben ik me sterk bewust van de manier waarop vrouwen in het bijzonder worden getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering.