Schriftelijke vraag betreffende de toekomst van de site van de Villa Dewin in Vorst.
- Indiener(s)
- Isabelle Pauthier
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 245)
| Datum ontvangst: 14/09/2020 | Datum publicatie: 29/10/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 14/10/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 16/09/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Op 20 januari 2020 ondervroeg ik u over de aanvraag tot inschrijving op de beschermingslijst van het niet-beschermde deel van de tuin van de Villa Dewin in de Meyerbeerstraat 33-35, ingediend op 19 maart 2019 door de gemeente Vorst. Op 2 juli 2015 startte het Gewest een beschermingsprocedure, alleen voor de villa en het aangrenzende deel van de tuin, zonder het advies van de KCML die de bescherming van de hele site voorstelde te volgen. De definitieve bescherming vond plaats op 7 juli 2016 zonder rechtvaardiging van deze beknotting. Deze gedeeltelijke bescherming heeft de mogelijkheid geboden om 3 opeenvolgende vastgoedprojecten voor het gedeelte van de tuin dat niet beschermd is in de Onderlinge Bijstandsstraat in overweging te nemen. Het wijkcomité stelde een beroep tot nietigverklaring in bij de Raad van State tegen deze beslissing. Tijdens de Overlegcommissie van 16 maart 2019 over het derde project hadden de klachten vooral betrekking op de erfgoedaspecten, met name op het feit dat de historische studie van de tuin niet erg kwalitatief en niet erg volledig is, dat de beslissing van de regering om een deel van de tuin te beschermen niet coherent is en dat de weigering van de regering om de bescherming uit te breiden tot de hele tuin, ondanks de kwaliteiten, de eenheid en de waarschijnlijke toeschrijving aan de architect Dewin, betreurenswaardig is. Deze beslissing heeft immers een negatieve impact op het beschermde Huis Danckaert, door de wijziging van de perspectieven naar en van het huis, het niet volgen van het DML/KCML-advies, het niet naleven van het GCHEWS, het verlies aan biodiversiteit en het boompatrimonium door het kappen van een twintigtal hoge stambomen. Het advies dat de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) in haar vergadering van 14 november 2018 uitbracht, is ongunstig voor het project. In haar eenparig advies is de Overlegcommissie, die het advies van de KCML wenst na te leven, van mening dat het project qua diepte, hoogte en typologie haaks staat op de stedenbouwkundige context van de wijk en dat het niet past in de omgeving ervan. De Overlegcommissie komt tot de conclusie dat het project schadelijk is voor het erfgoed- en de natuurkwaliteiten van de site en de omgeving en concludeert dat de gevraagde afwijkingen niet kunnen worden toegestaan. Op 20 januari 2020 antwoordde u mij dat de grondige analyse van de DCE van Urban Brussels (en de vraag van de gemeente Vorst) u nog niet werden bezorgd, maar ongetwijfeld binnenkort zullen toekomen. Intussen heb ik met plezier vastgesteld dat u de tijd genomen hebt om de buurtbewoners te ontvangen op 10 maart en deze site te bezoeken op 18 mei 2020. Graag een antwoord op volgende vragen: - De gemeente heeft dus op 19 maart 2019 een aanvraag ingediend om het niet-beschermde deel van de tuin van het Huis Danckaert op de beschermingslijst te plaatsen. U zei me dat de ontvangstbevestiging op 6 mei 2019 werd verstrekt. Hebt u de analyse van de DCE ontvangen? - Heeft de aanvrager een nieuwe aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning ingediend? |
| Antwoord | Inzake de aanvraag tot inschrijving op de bewaarlijst blijkt dat de analyse van de administratie niet veranderd is sinds haar rapport dat in het kader van de beschermingsaanvraag werd opgesteld. Het rapport van de administratie over de beschermingsaanvraag levert een antwoord op de aanvraag tot inschrijving op de bewaarlijst en kan daar zonder verdere formaliteit aan worden gekoppeld. In het kader van de indiening van de lopende behandeling van de vergunningsaanvraag werden op 29/07/20 wijzigingsplannen ingediend. Die worden nog geanalyseerd. Maar door de aard van de wijzigingen kan ik u al zeggen dat er een nieuw openbaar onderzoek zal worden georganiseerd. |