Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende buitenlandse handel tussen het Brussels Gewest en Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 246)

 
Datum ontvangst: 15/09/2020 Datum publicatie: 11/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 19/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/09/2020 Ontvankelijk p.m.
19/10/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Als hoofdstad van Europa neemt ons Gewest een strategische positie in op het gebied van de handel met economieën in de hele wereld.

Graag een antwoord op volgende vragen:

Hoeveel handelszendingen hebt u in de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara georganiseerd sinds uw aantreden?

­ Kan u mij vertellen welke landen werden bezocht in het kader van deze zendingen?

­ Hoeveel bedrijven of persoonlijkheden, ambtenaren, deskundigen, enz. hebben deelgenomen aan deze zendingen?

­ Welke activiteitensectoren genoten voorrang in de externe betrekkingen met Afrika ten zuiden van de Sahara?

­ Kan u me een lijst geven van de economische handelsattachés die in elk Afrikaans land ten zuiden van de Sahara geplaatst zijn?

­ Wat zijn de jaarlijkse kosten voor elk van hen?

­ Welke Brusselse bedrijven hebben subsidies gekregen voor dit gebied?

­ Op basis van welke criteria hebben zij subsidies ontvangen?
 
 
Antwoord    Hub.brussels heeft twee economische en handelsmissies georganiseerd:
- van 4 tot 11 oktober 2019 in Pointe-Noire en Brazzaville, in aanwezigheid van de ceo van hub.brussels Isabelle Grippa en 52 bedrijven (18 Vlaamse, 15 Brusselse en 19 Waalse);
- van 2 tot 6 november 2019 in Oeganda en Kenia met een Belgische delegatie van 21 bedrijven (6 Vlaamse, 6 Brusselse en 9 Waalse), zonder overheidsvertegenwoordigers.

In het actieplan van hub.brussels werden nog twee missies voorzien. Daarin was mijn aanwezigheid bevestigd:
- een Belgische (prinselijke) economische missie in Senegal in juni 2020
- een gewestelijke missie met Brussels International, visit.brussels en de minister-president in september 2020

Door COVID-19 werden beide missies uitgesteld tot in 2021. Ik plan er nog altijd aan deel te nemen.


Gelet op het ontwikkelingsstadium van Sub-Saharaans Afrika zijn de economische en handelsmissies er op meerdere sectoren gericht.

Het Brussels Gewest beschikt over 3 economische en handelsattachés (EHA) in Sub-Saharaans Afrika:
- in Kenia, die ook Burundi, Zambia, Tanzania en Oeganda bestrijkt
- in de Democratische Republiek Congo, die ook Congo-Brazzaville bestrijkt
- in Senegal, die ook Gambia, Guinee en Kaapverdië bestrijkt

Dankzij het intergewestelijke samenwerkingsakkoord kunnen Brusselse bedrijven ook een beroep doen op de volgende Vlaamse en Waalse EHA's:
- in Zuid-Afrika, die ook Botswana, Lesotho, de Republiek Madagaskar, de Republiek Mauritius, Malawi, Mozambique, Namibië, Swaziland en Zimbabwe bestrijkt
- in Ivoorkust, die ook Benin, Burkina Faso, Guinee-Bissau, Liberia, Togo en Sierra Leone bestrijkt
- in Ghana
- in Nigeria
- in Rwanda
- in Marokko, die ook Mauritanië en Mali bestrijkt


Het Brussels Gewest draagt enkel de jaarlijkse kosten van zijn eigen EHA’s, namelijk:
- in Kenia: € 255.200
- in de Democratische Republiek Congo: € 279.600
- in Senegal € 194.400


Tussen juli 2019 en september 2020 hebben 25 bedrijven subsidies gekregen voor 29 prospectiereizen in dat gebied.

Deze hulp is bestemd voor zelfstandigen en kmo’s met een vestigingseenheid op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die er een economische activiteit uitoefenen, actief zijn in bepaalde activiteitensectoren (zie kolom Export in de bijgevoegde tabel) en die niet meer dan € 200.000 hulp ‘de minimis’ hebben verkregen over drie fiscale boekjaren.

Als de onderneming sinds meer dan vier jaar in de Kruispuntbank van Ondernemingen is opgenomen: de geprospecteerde markt ligt buiten de Europese Unie en de bedrijfsverkopen tijdens het jaar dat aan de premieaanvraag liggen er lager dan 10% van de gemiddelde totale omzet over de twee jaar die aan de aanvraag voorafgaan (op basis van de rekeningen gepubliceerd in de Nationale Bank van België). De te subsidiëren prospectiereis past in het kader van het strategische exportplan van de onderneming.