Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende invoering van de Good Move-actieprogramma's - kwantitatieve en kwalitatieve gebruikersonderzoeken.

Indiener(s)
Leila Lahssaini
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 558)

 
Datum ontvangst: 01/09/2020 Datum publicatie: 09/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het Gewestelijk Mobiliteitsplan Good Move, goedgekeurd door de regering op 5 maart 2020, voorziet in actieprogramma's voor een betere kennis van de mobiliteitsproblematiek (Good Knowledge - F.3), om kwantitatieve en kwalitatieve gebruikersonderzoeken uit te voeren. Dit is in lijn met het hele Good Move-proces, dat op papier bedoeld is als een participatief proces.

Om doeltreffend te zijn, moet dit onderzoek worden uitgevoerd vóór de uitvoering van andere soorten maatregelen en moet het de uitvoering ervan begeleiden. Het plan voorziet in 2020 tweemaal gebruik te maken van deze onderzoeken, vervolgens 4 maal in 2025 om in 2030 10 maal per jaar te bereiken.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Kunt u mij het schema geven voor de daadwerkelijke uitvoering van deze onderzoeken?

- Welke contacten werden gelegd met het Vlaams en Waals Gewest om de gegevens te verzamelen?

- Welke contacten werden gelegd met de verschillende actoren zoals de MIVB en Villo!?

- Het plan voorziet in een versterking van de teams die aan deze onderzoeken moeten werken. Werden er voor dit doel werknemers aangeworven? Hoeveel voltijdsequivalenten? Met welke status?

- Zijn er plannen om de resultaten te presenteren per gemeente en zelfs per wijk, om vervolgens maatregelen te nemen die zijn aangepast aan de concrete realiteit in de verschillende wijken? Hoe zit het met de sociaal-economische indicatoren?
 
 
Antwoord    Om de kennis van de mobiliteitsgewoonten te verbeteren en de tevredenheid van de gebruikers te meten, heeft Brussel Mobiliteit de volgende onderzoeken uitgevoerd:

- Onderzoek Verplaatsingsgedrag- OVG bij 8.000 Brusselaars om de gegevens van de Beldam-enquête uit 2010 te updaten, in samenwerking met het Vlaamse Gewest, dat dezelfde onderzoeken in Vlaanderen plant: geprogrammeerd van oktober 2020 tot oktober 2021.
- Online-onderzoek gebaseerd op een representatieve staal van de bevolking in samenhang met de het OVG. De kwaliteit van de resultaten van deze aangepaste methodologie zal worden vergeleken met de resultaten van het OVG om een duurzame onderzoeksmethodologie op te stellen die betrouwbare resultaten oplevert die op regelmatige basis kunnen worden vergeleken.
- Tevredenheidsonderzoek bij de gebruikers van de tijdelijke fietspaden die in 2020 werden aangelegd: geprogrammeerd in oktober 2020.
- Mobiliteitsbarometer betreffende de tevredenheid van de gebruikers van de verschillende transportwijzen (opdracht wordt momenteel gepubliceerd): geprogrammeerd in 2021 en 2024.
- Tevredenheidsbarometer van de MIVB-gebruikers: jaarlijks terugkerend.
- Gerichte onderzoeken: afhankelijk van de behoeften en van de actualiteit van de maatregelen die werden genomen of die moeten worden genomen.
- Voorkeuronderzoek om de parameters te achterhalen die een invloed hebben op de mobiliteitskeuze (transportwijze, route, ...): geprogrammeerd in 2021/2022.
- Tevredenheidsonderzoek bij Villo-gebruikers: te programmeren in 2022.

Brussel Mobiliteit staat in nauw contact met het Vlaamse en Waalse Gewest om de gegevensverzameling over de drie gewesten te uniformiseren en uit te diepen. Zoals hoger vermeld, vindt het Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) plaats in samenwerking met het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest toont interesse om voor zijn grondgebied bij te dragen aan deze gegevensinzameling volgens dezelfde methodologie.

Brussel Mobiliteit staat voortdurend in contact met de MIVB en Villo in zijn hoedanigheid als organiserende overheid van de mobiliteit.

Naast de tevredenheidsonderzoeken bij de gebruikers (zie hierboven), werden er samenwerkingsovereenkomsten opgesteld met de MIVB en Villo om de relevante gegevens voor de opvolging en het opstellen van het mobiliteitsbeleid te delen. Hetzelfde geldt m.b.t. andere operatoren (deelvoertuigen bijvoorbeeld).

Brussel Mobiliteit heeft geen versterking genoten specifiek ten gevolge van Good Move, het personeelskader wordt opgevolgd in de personeelsplannen van de GOB.

Voor het verplaatsingsonderzoek werd een representatieve staal genomen van de Brusselse bevolking. Het staal wordt meer bepaald samengesteld in verhouding tot de bevolking van elke gemeente.

Dankzij de omvang van de steekproef kunnen er resultaten worden verstrekt over (de meeste) gemeenten. Er werd ook rekening gehouden met meerdere sociaaleconomische factoren in het onderzoek zodat de gegevens kunnen worden gewogen en het verschil in resultaten tussen sociaaleconomische categorieën kan worden gemeten.