Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de huurdersadviesraden – stand van zaken en vooruitzichten.

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 312)

 
Datum ontvangst: 09/09/2020 Datum publicatie: 24/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
20/10/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De huurdersadviesraden werden in 2003 opgericht met als doel de bewoners van sociale woningen in staat te stellen deel te nemen aan het beheer van de maatschappij die eigenaar is van hun woning. Dit was een belangrijke stap van de overheid, die toen het belang erkende van het verbeteren van de relaties tussen bewoners en sociale huisvestingsmaatschappijen en, bijgevolg, het belang van een fundamentele verandering in de manier van kijken en leven in sociale woningen en in de plaats van de bewoners als actoren in hun woonplaats en niet langer alleen als personen die recht hebben op een woning.

Deze deelname neemt de vorm aan van een dubbele aanwezigheid van de inwoners binnen de Raad van Bestuur (een aanwezigheid waarvan de legitimiteit in 2013 werd versterkt door ze te paren aan stemrecht in plaats van het adviesrecht dat tot dan toe bestond), alsook via de volgende opdrachten: het uitbrengen van juridische en initiatiefadviezen, het doorgeven van informatie tussen de OVM's en de bewoners of het organiseren van gezellige activiteiten.

Concreet was het de bedoeling van het systeem van de huurdersadviesraden dat elke OVM er een zou hebben en dat deze zou worden samengesteld door middel van verkiezingsprocessen om de vertegenwoordigers van de bewoners voor een termijn van drie jaar te kunnen verkiezen.

Tot op heden lijken er helaas slechts 6 huurdersadviesraden actief te zijn in het Brussels Gewest, terwijl dat er 16 zouden moeten zijn. Bovendien blijkt uit een snelle blik op de verschillende actoren die actief zijn op het gebied van (overheids-)huisvesting in ons Gewest dat, hoewel het belang van het systeem wordt onderstreept, de kwetsbaarheid ervan net zo groot is.

Tot slot zal het huidige driejarige mandaat in 2021 aflopen. Concreet betekent dit dat het verkiezingsproces aan de gang is (of binnenkort zal zijn) met het oog op verkiezingen in maart 2021.

Ik ben overtuigd van de relevantie van de doelstellingen die met dit systeem worden nagestreefd, maar ik vraag me af hoe het nu functioneert en wat de vooruitzichten voor de toekomst zijn.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Bevestigt u de opgegeven cijfers voor het aantal huurdersadviesraden die nog steeds in werking zijn en kan u ons vertellen hoe we daar zijn gekomen?

- Werd er onlangs een evaluatie door de diensten van het bestuur verricht? Zo ja, wat zijn de conclusies? Zo niet, wordt een dergelijke evaluatie dan overwogen?

- Wat is uw standpunt over dit systeem en de doelstellingen ervan en hoe analyseert u de huidige situatie? Tot slot, wat zijn de vooruitzichten voor de toekomst van dit systeem, en wat moet daarmee volgens u gebeuren?

- Kan u ons in verband met de volgende verkiezingen meedelen welk proces gepland is om dit te bereiken? Sommigen vragen zich af of het wel relevant is deze verkiezingen in maart 2021 te handhaven, gezien de gecompliceerde situatie van de huurdersadviesraden, met name wat betreft de participatie van de bewoners aan het systeem. Er bestaat echter een reëel risico dat dit probleem door de gezondheidscrisis nog wordt verergerd. Acht u het in deze context gepast om de verkiezingen te handhaven zoals gepland?
 
 
Antwoord    De cijfers over het aantal ARHUU's kloppen inderdaad (zie antwoord op de schriftelijke vraag nr. 115 http://www.parlement.brussels/weblex-quest-det/?moncode=145389&base=1&taal=nl ).

Op dit moment zijn er 6 ARHUU’s actief, namelijk die van de Anderlechtse Haard, van de OVM En Bord de Soignes, van de Lakense Haard, van le Logement Molenbeekois, Everecity en ABC. 
 
De grootste moeilijkheden liggen bij de verdeling van de interne posten, de organisatie en de vergaderingen, en ook bij de besluitvorming over activiteiten en beschikbare middelen. Enkele voorbeelden:
- Geen akkoord over wie de functie van voorzitter, penningmeester of vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de OVM zal uitoefenen;
- Een latere betwisting over de aanwijzingen van deze functies ( als er een aanwijzing is gebeurd), met grote meningsverschillen hierover als gevolg;
- het is ook moeilijk om de leden van de ARHUU te mobiliseren om vergaderingen bij te wonen of om op een actieve manier deel te nemen aan de organisatie van door de ARHUU opgezette activiteiten);
- Tot slot hebben interpersoonlijke conflicten, die geen verband houden met de ARHUU's, soms ook een invloed. 

Het systeem wordt geregeld door regelgevende en wetteksten (verkiezingen om de 4 jaar, samenstelling en werking van de ARHUU’s) en zal dus geëvalueerd worden om na te gaan hoe het kan worden hervormd. Deze evaluatie zal afgerond worden na de verkiezingen, die aanvankelijk gepland waren voor maart 2021.

In de nieuwe wettelijke regeling, die na deze evaluatie zou worden ingevoerd, zou rekening kunnen worden gehouden met overgangsmaatregelen om de continuïteit van de reeds bestaande ARHUU's te waarborgen, alsook met nieuwe bepalingen om ervoor te zorgen dat er voor de bewoners een stemgerechtigde vertegenwoordiging blijft bestaan.

Initiatieven voor burgerparticipatie zijn belangrijk en kunnen verschillende vormen aannemen: (ARHUU’s, burgerparticipatie in het kader van projecten van 101%,...) Daarom zal niet alleen het ARHUU-systeem worden geëvalueerd, maar zullen ook andere initiatieven voor burgerparticipatie (energiegemeenschappen, enz.) worden bekeken, wat opgenomen zal worden in de beheersovereenkomst van niveau 1 van de BGHM. 

Tot slot,
wat betreft de volgende ARHUU-verkiezingen, moeten volgens de Brusselse Huisvestingscode om de vier jaar verkiezingen worden georganiseerd.  De volgende verkiezingen zijn gepland voor 27 maart 2021.  Gezien de evolutie van de gezondheidscrisis van de afgelopen weken hebben we de BGHM echter gevraagd af te wegen of de verkiezingen al dan niet op de geplande datum moeten worden gehouden. 

Het verkiezingsproces bestaat uit twee fasen:
- Een kandidaatstellingsfase
- Een verkiezingsfase

In bijlage vindt u een samenvatting van de belangrijkste stappen van het verkiezingsproces. 

In beide fasen is een mobilisering vereist. 

In de eerste fase (oproep tot kandidaatstelling, die op 17 november 2020 afloopt) heeft de BGHM aan elke kiezer een informatiebrochure gestuurd en zijn er ook affiches gemaakt zodat de OVM's de oproep tot kandidaatstelling kunnen publiceren (gelijkaardige affiches worden ook gemaakt voor de oproep tot stemming). 
 
De informatie zal ook worden gepubliceerd op de websites van de BGHM en de OVM’s. 
 
Er zijn ook partnerschappen gepland tussen de BGHM en externe verenigingen die actief zijn in het kader van het ARHUU-systeem.