Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende borstvoeding in het openbaar.

Indiener(s)
Margaux De Ré
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 317)

 
Datum ontvangst: 10/09/2020 Datum publicatie: 16/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 09/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    "U zou zich kunnen bedekken of dat elders doen, alstublieft!". Dat is een zin die veel vrouwen die in het openbaar borstvoeding geven jammer genoeg minstens één keer in hun leven zullen horen1. Weer een gebod om vrouwen aan te sporen zich op een bepaalde wijze te gedragen of te kleden. Kortom, weer een gebod.

Vrouwen die borstvoeding geven in de Brusselse openbare ruimte, zijn geen uitzondering. Soms zijn ze het doelwit van opmerkingen, onaangenaam gedrag en discriminatie. Ze worden nu eens scheef bekeken en dan weer met de vinger gewezen. Ze krijgen te horen dat ze zich moeten bedekken of de borstvoeding elders moeten geven, bijvoorbeeld in het toilet. Nochtans doen ze iets natuurlijk, iets elementairs dat we allemaal of bijna allemaal in de eerste dagen van ons leven hebben ervaren. Borstvoeding is niet vies, wansmakelijk, onnatuurlijk of gênant: een jonge baby moet gevoed worden, als hij honger heeft.

Moeders vermijden dus om naar buiten te gaan en wanneer ze dat wel doen, gebruiken ze trucjes om te voorkomen dat de baby honger heeft wanneer ze buiten zijn. Meer nog, ze worden soms ontmoedigd om borstvoeding te geven.

In België daalt het borstvoedingspercentage drastisch wanneer het zwangerschapsverlof voorbij is, het werk wordt hervat en het sociale leven weer op gang komt. De WGO is echter duidelijk in haar aanbevelingen
2: "Uitsluitend borstvoeding wordt aanbevolen tot de leeftijd van 6 maanden".

Het is van essentieel belang dat de keuze van de moeder om al dan niet borstvoeding te geven wordt gerespecteerd en vooral dat er alles in het werk wordt gesteld, opdat die keuze nooit een bron van discriminatie wordt. Moeders die ervoor kiezen geen borstvoeding te geven of daar niet in slagen, moeten evenzeer gerespecteerd worden als moeders die daar wel voor kiezen.

In ons Gewest zijn er weinig openbare voorzieningen die een ruimte voor borstvoeding garanderen. Sommige winkelcentra en cafés hebben inspanningen geleverd om een comfortabele ruimte in te richten voor de moeders. Die praktijken blijven echter vrij zeldzaam.

Er zijn evenwel verschillende initiatieven genomen om borstvoeding te ondersteunen.

In de deelgebieden hebben Kind en Gezin en Office de la Naissance et de l'Enfance (ONE) van de promotie van borstvoeding een prioritair programma gemaakt. Er bestaan ook particuliere initiatieven, zoals het expertisecentrum "Kraamzorg", zelfhulpgroepen, Infor-allaitement, enz. Er zijn verschillende acties opgezet, bijvoorbeeld stickers in cafés, restaurants, bibliotheken en musea, waarop uitdrukkelijk staat dat vrouwen die borstvoeding geven welkom zijn.

Die initiatieven strekken ertoe vrouwen die borstvoeding geven, te ondersteunen met faciliteiten of pictogrammen. Ze dienen te worden aangemoedigd om het sociale leven van de moeders te vergemakkelijken en die handeling als volkomen normaal te beschouwen in onze samenleving. Ze moeten echter duidelijk stellen dat elke vrouw het recht heeft om borstvoeding te geven in een openbare ruimte.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

­ In 2017 werd trouwens op initiatief van onze collega, mevrouw De Baets, de campagne #breastfriend gelanceerd. Wordt de campagne nog steeds gevoerd?

­ In november laatstleden heeft de minister tijdens een vergadering van de commissie voor de gezondheid erop gewezen dat de vzw Aquarelle steun had gekregen om preventieve acties rond borstvoeding op te zetten. Hebt u daar feedback over gekregen? Zijn er met andere verenigingen soortgelijke acties gepland in het kader van uw bevoegdheden?

­ Wordt in uw kabinet nagedacht over borstvoeding, in het bijzonder over borstvoeding in de openbare ruimte?

­ Welke reflectie en coördinatie hebben plaats met uw collega’s in de regering over dit onderwerp, gelet op de andere bevoegdheden die daarmee te maken kunnen hebben (stedenbouw, ruimtelijke ordening, enz.)?


Bron: parlementaire werkzaamheden voor het wetsvoorstel teneinde elke discriminatie in verband met borstvoeding te verbieden, 5 november 2019, Kamer van Volksvertegenwoordigers.
2 Er zij herinnerd aan het volgende incident in het noorden van het land: https://www.rtbf.be/info/societe/detail_menacee-d-une-amende-parce-qu-elle-allaitait-en- public-que-dit-la-loi-en-belgium?id=10376989
3 http://www.who.int/topics/breastfeeding/en
 
 
Antwoord    De kritiek en negatieve commentaar op borstvoeding geven in het openbaar zijn schering en inslag in onze maatschappij, zoals u in uw vraag benadrukt.

Het project #breastfriend is ontstaan uit de samenwerking tussen Wheel of care en het Expertisecentrum Kraamzorg Volle Maan, met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Hoewel het initiatief in aanmerking kwam voor een subsidieaanvraag bij mijn administratie equal.brussels, werd voor dit project geen subsidieaanvraag ingediend.

Ik verzoek u uw vraag te stellen aan mijn bevoegde collega’s bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie.


Wat het opzetten van preventieacties rond borstvoeding door de vzw Aquarelle betreft, werden in 2020 een algemene projectoproep inzake gelijke kansen en een projectoproep rond genderthema’s en gelijkheid tussen vrouwen en mannen uitgeschreven. equal.brussels heeft de vzw’s daarvan op de hoogte gebracht en heeft deze informatie op haar website en sociale netwerksites gepubliceerd. In dit kader kunnen Aquarelle en alle andere vzw’s desgewenst een subsidieaanvraag indienen voor een project dat met deze onderwerpen verband houdt. Het ingediende project zal vervolgens getoetst worden aan de criteria van de projectoproep in kwestie.

Zoals u weet, beschikt het Gewest over wetgevingsinstrumenten, waardoor de Regering en de besturen in al hun beleidstakken meer rekening kunnen houden met de genderdimensie. Ik denk hier meer bepaald aan de ordonnanties “gendermainstreaming” en “genderbudgeting”.

In het kader van het gendermainstreamingsbeleid heeft equal.brussels veel inspanningen geleverd om alle Brusselse openbare instellingen te sensibiliseren voor de genderkwestie en de aandacht die ze eraan moeten besteden in het kader van hun eigen bevoegdheden (in het bijzonder op het vlak van stedenbouw en ruimtelijke ordening). Kabinetten en besturen werken met een netwerk van gendercorrespondenten die opgeleid en begeleid worden om de genderbenadering toe te passen op alle interne activiteiten en bij alle interne denkoefeningen.


Krachtens de ordonnantie “gendermainstreaming” is het immers verplicht om rekening te houden met de genderdimensie bij het ontwerpen van de openbare ruimten en bijgevolg om een genderanalyse uit te voeren. Zo zal bijvoorbeeld een studieopdracht voor de renovatie van een openbaar plein onderzocht worden om ervoor te zorgen dat er clausules in opgenomen zijn betreffende het in aanmerking nemen van het genderaspect bij de inrichting van de toekomstige openbare ruimte.

De aandacht die ik besteed aan een gendervriendelijke inrichting van de openbare ruimte komt ook tot uiting in de projectoproep die in 2019 werd uitgeschreven en die specifiek betrekking had op het thema van de toe-eigening van de openbare ruimte. In deze projectoproep werden de Brusselse verenigingen uitgenodigd om allerlei soorten projecten in te dienen die een nieuwe invulling en/of inrichting en/of toe-eigening van de openbare ruimte voorstaan , of voorstellen formuleerden om de openbare ruimte meer inclusief te maken vanuit diversiteitsoogpunt (vervrouwelijking, gender, handicap, cultureel, enz.).


In het eerste Brussels plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen dat deze zomer gelanceerd werd, komt het thema ruimtelijke ordening aan bod. Borstvoeding in de openbare ruimte zal een van de aandachtspunten zijn in de uitvoering van de volgende maatregelen:
- Impactanalyse van een nieuw project voor openbare ruimte/voorzieningen om de behoeften op het gebied van veiligheid en preventie van geweld in de openbare ruimte te bepalen (aangestuurd door urban.brussels en de Architect-bouwheer);
- Aandacht besteden aan de genderkwestie voorafgaand aan de projecten binnen de gewestelijke en lokale besturen, overeenkomstig de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (aangestuurd door urban.brussels, perspective.brussels en Brussel Mobiliteit);

- Analyse van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) vanuit een genderbenadering, met bijzondere aandacht voor de preventie van geweld op vrouwen. (aangestuurd door perspective.brussels);
- Ervoor zorgen dat er rekening wordt gehouden met gender in alle operationele planningsacties van perspective.brussels, en met name bij de programmering van de voorzieningen via de taskforces voor voorzieningen, sport, school, campus, enz. (aangestuurd door perspective.brussels).


Tot slot klopt het dat op het werk de situatie discriminerend kan zijn voor de betrokken vrouwen of kan worden gezien als een obstakel voor de emancipatie van vrouwen of voor gelijke kansen op professioneel gebied. Dat was voor mij de reden om een brief te sturen naar mijn collega Bernard Clerfayt, die bevoegd is voor lokale besturen, werk en openbaar ambt. Brussel Plaatselijke Besturen heeft op 13 juli ook een brief gestuurd naar de Colleges van Burgemeester en Schepenen om hen te herinneren aan de wettelijke bepalingen en aanbevelingen van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Als er een klacht is, zal elk van hen grondig worden onderzocht en zal de betrokken gemeente of het betrokken bestuursniveau zo nodig worden herinnerd aan haar verplichtingen.